Logboek 2020
Anker Champagne
Dinsdag, 25 februari 2020
Hanga Roa, Rapa Nui.
De Champagne gaat open en vieren met blijdschap de aankomst. Thuis bellen dat alles veilig is afgerond. We zijn blij en gelukkig en de bubbels in de fles met de opgedane ervaringen maken ons dronken en gaan tevreden naar bed.
Rond 4 uur opstaan om ankerwacht te inspecteren en om 6 uur worden we opgeroepen door de Armada dat we op de plaats waar we nu liggen niet mogen blijven en een paar honderd meter moeten verkassen. Met het naar buiten kijken tijdens daglicht begrijp ik de reden en zie vervaarlijke rollers van de swell op het strand storten. Zo word je snel in de realiteit van alle dag geworpen en er valt bij de heren overheid helemaal geen feestje te vieren.
Met de slaap en de vermoeidheid in het lijf help ik de lier met de 70 meter ankerketting naar binnen. Om deze honderd meter verder weer in het water te gooien. Direct vast en moeten ons voorbereiden op de komst van de Armada, Douane, Immigratie, health officier en de begeleider. Net op het moment dat ik eindelijk eens zonder alle schommelingen gebruik kan maken van het toilet roept Jacqueline dat er bezoek is. De kuip zit vol met bureaucraten en met dichtgeknepen billen zie ik de vloed met nog in te vullen documenten op me af komen.
Vervelend is dat de heren door elkaar de vragen stellen omdat iedereen zo snel mogelijk klaar wil zijn met zijn eigen ding. Drie heren nemen alvast de boot naar een volgende binnenkomer en de twee andere mannen nemen de tijd om wat bij te praten over het eiland.
6000 Mensen groot en 10.000 bezoekers per dag maken het een attractie en allemaal om een zicht te krijgen op de grote stenen monumenten. Nagenoeg geen diefstal en een ontspannen relaxte sfeer hier. Op het laatst wordt nog even gezegd dat we $ 10 moeten betalen bij de Armada als entreegeld. Het is allemaal een beetje snel gegaan en rusten in de kuip uit om wat bij te komen als Niels van het Nederlandse schip zich komt melden. Een gezellige leuke jonge vent van 31 jaar die even de Kaap Hoorn gerond heeft en nu op dit eiland is om verder via Polynesië naar Nieuw-Zeeland te varen.
Allemaal gezellig maar blaas de rubberboot op en Niels wijst ons de weg om tussen de indrukwekkende brekende branding, de ingang te wijzen van een heel klein haventje met enkele vissersboten. Wij vinden er een plekje en kunnen de achterkant van ons bootje vastmaken aan de overhangende lijnen en de voorkant, om het schuren tegen de kade tegen te gaan. We hebben weer land onder de voeten en nu beginnen de stenen onder de voeten te bewegen. Jacqueline loopt dronken over de kade en moet wennen aan de vastigheid.
Bij de Armada weet niemand iets van het betalen van 10 dollar zodat we op weg gaan naar enkele andere mogelijkheden. Vervelend is dat aan iedereen waar we vragen inclusief politie niemand weet waar ik het over heb. Ik laat de 10$ voor de 10$ die ze zijn en wandelen een eerste verkenning door het dorp. Niet onaardig maar niets bijzonders en niets te beleven. Met het rubberbootje langs de brekende kammen van de aanrollende golven nadat we de plaatselijke jongedames uit het rubberbootje moeten jagen omdat de dames het zo gemakkelijk vinden om via de boot op de kade te klimmen. Op zich niet zo erg als het functioneel gebruikt wordt maar binnen de kortste keren springen ze en dansen ze over de luchtkamers en scheppen een berg water binnen. De reserve benzine, een flesje van 0,6 liter, blijkt ineens leeg te zijn.
Vervelend om de boot zo achter te laten, op een bepaalde manier ben je er toch afhankelijk van.. Aan boord genieten we van een mooie avond en laten de zon achter de wolken in de zee zakken.