Logboek 2020
Nog 100 mijl
Zondag, 23 februari 2020
S 24º 58,267 W 107º 50.219 - S 26º 04,138 W 108º 30.863
Zeiltjes staan erbij zonder enig onderhoud en met dit rustige weer op zee is het een prima moment om wat onderhoud te doen. De motorruimte had nogal wat water en vettigheid zodat een dweil en lapje wonderen doen. Bij het schoonmaken merk ik dat de V-snaar los staat en maak deze op spanning door de dynamo met een sleutel omlaag te drukken. Motorruimte schoon en de snaar weer strak. Ik word gestoord door de veranderende wind. De wind valt weg en moet derhalve veel zeilwisselingen doen zoals gijpen om de wind uit de veranderde hoek op te vangen.
Rond 1800 uur ontstaat een feestje aan boord omdat er nog maar 100 mijl te gaan is naar het eindpunt. Het feestje wordt gevierd door de fles Champagne naar de koelkast te brengen zodat deze heerlijk 100 mijls koud kan worden.
Maar de wind vindt ons veel te leuk om mee te spelen en gunt ons het gevoel "Paard ruikt stal" niet en gaat nu helemaal liggen. Zie maar dat je thuiskomt zal ze denken. We beantwoorden dit met de motor te starten om wat druk op het roer te houden en als beloning dat we zo weinig gebruik gemaakt hebben van de kar. De laatste nacht op zee geeft ruim stof tot nadenken, 30 dagen op jezelf aangewezen en geen enkel contact met de medemensen en de ellende en plezier op de wereld. Hoe gaat het met het Corona virus, hoe gaat het met de koperkoersen, hoe gaat het met de heer Trump? De Chinezen, de Iraniërs, Noord-Koreanen, Poetin en een hele zwik meer? Ik heb ze niet gemist maar ben wel nieuwsgierig.
De indrukwekkende Pacific met de lome trage deining als basis waar de windgolven alle richtingen op mee deinen. Het weinige leven op de oppervlakte. Geen vogels, dolfijnen, vissen en menselijke aanwezigheid zoals schepen op zee. De enige echte compagnon die we hebben gehad is het mannetje de Maan. De zacht romige straling met de weerkaatsing van het licht op de golven in de donkere nacht gaf een vertrouwd en romantisch gevoel. In de uren dat ze achter de horizon weg kroop gaf ze het licht over aan de ongelooflijke hoeveelheid witte schitterlichtjes van de sterren. Melkachtige slierten van fonkelaars in het zwarte niets. De zwarte gaten zullen we maar zeggen maar ook daar zullen nog miljarden verborgen hemellichamen verborgen liggen. We zijn echt helemaal alleen geweest.