Logboek 2020
Scheurbuik
Vrijdag, 10 januari 2020
Vistamar
Met frisse wanhoop sluip ik weer naar mijn hok waar in de diepte de generator me zo verschrikkelijk weet te treiteren. Vannacht weer enkele denkmomenten gehad en besluit nu de waterpomp los te halen. Zaag een stuk uit de geluiddempende koffer om de handjes niet teveel te laten lijden en de moeren met een pijpsleutel bereikbaar te maken. Het gaat buiten verwachting gemakkelijk en binnen een halfuur heb ik de waterpomp in de hand en begin deze te demonteren om te controleren. Constateer dat er een stukje messing los is gesprongen uit de binnenbehuizing. Gelukkig heb ik nog een reservepomp en maak deze weer gangbaar door wat vet en olie. Nieuwe impeller erin en terug op de motor. Motor starten en krijg geen water uit de uitlaat. Je kunt vloeken en tieren maar schiet niets op. Nu check ik alles van de buitenkraan naar de waterfilter en de leidingen naar de pomp. Overbrug de filter door een slang rechtstreeks op de pomp aan te sluiten en ik weet nu zeker dat de pomp of de pompjes niet werken. Zou de impeller niet goed zijn?
Technische boodschappen en de aanvulling van de rantsoenen voor een komende 40 dagen. Rekening houden met het slechtste scenario want anders krijg je honger of dorst bij verkeerd calculeren. Jacqueline is er druk mee en laat het graag aan haar over want het valt niet mee om alles zo uit te kienen.
Na de boodschappen de vrieskist installeren, de airco filters schoonmaken, gasflessen overhevelen, familie bellen want er is nog internet. Bij informatie van de uitreis documenten moeten we naar Panama-City en dat kan wel eens uitlopen tot een 72 uur voor de overhandiging van een Zarpe.
Wat betekende dat voor een paar eeuwen geleden?
Reizen over zee, dat was een paar eeuwen geleden een onzeker avontuur. Een schip kon in een storm terechtkomen, op de rotsen lopen, door zeerovers worden overvallen, of last hebben van aanhoudende windstilte, waardoor het dagen- of wekenlang doelloos ronddobberde. Voedsel en drinkwater waren tijdens die maandenlange reizen aan bederf onderhevig, zo getuigt een fragment uit de geschiedenismethode Er is geschied:
"Drinkwater werd bewaard in houten vaten. Het duurde niet lang of het werd groen en begon te stinken. De maaltijd bestond uit hard scheepsbeschuit, erwten of bonen en gezouten vlees. Halverwege de reis was het meeste al bedorven. Geen wonder dat er ziekten uitbraken aan boord. Vooral de scheurbuik was gevreesd."
Als een zeeman getroffen werd door scheurbuik, dan had zijn laatste uur geslagen. Het is een afschuwelijke ziekte, waarbij het bindweefsel degenereert, met bloedend tandvlees als gevolg, loszittende tanden, en een naar verrotting ruikende adem. Andere symptomen zijn apathie door bloedarmoede en lichamelijke zwakte. Oude wonden gaan open en breukvlakken van geheelde botbreuken laten weer los. Als de ziekte niet behandeld wordt, leidt het tot een langzame en uiterst pijnlijke dood. Historici hebben voorzichtig geschat dat scheurbuik voor meer doden op zee zorgde dan stormen, scheepsrampen, zeeslagen en alle andere ziekten bij elkaar. Meer dan twee miljoen zeelieden zouden aan scheurbuik zijn bezweken in het tijdperk van de
zeilvaart.
Juist omdat de ziekte zoveel doden onder zeelui veroorzaakte zou je denken dat de scheepsautoriteiten er alles aan gelegen was om de ziekte snel onder controle te krijgen. Maar niets is minder waar: het leven van een gewone zeeman was in die tijd van nul en generlei waarde. Het heeft uiteindelijk eeuwen geduurd voordat er een oplossing was voor dit medisch raadsel, zo blijkt uit het boek ‘Scheurbuik’ van Stephen R. Bown. Hij beschrijft hierin hoe het middel tegen scheurbuik wordt gevonden, verloren raakt en opnieuw wordt ontdekt.
James Lind, scheepschirurgijn in dienst van de Britse marine, toont in 1747 aan dat de gangbare behandelingen met zeewater, azijn en vitrioolelixer geen remedie bieden, en sinaasappels en citroenen wel. Maar het ontbreekt Lind aan invloedrijke contacten bij zowel de marine als onder medici en dus wordt er nauwelijks iets met zijn bevindingen gedaan. Bovendien past de remedie van Lind niet in het gangbare medische denken, waarin de theorieën van de beroemde Nederlandse arts Herman Boerhaave de boventoon voeren. Boerhaave ziet ziekte als een vorm van onbalans tussen de lichaamsvochten bloed, slijm, gele en zwarte gal. De ideeën van Lind, die op proeven uit de praktijk gebaseerd zijn, passen niet in die theorie. Het gebruik van citroensap raakt in de loop van de achttiende eeuw zelfs helemaal uit de gratie. Een ramp voor zeelui, want juist in de achttiende eeuw neemt het scheepvaartverkeer in omvang toe. Dat betekent langere reizen met grotere schepen met meer zeelui aan boord. Scheurbuik neemt steeds ernstiger vormen aan.
Als James Cook rond 1775 aantoont dat verse groente en fruit scheurbuik kunnen voorkomen, weet scheepsarts Gilbert Blane de overheid over te halen om schepen met voldoende citroensap te bevoorraden. Blane kent het onderzoek van Lind en weet dankzij zijn goede connecties de hoge heren ervan te overtuigen dat scheurbuik meer slachtoffers maakt dan zeeslagen. Hiermee komt de oplossing voor scheurbuik in zicht. Tegenwoordig hoef je zelfs geen sinaasappels en citroenen meer te eten om de ziekte te voorkomen, en kun je gewoon volstaan met de inname van vitamine C-tabletten. Die tabletten bevatten ascorbinezuur, en die benaming is afgeleid van het woord anti-scorbitum, Latijn voor anti-scheurbuik.