logboek 2015
Fin 2015
Woensdag, donderdag 30/31 december 2015
Le Legeo.
Dit jaar geen vuurwerk in de nacht maar een typisch Frans samenzijn met Marie-France, Yvon, Bulle, Isabelle en Marc en wij. We hijsen ons in het beste pak en gaan met cadeaus naar het pas gebouwde huis van Marie-France in Le Logeo. Marie en Yvon ontvangen ons met open armen, we voelen ons direct thuis en ook de hond, een pas gewassen mormel van 20 centimeter lang, gedraagt zich als de Dauphin van Frankrijk en kijkt ons aan vanaf een zetel, stijl Chaise Louis XIV met op de zitting een rood kleedje. Gelukkig val ik in de smaak van de Prince des Princes en kruipt hij al snel op mijn schoot om daar heerlijk in slaap te vallen. Het valt niet mee met slapende hond en met een smal glaasje Champagne toasten uit te brengen, zonder de Troonpretendent ruw wakker te schudden. De Champagne blijkt er trouwens niet minder door te smaken.
Marie–Franc en Yvon hebben zich uitermate uitgesloofd en verrassen ons met een gelijkwaardig sterrenrestaurant diner. De smaak van de kreeft is nog verfijnder door de wetenschap dat deze door Yvon is gestroopt uit de Noord Bretoense wateren. Marie-France heeft de ganzenlever zelf gemarineerd en afgebakken op typisch Parijse wijze. Het bereiden van de ganzenlever blijkt streekgebonden te zijn. Wij smullen er heerlijk van. Een bijzonder gezellige leuke avond maar zeer vermoeiend voor mij vanwege de taaldouche. Marc spreekt voor mij het duidelijkst “Frans” en kan met hem gemakkelijker communiceren dan met de anderen doordat iedereen wel een vorm van dialect spreekt.
Marc is een bijzondere vent, ex TGV bestuurder, ex officier Genie in het leger. Aan tafel flitst de Franse politiek behoorlijk voorbij en het opent mijn ogen dat de gemiddelde Nederlandse mening over politiek, dezelfde is als in Frankrijk. Sarcozy afgeschilderd als haantje, Hollande als iemand die achter de feiten aan loopt, familie Le Pen met een mening van menig fransman maar geboycot door het pluche. Er staat hier een omwenteling van de politiek te wachten, die de boel flink op zijn kop zal zetten. Het is al snel halftwaalf met de verschillende rondes Champagne, zoete witte wijn, Chardonnay Bourgogne en de Pomerol. De laatste ronde is weer voor Champagne en we tellen het jaar uit om samen de jaarwisseling uit te zwaaien en het nieuwe jaar in te kussen.
Het sneeuwt in Rochefort en Terre.
Zaterdag/Dinsdag , 26/29 december 2015
Vannes
Je kijkt uit naar een paar vrije dagen waar je stoom kunt afblazen van de drukke voorgaande periode en je komt aan boord in Vannes en alles ziet er zo vredig uit, maar bij de eerste toiletgang gaat er iets mis. De pomphandel blijft gefixeerd in één stand staan en gaat niet meer voor of achteruit. Met flink wat druk op de wc-handel begrijp ik al snel dat het goed mis is. De reparatie wordt morgen, ga eerst maar slapen en de emmer zal het padvindergevoel wel geven.
Zondag is het grote demontage moment en kom al snel tot de constatering dat de slangen volledig verstopt zitten met een heerlijke strontcake, opgebouwd door de afgelopen jaren in de warme wateren. Mijn gereedschap is inmiddels een collectie van prullaria maar ook duur en goed gerei. Toch meen ik het met een waterpomptang veel praktischer te kunnen werken. De tang blijft vast in een bepaalde stand te staan en met een flinke kracht probeer ik de tang los te maken. Dat lukt maar mijn duim is wel deelgenoot van de klap die erop volgt. Drie klemblaren en geplette nagel op de duim, gelardeerd met een flinke straal bloed doet me een taalgebruik ontlokken dat niet geschikt is voor een kerstweek. De klus is moeilijk genoeg en om dat met een pijnlijke duim af te werken is een extra handicap. De buizen zitten onwrikbaar vast op de tules en het valt niet mee om de slangen los te maken. Ik kom steeds meer tot de conclusie dat het een echt infarct is en dat de buizen vervangen moeten worden.
De stank aan boord is niet om te harden en de spetters zitten overal op mijn broek en hemd zodat ik een wandelende toilet-airspray ben. Met andere woorden ik ruik naar urine van dagen oud. In een kast waar de slangen samen komen naar de ventilube (voorkomt hevelen van wc-water) moet ik de vloer verwijderen om bij het gat van de slangen te komen. Het wordt een behoorlijk karwei want er zijn tientallen schroeven gebruikt voor de latjes maar deze zijn ook nog ingelamineerd. Het is topkwaliteit van bouwen maar het is een opgave als je het moet losmaken. We lopen in de avond nog de stad in.
Maandagochtend met vereende kracht aan de sloop in het kastje en ben rond halftwaalf zover dat we de slangen kunnen vernieuwen. We rijden richting Le Crouesty maar omdat alle watersportwinkels met kerstreces zijn wordt het niet gemakkelijk om slang te vinden. We rijden behoorlijk in het rond en vragen bij verschillende industriële winkels naar slang maar ook hier niet de geschikte buis. Bij de havenmeester vragen we of hij eens wil bellen. Hij vindt een watersportwinkel in Ploeren die wel open is en die de slang ook heeft. Wij rijden er heen en zijn verrast en blij met de uiterst kostbare 5 meter versterkte rubberbuis. Wij hebben genoeg van het gepruts en maken gebruik om naar Rochefort en Terre te bezoeken, kijken naar de lampjes en de sneeuw. Lampjes genoeg in het leuke romantische stadje, maar zijn getuige van een spaarzaam vlokje sneeuw uit een sneeuwmaker bij temperaturen van 15 graden. Er staan mensen in een rij om een enkel vlokje sneeuw op te vangen.
Dinsdag is het zover om de slangen eruit te trekken en te vervangen door nieuwe. Eerst de slagen dichtmaken met een pamper zodat de vloeistof met cake niet uit de buis kan stromen bij het trekken. Dit om een heerlijk geurspoor te voorkomen. Het lukt allemaal maar de wc-slang neemt een uur in beslag om deze te vervangen, De afvoerslang naar de tank gaat gemakkelijker zodat na twee uur het opbouwen weer kan beginnen. Tijdens de installatie bedenk ik me en besluit de rest van de installatie ook af te breken. Dit blijkt een goede beslissing te zijn want ook hier is van alles mis. Moe maar trots en blij dat alles nu vervangen is duik ik rond 1900 uur op de bank. Ik denk nu al dat het schip een stuk frisser ruikt. Mijn handen zitten onder de schrammen en mijn duim klopt van de actie met de waterpomptang, er is weer een klus afgewerkt. Een strontklus, de bout hachelen, zeikstraal en nog heel wat andere termen flitsen nu door mijn hoofd.
Stinkklus
Zondag, 27 december 2015
Geschreven door Karen:
Van schroot naar kunst
Vrijdag, 4 december 2015
Vannes
We gaan op weg naar het museum “Poëte Ferrailleur” maar opeens ziet Karen de verwijzing naar Locmariaquer en geeft aan dat Marie France haar deze plaats heeft aanbevolen voor een bezoek. Het stuur omgooien en op weg naar Locmariaquer. Het is allemaal wel aardig, maar begrijp dat we de tijd moeten nemen om de pont te nemen naar Ile d’Arz.
Op het eiland zijn nogal wat menhirs te bezoeken volgens Marie France maar na snel Google vind ik daar niets van terug. Dat valt nog te ontdekken. Nu terug naar Vannes om de route naar Poëte de Ferrailleur weer op te nemen. Jammer dat het gesloten is maar van buitenaf te zien, je kunt over het hek kijken, is het echt een bezoek waard. Ik zoek op het internet en word bevestigd dat het heel jammer is dat het museum in de winter gesloten is. Veel kleuren, gerecycled-, of klaar om gerecycled te worden, materialen. Helaas gesloten dat wordt een volgende keer! Nu rijden we door naar Ploermel. Ploermel een dorp zoals zoveel: kerkje, huisjes, straatjes en plein.
Nu we toch bezig zijn met rondrijden komen we bij Rochefort en Terre. Dit is een verrassing. Een middeleeuws stadje waar je in een soort van Charles Dickens waant. Rond de kerst wordt hier ook kunstmatige sneeuw gestrooid. Jammer dat we dit nu niet zien maar we nemen ons voor om dit de volgende keer op te zoeken. In een oud huis met grote openhaard drinken we een glas wijn en gaan terug naar huis. We kunnen het niet laten om de verschillende vakslagers, bakkers, snuisterijwinkels en winkels die er niet toe doen te bezoeken. We vinden de auto terug en rijden dwars door het stadje terug naar de boot maar wel met een gevoel wat is dit leuk!
Op Restaurant
Donderdag, 3 december 2015.
Le Logeo.
We zijn heel benieuwd naar onze vrienden in hun nieuwe huis. Marie-France verwelkomt ons met een gulle lach en Yvon kan me niet loslaten. We kijken de kamer rond en bewonderen de vorderingen van het nieuwe huis.
Een heuse wenteltrap is geïnstalleerd, zodat de ladder nu echt verleden tijd is. Marie-France hobbelt met krukken rond. Karen kijkt naar het gestrompel en ziet terecht, dat de handvatten van de krukken, veel te hoog staan zodat Marie-France gelukkig is dat het nu allemaal veel beter gaat.
We laden hen in de auto en gaan ”op restaurant”, zoals de Belgen dit zo mooi uitdrukken. Heerlijk eten en genieten van de verhalen, ik probeer me met pretogen en veel handgebaar me duidelijk te maken in het Frans.
Karen grijpt gelukkig op tijd in als ik denk dat ze wel ineens uitbundig lachen. Het blijkt één of andere schunnige opmerking te zijn, die ik helemaal niet bedoeld heb. Tja, dat Frans is niet altijd gemakkelijk. Ik voel me af en toe in een rollercoaster van onhandigheid, maar Yvon blijft me met groot enthousiasme op de schouder kloppen. Hij zal wel denken, hij weet niet beter die domme Hollande(rs).
We krijgen nog enkele adviezen voor de komende dagen om leuke stadjes te bezoeken en we brengen ze terug naar huis.
Eenzame Engelsman
Woensdag, 2 december 2015.
Butte de Caesar.
Bovenop de heuvel kijken, naar twee kanten van de zee. De zee is hier de Golfe du Morbihan en de andere kant is de Golfe de Quiberon. Caesar heeft hier gestaan, volgens de legende, om de slag tegen de Galliërs te zien, hoe ze hier door de Romeinen in de pan gehakt werden. Het zou best wel eens waar geweest kunnen zijn, want ook wij zien vanaf hier, twee kanten zee. Zou de legende toch de waarheid zijn? De Romeinen hadden schepen die geroeid werden door galeislaven, maar de Galliërs hadden veel betere zeilschepen.
Jammer voor de Galliërs dat op de dag van de grote slag er geen wind stond, zodat ze ingehaald werden door de geroeide schepen van de Romeinen, die met grote sikkelvormige messen vastgebonden aan stokken, de zeilen stuk sneden van de Galliers en werden zo slachtoffer van de strategische overmacht van de geoefende militaire slagkracht van de Romeinen. Ik stampvoet op de heuvel omdat ik realiseer dat de Romeinen, de Galliërs een vernedering brachten die tweehonderd jaar duurde voordat ze er weer bovenop kwamen.
Caesar heeft op de Butte genoten en waarschijnlijk ook de wetenschap gehad, dat waarop hij stond, de graftombe was van een Keltische koningin. Altaar genoeg, zegeningen genoeg om op te rukken naar het Noorden om in onze Brabantse streken en in het midden van Germania de orde op zaken te stellen. Hij heeft gezegevierd maar op termijn toch verloren. Bretagne is Bretagne, Brabanders zijn die eigenwijze zuiderse Nederlanders gebleven en ik hoef verder niets uit te leggen over de Germanen, dat zijn gewoon de Duitsers.
Wij lopen om de Butte de Caesar, op ontdekking naar de ingang van de grafkelder van de Keltische koningin, maar deze is door de onderzoekers toegedekt en wij vinden alleen maar een pad tussen de varens van voorgangers, die ook op zoek waren. Helaas geen resultaat. Ik ben vervuld van mystiek en we rijden naar de haven Le Crouesty om een borrel te drinken en nogmaals de folders door te lezen. Ik word er niet zo heel veel wijzer van maar heb een prima middag beleefd. Karen kookt de hemel van de wereld en ik zit lekker onder de kap in de kuip. Het is behoorlijk rumoerig bij het café aan de overkant. Buurman Engelsman meldt zich even en we kunnen niet aan de indruk ontkomen dat hij behoorlijk eenzaam naast ons ligt.
Piratenstad
Dinsdag, 1 december 2015.
Saint Malo.
Het is miezerig weer maar het weerhoud ons niet om voor een uitstapje Saint Malo te kiezen. Toerend door het fraaie Franse heuvelachtige land staan we versteld dat de bomen nog zoveel bladeren hebben. Het is duidelijk geen toeristenseizoen zodat we de auto vlak aan de muur van de oude stad kunnen parkeren.
Als een stenen schip torenen de stadswallen van St Malo aan de monding van de Rance trots uit boven de stranden en de haven. De gevels en torens die boven de vestingwerken uitsteken, zorgen voor het unieke silhouet van de stad. Het centrum kun je bereiken via de omloop van de vesting met een prachtig uitzicht.
St-Malo heeft zich met handel en piraterij meer aan zee gebonden dan aan land. De lijfspreuk van de Malouins luidde altijd: 'Malouin d' abord, Breton peut-être, Français s'il en reste' (op de eerste plaats Malouin, wellicht dan Breton, en Fransman als er nog iets over blijft). De zelfstandige geschiedenis van St- Malo begon in St- Servan waar de monnik Malo bij het toenmalige Aleth aan land zou zijn gegaan. Hij werd de bisschop van de nazaten van de Romeinen die hier hun havenplaats hadden. Franken en later Vikingen overvielen Aleth. De bewoners trokken zich terug op het granieten eiland waar St- Malo zou worden gebouwd. Achter de eerste verdedigingswallen groeide een middeleeuwse vrijbuiterstad. Met de kathedraal ontving St- Malo in de 12e eeuw enkele rechten die zijn verzelfstandiging alleen maar bevorderden. Zo had St- Malo het recht zichzelf te verdedigen en ook het asielrecht. De privileges pasten prima bij de trots en zelf dunk van de inwoners. Hertog Jan IV liet in St -Servan de toren Solidor (1382) bouwen om zijn macht op de stad te vergroten. Het had weinig invloed op de eigengereidheid van de Malouins.
In de 16e eeuw, toen de houten zeekastelen naar Amerikaanse en Indische kusten vertrokken, werd de stad zelfs een tijdje een onafhankelijke republiek. Een stadstaat die vertegenwoordigers naar buitenlandse hoven zond, bijvoorbeeld die van de toenmalige zeemacht Portugal. De 16e eeuw bracht St- Malo voorspoed. Jacques Cartier legde handelscontacten met Canada. De haven van St- Malo werd de belangrijkste van Frankrijk; meer dan 3000 schepen deden de stad jaarlijks aan. Kabeljauwen bont waren twee voorname overslagproducten. Een felle brand woedde in 1661 door de houten stad, waarna besloten werd het moeilijke graniet als bouwmateriaal te gebruiken bij de nieuwe woningen. De stad kreeg een classicistisch uiterlijk met een symmetrische strengheid.
Bij het omslaan van het Europese politieke klimaat in het laatste tijdvak van de 17e eeuw, verkommerde de handel in exotische producten en aluin (nodig voor de textielindustrie) en snoerden de Malouins de wapengordel aan. De piratenvlag kon gehesen worden. De Franse koning had een kapersbrief gegeven, waardoor buitenlandse schepen aangevallen mochten worden zonder als zeerover aangemerkt te worden. Vooral de Engelse schepen werden veelvuldig geënterd. Piratenkapiteins als Duguay - Trouin en Surcouf verdienden fabelachtige sommen met deze praktijken. St- Malo kende toen 20.000 inwoners. Reder of kaper? In elk geval ontstellend rijk, zoals de reders Porée, Dancycan en Magon zich konden noemen.
De opkomst van de Noordelijke Nederlanden als zeevarende macht, de Spaanse Successieoorlog en het verlies van de Engelse markt betekenden klap na klap voor St- Malo, dat in de 18e eeuw zijn handelspositie verloor aan Nantes. In de 19e eeuw verviel St- Malo tot een naar vis stinkend oord. Aan het einde van de 19e eeuw ontdekte een vroeg toerisme de oorspronkelijk gebleven schoonheid van de classicistisch aangelegde granietstad. Tijdens de 'Belle Époque' vertrok men al naar St- Malo. Ook de Duitsers zagen perspectieven in de nog nooit vanuit zee veroverde stad. Ze verschansten zich er en werden met 80% van alle huizen gebombardeerd door de geallieerden. De Ville Close werd daarna zorgvuldig gerestaureerd, zodat het nu een toeristische trekpleister van de eerste orde is.
We komen langs de standbeelden van plaatselijke helden zoals Surcouf (een zeerover / boekanier, gewoon een boef dus) en Jacques Cartier (de ontdekker van Canada) en besluiten met al die geschiedenis maar gewoon een kopje koffie te gaan drinken op het plein. We zoeken een droog tafeltje op en krijgen zelfs de zon te zzien.
Een leuke stad en een mooie terugrit, bezoek aan de Leclercq voor het avond diner krijg je het gevoel van echt vakantie. Toch krijg ik steeds meer drang om een stukje te gaan varen maar dat zit er nu niet in. Veel te weinig tijd voor ons gevoel om al die ankerplekjes te vinden, ontdekken en te bezoeken..
Scheve schroef
30 november 2015
Vannes
Voor mijn doen, slaap ik uit, maar blijf de dagelijkse verplichte telefoontjes op tijd uitvoeren. Met een suf hoofd kruip ik achter de kajuittafel en werk mijn telefoonlijstje verder af. Tegen twaalf uur is alles voor elkaar en heb ook het ontbijt achter de kiezen.
We kleden ons voor een lange wandeling en lopen in een fors tempo langs de waterkant en volgen de paden die ons door een bos, sluis, brug, bos en bootopslag brengen. Bij een schiereiland slaan we weer richting Vannes in en drinken een biertje bij de haven. Het is fijn om op deze manier bij te komen van de trubbel van alle dag. Ik sta uitgebreid stil bij de verschillende vormen van een onderwaterschip. Ik tref een bijzondere semi S-spant waar een schroef scheef uit het zwaard steek met een vrijhangend roer. Dat moet wel heel vreemd varen en zeker als je probeert achteruit te manouevreren. Het geeft een bijzonder gevoel om onder de schepen door te lopen, en dat deze schots en scheef op een onverhard stukje werf staan. In het kantoor brandt een TL-lamp maar er is niemand. Je merkt aan de sfeer dat het buiten het seizoen is, ver weg hoor ik een schuurmachine die nog iets van de oude gelcoat probeert af te slijpen.
We verkennen de stad en in de avond eten we bij het laatste restaurant waar we getuige waren van de bijna liquidatie. Het is gelukkig vanavond wat rustiger.
In de kuip beleven we de rest van de avond en zien behoorlijke drukte bij het café Le Vent d’Est, aan de overkant. Wind uit het Oosten.
Terug naar Vannes
29 november 2015
Vlijmen – Vannes
Eén van mijn trouwste lezers van het blog (Jan en Jet) zijn vandaag 60-jaar getrouwd en wij willen natuurlijk graag ons neus laten zien, om dit mee te vieren. Het is een gezellig weerzien en ik herken de gulle lach met de herinneringen die we delen vanuit het verleden. Op het moment dat de officiële toespraken, sketches plaatsvinden, drukken wij onze snor en gaan terug op weg naar de boot.
Het is een lange tocht en we rijden er 9 uur op voordat we aan het hek staan rammelen om vervolgens aan boord te stappen waar alles rustig en vertrouwd is. We drinken een ankerborrel en het is al snel 03.00 in de ochtend voordat we in bed duiken.
Liquidatie voorkomen.
Zondag, 1 november 2015
Vannes
Persbericht:
De AK-partij van president Recep Tayyip Erdogan heeft een grote overwinning geboekt bij de tweede parlementsverkiezingen van dit jaar. De Koerdische HDP lijkt de kiesdrempel van 10 procent ook weer gehaald te hebben.
De Turkse premier Ahmet Davutoglu noemt de uitslag 'een overwinning voor de democratie en onze mensen'. Hij sprak voor een menigte van aanhangers van de AK-partij. "Hopelijk zullen we jullie de komende vier jaar dienen en staan we er ook weer voor jullie in 2019."
De partij kreeg bijna de helft van de stemmen en dat betekent zeer waarschijnlijk een absolute meerderheid. Daarmee kan de AK-partij dus alleen regeren. Deze grote zege komt als een verrassing. De belangrijkste oppositiepartij, de Republikeinse Volkspartij (CHP), heeft een kwart van de stemmen behaald.
Vanmiddag zijn we terug gegaan naar de haven om samen gezellig over de botenbeurs te lopen. Karen koopt een jas in de uitverkoop en weet door te onderhandelen nog extra korting bij de al gepresenteerde korting te krijgen. Het maakt de aankoop extra feestelijk. De plannen zijn dat we naar het zuiden trekken zodat de jas nog wel even in de garderobe zal blijven.
Alles is aan boord klaar om voor langere tijd te vertrekken en heb voor de zekerheid ook nog even de motor en generator winterklaar gemaakt, je weet maar nooit. Als afsluiting gaan we het restaurant aan de haven op de eerste verdieping een hapje eten. De ober leidt ons naar een tafeltje aan het raam zodat we een mooi en romantisch uitzicht hebben over de haven en de straat voor het restaurant.
Na het voorgerecht rijdt er een luid toeterend gezelschap door de straat met vlaggen uit de auto's en ik vertel meteen aan Karen dat dit de Turken moeten zijn die blij zijn met de overwinning van Erdogan. Verder zie ik in deze aktie geen enkel kwaad en vergoelijk deze chauvinistische uitdrukking en vind dat je hen vrij moet laten met dit soort van Heimat-denken.
Een kwartier later komt uit de tegengestelde richting een donkere BMW rijden, met grote snelheid door de straat. Piepende remmen en slepend gierende banden in de bocht, knal door het rode licht en even verderop zien we een man voor zijn leven opzij springen om de BMW te ontwijken. Dit is meer dan asociaal en zelfs levensgevaarlijk, alleen om een beetje euforie van een verkiezing? Even later komt dezelfde auto met een nog grotere vaart door de straat, een man op de stoep maakt zich kwaad en gooit een drinkblikje naar de auto om deze te laten bedaren, De BMW stopt meteen en er springt een oververhitte jongeman uit de wagen en slaat de man met een paar goed getrainde slagen in elkaar. De blikjesgooier krimpt in elkaar en wordt opgevangen door een paar omstanders. De jongeman maakt zich nog kwader en loopt naar de koffer van zijn auto en zie hem een wapen onder de mat trekken en wil naar de man lopen om deze ter plekke op straat te liquideren.
Gelukkig springen een aantal vrienden op hem af en proberen hem te overmeesteren, om dit meer dan onnodig geweld te pareren. Wij zitten met afgrijzen en trillende handen alles te aanschouwen, vanaf de eerste etage. Dit is exorbitant. Gelukkig is er snel gereageerd door de Franse politie die duidelijk zijn aanwezigheid laat gelden.
De blikjesgooier is niet correct maar in mijn ogen volledig te begrijpen en ik heb begrip voor hem want hij is de enige die iets doet aan dit soort van terreur van huftergedrag op straat. Het blijft nog lang onrustig op straat met verschillende samenscholingen. Ik zie ook een bad-guy zich ineens gedragen als een good-guy, maar verdenk hem van een dubbele agenda.
Een Turkse jongen die echt van begin af partij kiest voor de blijkjesgooier wordt later nog kwaad bejegend door buitenlandse omstanders. Ik ga nu ten volle begrijpen dat we langzaamaan in een duale of multiculturele samenleving geraken.
We hebben heerlijk gegeten maar zijn wel onder de indruk wat er hier voor ons neus is gebeurd.
Taaier dan zoolleer
Zaterdag, 31 oktober 2015.
Vannes
Met een rolstoel duwen we Marie-France het terrein van de tweede hands scheepsbeurs over, het walhalla van het achterstallige onderhoud en het domein van de vervlogen dromen. Allemaal boten met een geschiedenis, de schepen met zonnepanelen, bijboot, davits en apparatuur herinneren aan grote tochten maar er zijn ook de simpele bootjes te koop die het bij een ankertje achter een eiland het wel voor gezien hebben. Het is er een drukte van belang en ga met Yvon langs de steigers om een Dehler te zoeken. Opvallend en niet helemaal onverwacht is het aanbod allemaal van Franse herkomst. Ook de markt voor tweedehands apparatuur en onderdelen is een bezoek waard. Ik kom er zelfs mijn eigen Amerikaanse Island Packett stuurwiel tegen. Yvon en ik zijn zo bezig met kijken naar de verschillende weetjes en boten, dat we niet eens de twee dames opmerken die ons tegemoet komen. Na een kop koffie zeggen we Marie-France en Yvon goedendag en spreken voor eind november nog eens af.
Vanochtend de streekmarkt opgelopen in de stad en ons weer eens extra verwonderd over de uitgebreide culinaire uitstalling van de Fransen. Hier is niets te merken van de merkwaardige discussie die in Nederland gevoerd wordt over worst en ander bereid vlees, dat vergeleken wordt met asbest. Dit gaat me wel heel ver en pas me meer aan bij de eetcultuur van hier. Hier wordt gewoon lekker divers gegeten met een maximum aan keuze. Na de wandeling een krantje aan boord lezen terwijl ik de zeilen uitrol om deze te laten drogen. In de avond eten we hert van de Lidl aan boord maar deze is zo vreselijk taai dat zelfs de vergelijking van zo taai als zoolleer, mank gaat.
Met gebroken botten aan de maaltijd
Vrijdag, 30 oktober 2015.
Vannes
Ik heb mezelf in de keuken kunnen uitleven voor een uitgebreide maaltijd en wacht op het bezoek. Marie-France en Yvon zouden er al lang moeten zijn zodat de twijfel toeslaat of ze nog wel komen. Het is een halfuur later dan afgesproken als ik zachtjes een tik op het dek hoor. Het is Yvon alleen, die op de vingersteiger alle beleefdheden van ontvangst aangaat. Ik vraag waar Marie-France is en hij vertelt rustig dat haar been gebroken is en dat ze op de steiger zit uit te rusten. Ik spring van boord en zie haar inderdaad gewapend met twee krukken op het elektriciteitskastje zitten uithijgen.
Marie blijkt gisteren in haar nieuwe huis met ladder en al van de eerste etage naar beneden gestort en haar been op 13 plaatsen gebroken te hebben. Ondanks deze heftige blessure heeft haar niet weerhouden om toch naar ons te komen, maar het heeft wel meer tijd gevergd dan verwacht. Met vereende kracht tillen we haar aan dek en ze strompelt aan boord waar ze blij is, dat ze in een hoekje kan zitten om een glaasje champagne te drinken. We hebben een gezellige avond maar ben erg onder de indruk van de moed en de wilskracht van haar om bij ons te zijn. Veel gezamenlijke politieke problemen worden besproken en vergelijkingen gemaakt tussen België, Nederland en Frankrijk. De gezamenlijke liefde en de uitwisseling van de belevenissen van de zeilreizen verbind ons.
Bij de visboer heb ik een uitgebreid gesprek over mijn menu voor vanavond en krijg adviezen. Met enthousiasme kiest de visverkoper het beste stukje vis voor me en kijkt ook nog even wat het voordeligste is. Bij de wijnverkoper kom ik bijna niet weg omdat de man een heel verhaal ophangt over zijn reizen naar de Bourgogne. Hij biedt me verschillende klasse wijnen aan en komt met een fles aan van 22 Euro wat een excellente wijn moet zijn. Ik vind dit iets te gortig en ga voor de Bourgogne in de iets betaalbare klasse. Bij de groentevrouw een hele discussie over de cantharellen zodat boodschappen doen voor een maaltijd een bij uitstek uitstekende taalles is. Ik geniet van het enthousiasme van de mensen, hoe zij hun waren prijzen en achter de kwaliteit staan. Hoe anders dan in Nederland, waar de vakkenvullers van de supermarkt je in de weg staan en je boos aankijken als je een verwelkte krop sla uit het schap wil halen. De voorbereidingen van het koken vergen heel wat meer tijd dan verwacht. Snel na de voorbereidingen onder de douche en we zijn ruim op tijd klaar en fris gewassen. In de kuip genieten we nog heerlijk van het prachtige nazomer weer.
Het blijft regenen
Donderdag, 29 oktober 2015.
Saint Nazaire en omgeving.
Het is vervelend, regenachtig, donker weer vandaag en we besluiten om naar Saint Malo te rijden. Net buiten Vannes vinden we de afstand wel wat ver en veranderen de plannen om naar Saint Nazaire te rijden. Het is een onjuiste beslissing want onderweg realiseer ik me dat Saint Nazaire in de oorlog ook gebombardeerd moet zijn, zodat dit ook een soort van Oostblok stad moet zijn, opgebouwd in snelle nieuwbouw huizenblokken. Het blijkt inderdaad zo te zijn. We staan versteld van de industriële activiteit van de stad en zien gigantische projecten. Er ligt een enorm cruiseschip in aanbouw en in een groot binnendok liggen de twee Oorlogsschepen die besteld waren door de Russen maar door de hernieuwde koude oorlog nu verkocht zijn aan Egypte. Door de regen komen we de auto niet uit en rijden via het verstilde centrum langs de kust richting haven. In de middag klaart het wat op en zien nog veel mooie stranden waar we plannen maken voor beter weer.
Op internet kom ik de onderstaande wetenswaardigheden van Saint Nazaire tegen:
Saint Nazaire heeft een zeehaven, de belangrijkste Franse haven aan de Atlantische Oceaan. De belangrijkste industrieën zijn de scheepsbouw en de luchtvaartindustrie.
Op 15 november 2003 vond op een van de scheepswerven een ernstig ongeluk plaats. Chantiers de l’Atlantique, de werf die de Queen Mary2 bouwde, hield een open dag. Er stortte een voetgangersbrug in, waarbij vijftien mensen omkwamen.
Tijdens de Tweede wereldoorlog was Saint Nazaire de thuishaven van het zevende flottielje onderzeeërs van de Duitse Kriegsmarine, waartoe de U-96 behoorde die de hoofdrol speelt in Das Boot.
Op 28 maart 1942 vielen 600 Britse commando's de dokken van Saint Nazaire aan (zie Operatie Chariot), waaronder het enige dok langs de Atlantische kust, dat groot genoeg was voor het Duitse slagschip Tirpitz.
Duitsland hield aan de stad vast tot het einde, en zo werd Saint Nazaire als laatste Franse stad bevrijd op 11 mei 1945 (dus na de capitulatie).
Recht tegenover de 14 U-bootbunkers ligt de draaibrug en de Oude Ingang, met rechts daarvan de 15e U-bootbunker. Iets verder ligt het Droogdok, het Normandiëdok, dat schuins uitkomt op de Port Atlantique de Nantes en het Bassin de Penhouët. Dit dok heeft aansluiting via een draaibrug met het Bassin de Saint Nazaire. Nu nog zijn er sporen van de gevechten te zien op de muren van de Koolbunkers. De betonijzers liggen op sommige plaatsen bloot als gevolg van de granaatexplosies tijdens de gevechten van de commando's tegen de Duitse bezetter van Saint Nazaire en later gedurende de geallieerde bevrijding.
De U-bootbunkers liggen er tegenwoordig kaal, donker en grauw bij. De in- en uitgangen zijn bijna alle versperd met aanlegsteigers voor jachten en andere vaartuigen. Binnen zijn de voormalige aanlegplaatsen voor de onderzeeërs gehalveerd tot de helft, doordat men houten vloeren heeft aangelegd. Dit merkt men verderop in de kapelgaten in de muren, waar meerpalen voorzien waren voor de U-boten. Met de vroegere volledige meerplaatsen konden twee U-boten naast elkaar aan de kaden afmeren, waar twee grote U-boten konden liggen in bijna elke bunker. De kleinere U-boten, zoals o.a. de U-1, U-2, enzovoort, konden bijna met vier in een dergelijke bunker liggen.
Bovenop de bunkers heeft men een panoramisch uitzicht op het Bassin de Saint Nazaire en het omliggende havencomplex. Aan de straatkant en de eigenlijke wegingang, lopen de muren schuin naar boven zodat het dak van het bunkercomplex overhelde. Er is een cafetaria, en een tentoonstellingsruimte met een expositie over de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Bombardementen geen effect.
Woensdag, 28 oktober 2015
Lorient.
De oorlog is hier nog een onderdeel van het dagelijkse leven. Vooral de toeristenindustrie wordt geconfronteerd door de immense bouwwerken van de Duitsers in de omgeving. Voor ons gaat de omvang van de Atlantic Wall, een steeds grotere indruk achter laten. In voorgaande blog heb ik al geschreven van de Adelaarsnesten in Kernevel van Maarschalk Dönitz. Deze hield uitzicht op de U-boot basis aan de overkant in Lorient. Het enorme complex biedt nu ruimte aan verschillende zeilprojecten en de nieuwe kraamkamer voor zeilraceschepen.
Wij hebben vandaag als plan om dit museum te bezoeken. Het blijkt niet zozeer een echt museum te zijn maar een bezichtiging van het complex in de Duitse tijd. Van te voren bezoeken we de uitleg van reddingsoperaties in geval van ongelukken met onderzeeërs. We zijn getuige van de heftige beelden van een verdrinking van een bemanningslid die het niet voor elkaar krijgt om te ontsnappen uit de duikboot en die na een heftige worsteling bewusteloos terugvalt in de onderzeeër. De camera registreert de schokkende beelden en word er een beetje naar van. Later blijkt vriend Yvon als instructeur cq redder werkzaam te zijn geweest.
Van deze leerzame expositie met een groepje naar de overdekte dokken van de Duitsers. De gebouwen waren in die tijd bombestendig door de 2,5 meter dikke betonnen dekken en de deuren die ze konden afsluiten. De Engelsen gebruikten bommen die eenmaal te water gevallen hun weg zochten horizontaal om zo een gebouw binnen te kunnen varen en te exploderen. Het is de geallieerden nooit gelukt om een voltreffer binnen te krijgen. De Duitsers konden dan ook gewoon doorgaan met het bevoorraden en reparen van de duikboten.
La Cohue
Dinsdag, 27 september 2015.
Vannes,
Na het stokbrood kruip ik achter de computer en telefoon om contact met het bedrijf te hebben en de verschillende min of meer dringende telefoontjes af te wikkelen. Tegen de middag gaan we door de regen de stad in en lopen naar het museum. Het museum blijkt gesloten en gaan maar een kop koffie halen onder de luifel in de stromende regen op het plein. Om twee uur gooit de conservator van de moderne kunst de deuren los en staan samen met een klas studenten in de rij om naar binnen te kunnen in de museumwinkel. Het museum voor semimoderne kunst spreekt ons niet zo aan en we staan al snel wat teleurgesteld buiten. Een wandeling door de smalle straatjes van Vannes en gaan boodschappen halen op verschillende plaatsen om zo ons avondeten samen te stellen. Een rustige ontspannen dag.
La Butte de Cesar
Maandag, 26 september 2015.
Vannes
De standaard ochtend procedure, het ophalen van een stokbroodje en twee croissants om aan het ontbijt te kunnen beginnen. Tijdens het lopen bel ik naar het bedrijf en maak contact met de familie. Bij het ontbijtoverleg maken we een plan om naar Lorient te rijden. In de auto kijken we nog steeds tegen de boom aan en besluiten om de boom toch maar weg te brengen naar Yvon en Marie-France en niet naar Lorient te rijden.
Karen belt naar Marie en ik draai de auto weer richting Crouesty. Nu krijgt Karen wel Marie-France aan de lijn en spreken af om de boom af te leveren. We zijn getuige van de grote veranderingen in het huis in korte tijd en de vele ohhs en ahhs blijven niet gespaard.
De tuin is geëgaliseerd en de keuken is geplaatst. Ze wachten op de parketman die voor vandaag af gesproken is maar niet komt opdagen. Waar kennen we dit van, hoort waarschijnlijk bij het vak bouw?
Na het afgeven van de pruim rijden we van het huis door naar het einde van de straat, naar een oesterput en kopen daar een paar oesters. De oesterman is heel gedienstig en springt tussen de bakken op en neer en laat ons diverse verschillende oesters proeven. We lopen naar buiten met 12 oesters voor vanavond. Ik tel later 14 stuks in het zakje zodat ik twijfel of hij wel kan tellen of gewoon heel vriendelijk. Het laatste houd ik me zelf voor. Met de vangst van een zak met schelpen die hun best doen om zich zo gesloten mogelijk te houden, rijden we naar de golfbaan en informeren naar de mogelijkheden. Extra korting kun je hier krijgen voor 18 holes na drie uur in de middag. Tja, dat ga je niet halen voor het donker, maar toch korting. Ik laat het allemaal over me heen gaan en neem me voor om later terug te komen.
In de grote jachthaven drinken we een kop koffie en eten een ijsje. Op de terugweg komen langs de Butte de Caesar en verwonder me over de rare bult in het landschap. Het is de Tumulus de Tumiac. Een grafkamer uit de oudheid waar verschillende voorwerpen gevonden zijn die in Parijs tentoongesteld worden. De legende wil dat Keizer Caesar vanaf deze bult getuige was van de slag tegen de Kelten. Het lijkt me een beetje sterk want vanaf deze plek is het water ver te zoeken.
De avond is lekker rustig met veel regen en eten aan boord de heerlijke oesters.
Stenenparadijs
Zondag, 25 september 2015.
Carnac, Trinité sur Mer, Auray
Met een pruimenboom in de hand op weg naar de flat van Marie-France. Helaas ze is niet thuis zodat we de boom maar weer in de auto laden en naar Carnac rijden. Het land van Asterix en Obelix. Niet verwacht dat ik velden met stenen zou zien die allemaal in rijen staan. Het zijn volgens de geleerden, dodenakkers. Karen trekt het allemaal in twijfel zeker nadat de uitleg verklaart dat 80% van de stenen omgevallen waren en weer rechtop gezet zijn. Terecht vraagt ze zich af of dat niet een kapitale blunder is en dat ze de 20% rechtopstaande stenen om hadden moeten leggen. Karen stampt op verschillende stenen rond de menhirs en constateert verschillende holle ruimtes onder stenen. Ik kan het allemaal beamen want ook ik hoor holle geluiden onder mijn hakken.
We rijden met een excursie mee waar we niet zoveel wijzer van worden. Later doen we het dunnetjes met de auto over en nemen de tijd om de verschillende monumenten te bezoeken. De grootste menhir is 6,5 meter hoog en we bezoeken een zogenaamde Dolmen. Een uitgeholde heuvel met menhirs als zijwanden in de ruimte. Je kunt de mystiek voelen en stel me voor dat de geesten van 6500 jaar geleden hier nog steeds de kans krijgen om tijdens de mist, zich tussen de bomen verplaatsen. Het stenenparadijs zal er niet in één dag zijn ontstaan, maar het blijft een indrukwekkend schouwspel.
In Trinité sur Mer is het erg herkenbaar en proberen aan een terrasje een drankje te bestellen. De ober ziet ons maar blijft zijn klanten negeren zodat we de ergernis uit de weg gaan en ergens anders een drankje halen. De grote Trimaran racemachines maken weer een enorme indruk op me.
Auray, leuke plaats waar we later eens terug zullen komen want we hebben vandaag genoeg gezien.
De Megalieten van Carnac zijn rijen van menhirs op verschillende plekken in Carnac in Frankrijk. De stenen staan over een afstand van 8 km over 4 gehuchten in Carnac. Bekende steenpatronen in Carnac zijn die van Le Menec en Kemario.Er staan ook enkele heel grote megalieten en één van rond de 20 meter hoog. Hij heeft echter de tand des tijds niet overleefd. Hoe de - vaak zeer grote - stenen op hun plaats gebracht werden is tot op heden grotendeels een raadsel.
- In Le Menec staan 11 rijen van menhirs bijna evenwijdig aan elkaar. Ze zijn gerangschikt van groot naar klein en zijn tussen de 3,7 m en de 1 m hoog.
- In Kermario zijn ook meerdere grafheuvels gevonden en wordt daarom ook wel plaats der doden genoemd. De stenen staan over een afstand van 1,2 km waarbij de hoogste stenen tot 7m reiken.
- In Kerlescan lopen 13 evenwijdige lanen met 540 menhirs in een vierkantvorm. In een veld ietwat verder staan er nog eens een 100-tal. Vermoed wordt dat deze vroeger tot een geheel hebben behoord.
In totaal resteren er nu nog ongeveer 2600 van de oorspronkelijke naar schatting 11.000 stenen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen (alleen)staande stenen (in Frankrijk menhirs genoemd), steencirkels (in Groot-Brittannië cromlechs genoemd) en grafheuvels (dolmens of tumuli).
Vermoedelijk zijn deze stenen monumenten verbonden met prehistorische sjamanistische rituelen en werd rond 5000 v.Chr. begonnen met de bouw ervan. Daarmee zijn het de oudste bouwwerken in Europa.
Men vermoedt dat de heel grote megalieten dienden als een soort observatorium.
Sommige onderzoekers suggereren dat veel van deze monumenten gekoppeld waren aan rituelen rond de zon en de maan, het zouden een soort kalenders geweest kunnen zijn. De Kelten, die rond 400 v.Chr. in dit deel van Europa arriveerden, maakten gebruik van deze monumenten voor hun religieuze ceremoniën.
De sterren van de hemel door de kleine muis.
Zaterdag, 24 september 2015.
Vannes
Een folder laat ons lezen dat de expositie van Giacometti gisteren beëindigd is. Dat is jammer maar na een telefoontje aan de expositiehouder Leclerq vertelt men ons dat de expositie verleng is en tot 1 november open blijft. Dat is een geluk en maken ons op om naar Landerneau te rijden. Giacometti is één van mijn lievelingsartiesten zodat het een prettig vooruitzicht is om de verzamelde werken te zien. Een leuke uitstap, het rijden waard, maar voor het dorp Landerneau hoef je het allemaal niet te doen. We genieten van de beelden en de tekeningen van Alberto. Frappant en natuurlijk logisch zijn dat de gebeurtenissen in zijn leven zulk een grote invloed hebben op zijn werk.
In een klein huiskamer restaurantje eten we uitzonderlijk goed. De kok kookt de sterren van de hemel en de rekening is de helft van Nederland. La p’tite souris is om te onthouden.
Alberto Giacometti wordt in 1901 geboren in Val Bregaglia, Zwitserland en groeit op in Stampa, een dorp daar niet ver vandaan. Als zoon van een postimpressionistische schilder wordt hij al jong aangemoedigd zich te ontwikkelen als tekenaar, schilder en beeldhouwer.In 1919 en 1920 zat hij op de Kunstacademie in Geneve. Hij heeft daarna ook een tijd in Parijs gewoond, waar hij onder meer bevriend was met André Masson en later Picasso.
In zijn vroege schilderijen, waaronder zijn zelfportret uit 1921, is duidelijk de invloed van Cézanne zichtbaar.
Na een studie in Geneve verhuist hij naar Parijs en gaat aan de Académie de la Grande Chaumière in Montparnasse studeren. Na experimenten met de kubistische vormentaal en die van de primitieve Afrikaanse kunst (waaronder ´Lepel vrouw´ uit 1926) begint hij surrealistische werken te maken.
Wanneer Giacometti zijn werk ´opgehangen bol´ exposeert wordt hij ontdekt door de surrealisten en er volgen meer surrealistische meesterwerken waaronder ´Het paleis om 4 uur in de ochtend´ en ´Het Onzichtbare object´. Na 1935 keert Giacometti de surrealistische beweging de rug toe.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt duidelijk dat Giacometti een nieuwe weg ingeslagen is. Hij creëert langgerekte uitgemergelde figuren en mede door zijn huwelijk met Annette Arm, die graag voor hem poseert, wordt voortaan de menselijke verschijning een van zijn hoofdthema´s. Zijn figuren worden vaak in verband gebracht met de existentiële beweging van o.a. schrijver en filosoof Jean Paul Sartre, met wie Giacometti bevriend was.
Aan het einde van zijn leven, in 1965, bezoekt hij New York, waar het Museum of Modern Art een expositie van zijn werk inricht.
In de surrealistische werken van Giacometti spelen het onbewuste, dromen, erotiek en geweld een grote rol. De dunne verticale figuren zijn kenmerkend voor zijn werk van na de Tweede Wereldoorlog.
Are you stealing this ship?
Vrijdag, 23 september 2015.
Vannes
Gisteren om 18.00 uur vertrokken uit Vlijmen en vanochtend om half vier aangekomen. De omzwervingen van de Queen B zorgen voor een flinke heen en weer reis naar huis en in de avond vertrekken, is natuurlijk niet de beste tijd. Na een zware dag op het werk en vervolgens tien uur sturen. Met een goed gevoel, heelhuids aangekomen maar vervelend dat de code van het hek veranderd is zodat stiekem via een hekje en via de voorpunt van het schip, met de verwoeste duim, op de steiger komen.
Bij het aan dek stappen van de Queen B komt de buurman in zijn onderbroek naar buiten en vraagt aan Karen, op zijn Engels, of we het schip aan het stelen zijn. Na de ontwapenende lach en antwoord van Karen gaat de Engelse eigenaar van een typisch Engels rommelschip weer naar zijn kooi. Snel een stroomverbinding maken want de accu's zijn helemaal leeg. Het bewaarheid mijn vermoeden dat ze de beste tijd gehad hebben.
We slapen een diepe slaap maar ben toch op tijd wakker om de ingesleten dingen te doen, die je denkt te moeten doen. Telefoontje naar het bedrijf en naar mijn Vader om vervolgens stokbrood halen voor Madame Karen.
In de kuip eten ondanks de frisheid, het doet het bootjesleven eer aan.
We gaan op zoek naar het nieuwe huis van Yvon en Marie-France en hebben bij de kweker een pruimenboom gekocht, als attentie voor hun nieuwe huis. Richting Sarzeau maar krijgen de straat niet gevonden waar het huis staat en dwalen door de straatjes en de omgeving. Het lijkt erg op elkaar en zien verschillende plekken waar we denken, geweest te zijn. Jammer want we hadden ze graag spontaan verrast. Bezoek aan de jachthaven van Crouesty en komen tot de ontdekking dat de tweedehands show, of de show van de ingevaren zeeschepen, nog moet beginnen.
De rest van de dag rustig aan doen en koken aan boord. Bij het opstarten van de boordcomputer breekt er een stekker van een kabeltje af en spurt snel naar een supermarkt voor een vervanging. Het TV scherm, uit het schroot, blijkt het ineens veel beter te werken. Na het eten, internet verbinding van de haven geïnstalleerd en ook deze blijkt gerepareerd. Met het kleine kacheltje stand-by is het comfortabel aan boord.
Carcrash
Maandag, 28 september 2015.
Vannes.
Onderuitgezakt zitten we in de kuip na een lange dag van werken, aan de voorbereiding van het vertrek morgen terug naar huis. Ik zit in mijn boek te lezen en hoor een flinke klap met glasgerinkel. Ik kijk op en zie nog net dat een witte auto omdraait en op zijn kop tot stilstand komt aan de overkant van de haven. De bezoekers van café Le Vent d’Est lopen snel naar de wagen en helpen de passagier uit zijn gordels terwijl de bestuurder er zelf uit kruipt. Gelukkig op het eerste oog geen ernstige zaken, maar het is wel een bijzonder gezicht. Gisteren een verwoeste duim en nu een “Carcrash”.
We liggen hier eerste rang voor wat betreft de niet geplande evenementen. De politie is snel ter plaatse en snel volgt de kraanwagen. De kraanwagen draait de droom van de jongelui om tot een wrak op wielen en sleurt deze als een prooi op de laadvloer, zonder enig medelijden of rekening houdende met de voorkoming van een extra krasje. De twee inzittenden zijn na de verklaring aan de politie en het afgeven van de auto maar een wijntje gaan drinken bij het Café “Wind uit het Oosten”. Kwamen daar ook niet de wijzen vandaan?
Een mooie afsluiting van een dag werken aan het schip. Karen maakt enkele hoezen over de lieren en repareert de groene hoes over de stuurautomaat. Ik word erop uitgestuurd om een paar naaimachinenaalden te halen en moet me zelf redden op zijn Frans. Ik ga me steeds meer thuis voelen in Vannes.
Duim uit zijn verband.
Zondag, 27 september 2015.
Vannes.
Een motorschip komt aanvaren met drie mensen aan dek. Vrouw met pikhaak op het voordek en een koppel onervaren met varen in het gangpad. Karen loopt naar de steiger om galant een lijntje aan te nemen. Het schip komt wel erg vreemd op haar afvaren en ziet het anker recht op haar afkomen met behoorlijke gang zodat ze moet bukken om het anker te ontwijken en vervolgens schiet het schip vol gas door en ramt tegen de steiger en de trap. De trap wordt van de steiger afgeduwd en er ontstaat schade.
De schipper in totale paniek zet de motor in zijn achteruit en vaart het schip volgas de box uit. Vervelend is dat de onervaren man in gangpad, met lijntje in zijn hand, het touw blijft vasthouden en snijdt hierbij een flinke jaap in zijn duim. Ik zie de man zijn hand schudden van de pijn en ontsteltenis, van wat hem overkomen is. Ik spring uit de kuip omdat ik nu wel zie dat het hier helemaal niet goed gaat.
Het schip komt gelukkig onder controle en neem de lijn aan en zie dat het hele gangpad onder het bloed zit. Er is geen verbanddoos aan boord zodat Karen snel de doos met plakkers van ons haalt. Ik zwachtel de duim in met een verband en de dame die er naast staat ziet me meteen aan voor dokter. Zo snel mogelijk ontkennen en de man doorsturen naar het ziekenhuis voor de nodige hechtingen. Ze beloven me, het slchtoffer zo snel mogelijk naar de eerste hulp te brengen maar we constateren later dat de man nog zeker twee uur hulpeloos op het achterdek staat, met duim omhoog te wachten totdat de schipper eens tijd heeft om hem weg te brengen. Ik kan het niet laten om me hieraan behoorlijk te ergeren. Het lijkt wel of de reparatie aan de trap belangrijker is dan de geëxplodeerde duim, want zo zag die duim er wel uit.
Bertus, Bertus, ik word geroepen en dat is vreemd. Ineens zie ik het gezicht van Yvon om de hoek en ben blij te zien dat het hem goed gaat. Zo ook Marie-France die snel aan boord komen voor een kop koffie en om bij te praten. Het is een leuk weerzien en we worden uitgenodigd om met hen vanmiddag de omgeving te verkennen. Na de koffie rijden we naar het huis in aanbouw van Marie-France en maken een wandeling langs de oesterputten van de Golfe du Morbihan. Mijn Frans word behoorlijk op de proef gesteld maar met handen en voetenwerk kom ik er vaak uit.
Het grote probleem is het verstaan. Die Fransen praten me toch snel. Yvon blijkt een marine man te zijn geweest en heeft de hele wereld gezien in het leger maar ook met zijn zeilboot. Met pijn in het hart heeft hij zijn Narcose verkocht en een moorbootje om te vissen gekocht. Hier heeft hij erg veel spijt van en wil zo snel mogelijk die motor weer inruilen voor een kleiner zeilschip.
Yvon heeft jammer genoeg nogal wat last van de rug en schouder, Marie-France heeft last van zeeziekte en vindt het varen op zee niet leuk. Ik zie Yvon allerlei tussenoplossingen bedenken om toch samen te kunnen zijn. In de avond eten we bij hen thuis en ik word totaal suf gepraat. Ik wordt moe van de waterval Frans en nieuwe indrukken.
Kreeft en oesters
Zaterdag, 26 september 2015.
Vannes.
Uitgebreide markten tussen de vakwerkhuizen in middeleeuwse stijl. Een Vismarkt in de vishal, een groentemarkt en vlees in een andere hal. De stad leeft en heeft een duidelijke regio functie. Het is alsof heel Zuid Bretagne naar hier komt, voor een wekelijks dagje uit,in de grote stad.
Allerlei achterstallige kleine klusjes aanpakken zodat we langzaam, aan een wat rustiger tempo moeten gaan wennen. We lopen door de stad en halen boodschappen om vanavond te koken. Het is niet duur en voor ons heel bijzonder. Een kreeft verdwijnt in de bouillon en wordt schoongemaakt lauwwarm opgediend nadat we de heerlijke oesters eerst soldaat gemaakt hebben. Het leven is zo slecht nog niet. In de avond maken we een uitgebreide wandeling door de stad in de Charles Dickens of de Efteling stijl. Op een terras heerlijk mensen kijken.
Ben blij met het afwerken van de klussenlijst. De installatie van een antenne aan de tuner, doorkoppelen van de antenne naar de autoradio, accumeter aansluiten en de nieuwe diode van de zonnepanelen. Steeds meer controle en elektronica aan boord. Het zal wel weer uitnodigen tot nieuw onderhoud en reparaties.
Dat moet ik mijn moeder vragen.
Vrijdag, 25 september 2015.
Vannes
Op het havenkantoor worden we telkens met open armen ontvangen en krijgen allerlei informatie. We besluiten hier te blijven liggen voor de komende periode. Een ligplaats is nog niet toegewezen, maar we kunnen langs de Beneteau blijven liggen. Jammer, dat er vannacht nogal wat glasgerinkel was te horen maar dat bleek van een de eenzame dronkaard te zijn, die met zijn scheepje achter ons lag. We hebben er verder geen last van gehad, anders dan wat hoofdschudden en mezelf gelukkig prijzen dat ik die hoeveelheden drank niet hoef te nuttigen om me goed te voelen.
Nu de beslissing gevallen is, besluit Karen om de auto op te halen. Ik maak me nuttig aan boord door allerlei klussen aan te pakken. Op de kade lees ik van Florence Arthaud en word stil van het avontuur dat ze beleefd heeft. Ze is tijdens een tocht in het water gevallen zonder zwemvest maar door haar moeder te bellen, is er een reddingsoperatie op touw gezet en uiteindelijk gered. Het zal wel een emotioneel gesprek zijn geweest, tijdens de onzekere periode of ze het wel zou halen. Uiteindelijk komt ze op 57 jarige leeftijd om, bij een helikopter ongeluk in Argentinie, samen met nog 17 andere Franse sporters.
Hieronder een kopie van de Wikipedia:
Florence Arthaud Boulogne Bilncourt 28 oktober 1957, overleden in Argentinië,9 maart 2007) was een Franse zeilster en een van de weinige vrouwelijke topzeilers. Ze nam deel aan vele trans-Atlantische wedstrijden, wat haar de bijnaam "Petite fiancée de l'Atlantique" opleverde.
Haar vader, Jacques Arthaud, was de directeur van een uitgeverij die onder meer de boeken van bekende zeilers als Eric Tabarly uitgaf. Met zijn steun begon ze op jeugdige leeftijd met zeilen. Op haar achttiende voltooide ze haar eerste overtocht van de Atlantische Oceaan samen met Jean-Claude Parisis.
Ze nam in 1978 op haar twintigste deel aan de eerste editie van de Route du Rhum, de solo-zeilwedstrijd over de Atlantische Oceaan. Ze werd elfde. In 1986 onderbrak ze deze race om Loic Caradec te zoeken, van wie niets meer vernomen werd. Ze vond zijn gekapseisde catamaran Royale, maar Caradec zelf werd niet teruggevonden.
In 1990 verbeterde ze met haar trimaran Pierre 1er het record van de overtocht van de Atlantische Oceaan van west naar oost voor solozeilers tot 9 dagen, 21 uur en 42 minuten, een verbetering met bijna twee dagen van het vorige record van Bruno Peyron. Ze won dat jaar de Route du Rhum met Pierre 1er in 14 dagen, 10 uur en 10 minuten. In 1990 werd ze ook lid van het comité van de Jules Verne Trofee voor de snelste reis om de wereld met een zeilboot.
In 1992 werd ze tweede in de Transat Québec-Saint-Malo.
Arthaud ontsnapte in 2011 aan de dood toen ze 's nachts overboord viel ter hoogte van Cap Horse. Ze slaagde erin met haar mobiele telefoon haar moeder te verwittigen. De hulpdiensten konden haar twee uur later terugvinden dankzij de hoofdbandlamp die ze droeg en de geolocatie van haar mobiele telefoon. Ze was onderkoeld maar kon de dag nadien reeds het ziekenhuis verlaten.
Arthaud kwam in maart 2015 op 57-jarige leeftijd om het leven bij een helikopterongeluk in het noordoosten van Argentinie, tijdens de opnamen voor het televisieprogramma Dropped.
Een leven vol met verhalen en belevenissen.
In de Middeleeuwen
Donderdag, 24 september 2015.
Le Crouesty – Vannes
Ingespannen de omgeving in je opnemen en verwonderen over de snelheid van de stroming die we hier ondervinden. De Queen B gaat sneller over de kaart dan de vinger op de kaart kan bijhouden en prijs me achteraf gelukkig dat ik gisteren een goed gedetailleerde kaart van dit water heb gevonden. Het zou zonder kaart zelfs gevaarlijk zijn om hier te varen. Ik ben onder de indruk van de prachtige omgeving, de eilandjes, de rotsen, de stroming die over drempels giert en de vele mooie ankerplekken. Witte boeien die vrij zijn op te pikken en je kunt in de luwte van de 365 eilandjes tot rust komen. In de Golfe du Morbihan heb ik het zeil gezet en we drijven met de stroom en het beetje wind mee de golf in op weg naar Vannes. We hebben een plekje gereserveerd in de haven en krijgen te horen dat de sluis één keer per uur draait. Wat een geluk dat de Fransen het niet zo nauw nemen met de tijd zodat we om kwart over drie met flinke vaart de sluis nog halen.
In de haven aan een gastensteiger, langszij een grote Benetau, bij de havenmeester overleggen. Ik zie Karen een uur later terug met de boodschap dat we morgen weten of we kunnen blijven. Een uiterst vriendelijke havenmeester met ellenlange verhalen en meer dan super gedienstigheid, heeft wel enige tijd nodig om garen op de klos te krijgen. Na de inschrijving gaan we een wandeling maken naar de stad. Vannes heeft de Middeleeuwen nog in de ziel zitten en ik waan me in de riddertijd. Ik kan me zo voorstellen dat paard en wagen door de straatjes slingeren terwijl de uitstalling van de winkeltjes in de straten staan. Hier is het mooi en voel me meteen thuis. De gemoedelijkheid, de winkels met de fijnste eetwaren maken me dat ik me in Luilekkerland bevind. Op de kade staat een tentoonstelling met Florence Arthaud ik loop er langs en kan haar nog niet plaatsen.
mikado van masten
Woensdag, 23 september 2015.
Le Palais – Le Crouesty
Met stralend weer wachten in het “Bassin” op hoog water zodat we rond de middag kunnen vertrekken. Nog snel een boodschap, een koffie op het terras in het dorp en terug naar de Queen B om dit wonderschone eiland te verlaten.
Tegelijk met de overbuurman de box op weg naar de open staande brug. In totaal vier schepen varen we naar buiten, waar geen spat wind staat. Ik houd de motor bij en steek over naar de “Passage de la Teignhouse”, om de Baai van Quiberon in te varen. De almanak belooft weer allerlei mogelijke gevaren en stromingen maar met dit weer is er niets van te merken.
Even later bedenk ik me over de doorgang Teignhouse en gebruik een andere doorgang, Passage du Beniguet, om naar het eiland Houat te gaan kijken.
Houat is een eiland met vissersplaatsje en een mooie ankerplaats, voor mij een beetje te onrustig omdat ik hier in de wind geankerd zou liggen aan lager wal. Deze ankerplek houd ik in gedachte. Toch maar naar Le Crouesty.
In Le Crouesty moet Yvon en Marie-France liggen met de Narcose. De Narcose is mijn buurschip geweest in Las Palmas en sindsdien hebben we een vriendschap. Yvon heeft eens een foto gestuurs hoe de Narcose aan een boei ligt op een prachtige rivier zodat ik een wat vertekend beeld heb van wat ik hier aantref.
Le Crouesty is een mega grote haven met veel winkeltjes. Een centrum van zeilers en eeuwige liggers. Karen was tijdens de tocht al niet lekker maar ook nu aan wal is ze behoorlijk zwak zodat ze snel terug gaat om in bed te komen. Ik loop over het haventerrein en verwonder me over de toeristische winkeltjes. In een klein winkeltje vind ik eindelijk een kaart van de Golfe du Morbihan.
Morgen Yvon bellen dat we aangekomen zijn want om hier de Narcose te vinden tussen deze mikado van aluminium mastjes in onbegonnen werk. Het bevalt me wel in deze haven zodat we tijdens de avondkoffie de mogelijkheid opperen om hier te blijven liggen. Bij informatie bij de havenmeester blijkt dat niet mogelijk te zijn omdat de haven een maand gereserveerd is als verkoophaven voor gebruikte schepen. We moeten een andere haven zoeken. Een Nederlandse buurman die al langere tijd hier ligt adviseert verschillende haventjes. We kiezen uiteindelijk om in Vannes te gaan kijken en zullen Yvon later wel bellen.
eerbetoon aan Vauban
Dinsdag, 22 september 2015.
Le Palais
Het plan is om een fiets, bromfiets of Buggy te huren om het eiland te verkennen maar het regent bij het wakker worden. Dat lijkt me niet het beste weer om een eiland te verkennen maar tijdens het ontbijt zie ik enkele blauwe plekken in het plafond van de wolken. Regenjas mee en melden ons bij het verhuurbedrijf maar bij de vraag om de credit card in te leveren weiger ik. Bij een volgend verhuurbedrijf is het allemaal vriendelijker en gemakkelijker. Mijn creditcard nummer wordt opgeschreven als borg en kan de 50cc Vespa zo meenemen. Prima scooter maar het geluid is onbeschrijflijk. Ik dacht werkelijk dat mijn gehoor weer terug is, een kettingzaag op wielen maar dan één die een boom van 5 eeuwen in kachelhout aan het veranderen is.
Even wennen met het rijden maar het went snel. Slalom scooteren door het land rijden we van de ene mooie baai naar de andere. Op de kop van het eiland waar een bekende actrice Sarah Bernhard gewoond heeft, is het een adembenemend schouwspel. De golven worden door de windkracht 6 opgebouwd en vallen met een donderend geraas op de rotspunten voor het eiland. Het witte schuim is witter dan op de reclame van de diverse wasmiddelen. De geur van zeewater, stuifwater en de wind die je gezicht flink afkoelt is een heerlijk zeemoment. Veel bustoeristen maken hetzelfde mee.
Het landschap is heuvelend met dorpjes die honderd jaar geleden uitstralen. In een dorp stuiven we door de onverharde straat en de kippen fladderen voor gevaar voor eigen leven van ons weg. Het is dat er hier auto’s staan anders had ik gedacht dat er enkele holbewoners vergeten waren. In Bangor eten we een Pizza en rijden daarna met knetterend geweld naar de oostzijde van het eiland. Hier zijn prachtig witte stranden maar het is te koud om een duik te nemen. Om vier uur leveren we de scooter in en drinken een kopje koffie op het terras, in de avond maken we nog een wandeling door het leuke stadje aan de voet van de vesting van Vauban.
Napoleon heeft het hart van Vauban verplaatst van zijn graf naar Parijs, om het daar bij te zetten uit eerbetoon. Ik zou wel eens willen weten wat Vauban hier zelf van gevonden zou hebben. Teveel eerbetoon.
Met de groeten van de Ruyter en Tromp
Maandag, 21 september 2015
Sauzon – Le Palais.
Karen belt naar de havenmeester voor de schuttijd naar het bassin in Le Palais. Het blijkt om kwart over negen te beginnen tot 12 uur. We maken los van de boei en varen met laag toerental naar de plaats verder op Belle Ile. Een prachtig glooiend landschap beginnend met kaal gespoelde rotsen voor de hoge kustlijn. We zijn om half tien voor de sluis en worden door een charmante havenmeesteres in een rubberboot naar een wachtplaats aan het fort Vauban gestuurd. Ze vindt zichzelf erg stoer want ze racet volgas, staande in de rubberboot met wapperende haren als een Jeanne d’Arc de aanwijzingen te geven waar de andere schepen zich helemaal niet aan houden. Na een half uur komt ze volgas vertellen dat we naar de brug kunnen om in het bassin te komen. Bij de brug horen we dat boxnummer 39 voor ons is. Met enig gelaveer tussen slordig vastgelegde schepen komen we aan bij een prima ligplaats. Volgende keer wel een maandje sparen om hier een dag te mogen liggen.
Le Palais is een leuke plaats. De huizen zijn om de twee natuurlijke havenkommen gebouwd. Terrasjes, restaurants, souvenirwinkeltjes en een dagelijkse markt maken een leuke sfeer. Bovenons steekt het fort Vauban boven ons uit. Belle Ile, nu 5000 inwoners, is al heel lang bekend als de plaats van de Galliers en door de Romeinen bezet tot 409 na chr. Tussen 905 en 910 geplunderd en ontvolkt door de Vikingen. In 1006 is het eiland aan de Graaf Bretagne toegekend. In de 16e eeuw is Bretagne en ook Belle Ile onder het koninkrijk Frankrijk gekomen. Henri II heeft er een fort laten bouwen op de resten van de abdij. Lodewijk XIV stuurde er de geniale fortenbouwer Vauban naar toe om er een echt fort te bouwen. Het fort Vauban is dan ook een bezoek waard en als je ziet hoe de man de gebouwen heeft geplaatst en de hoeken heeft geplaatst zodat er altijd schootsveld was vanuit het fort. Toch hebben de Engelsen het weten te bezetten in 1761, niet door een rechtstreekse aanval maar door een maand uithongeren.
De Hollanders hebben hier op het eiland ook nog even huisgehouden en vermoorden 1500 mannen, beroven de huizen en kerken en varen met de buit weg. Michiel de Ruiter en Tromp zijn hier niet zo geliefd.
Ik geniet van het muffe vochtige museum met veel wetenswaardigheden en kijk met geïnteresseerde blik naar de spitsvondigheden van de strateeg Vauban. Na het bezoek aan het fort lopen we terug naar de stad en drinken een kop koffie aan de haven. Met een hand vol foldermateriaal rijker is het leuk terugbladeren van wat je al gezien hebt. Eigenlijk eerst al het foldermateriaal lezen en dan kijken. Het begint behoorlijk te regenen zodat we met een nat pak terug aan boord komen.
Tussen de bedrijven door toch nog snel even een stekker van de marifoon repareren maar krijg de AIS ook aan de praat. We liggen netjes op Belle Ile volgens Marinetraffic en niet meer op Alderney.
Blaren van het trekken
Zondag 20 september 2015.
Kernevel – Sauzon.
Er is heel weinig wind voorspeld en het blijkt ook nog te kloppen. We willen naar Ile de Groix. Het schijnt een prachtig eiland te zijn voor de monding van de rivier naar Lorient en omdat we hier voor een langere periode blijven tijd genoeg om eens uitgebreid te bezoeken.
Wie Groix ziet, ziet zijn vreugde. De kerk heeft een tonijn als windwijzer en was een verwijzing naar de tijd dat Ile Groix een vloot van meer dan tweehonderd tweemasters had voor het vissen op tonijn. Ik lees in een boekje dat je niet moet denken dat Groix een oorsprong heeft van de Grieken maar het heeft te maken met het overmatig koffie gebruik van de dames in de Gouden tijd. Grec in het Bretons koffiekan en Or de gouden tijd. De koffiekan is dan ook een voorwerp dat prominent aanwezig is het foldermateriaal en souvenirwinkels.
Jammer dat we het allemaal niet hebben gezien en meegemaakt want de haven is overvol en kunnen geen redelijke plaats vinden zodat we snel besluiten om voor Belle Ile te kiezen. 22 Mijl motoren op een spiegelgladde zee halen we de Bolle in. Vlak onder het eiland lijkt me Sauzon wel een aardige bestemming en zie op de kaart dat er boeien liggen om aan te meren. Er liggen een tiental schepen aan de witte kunststof boeien en wij maken ook vast. Een havenmeester komt met vliegende vaart aanvaren om de havenpenningen te innen. Dat is niet mis hier, we betalen meer dan in een haven met walaansluiting water en stroom.
Ik haal voor het eerst dit jaar, met een goed humeur, de rubberboot uit het schip en de buitenboordmotor. Oppompen van de rubberboot gaat uitstekend, nog steeds goed humeur. Uithalen van de buitenboordmotor gaat prima en het vastzetten in de rubber gaat ook prima. Maar dan….het aantrekken van een onwillige pruttelpot is minder. Bougie uitschroeven, choken, gashendel minimum dan maximum, van alles uitgeprobeerd maar de motor heeft geen zin zodat ik het opgeef. Minder goed humeur en een ontvelde vinger stappen we in de rubberboot en roei naar de wal waar ik erachter kom dat ik mijn schoenen vergeten ben.
Met blote voeten op verkenning in het dorp en kom als een pelgrim barrevoets in de kerk. De vloertegels van de kerk doen weldadig aan in vergelijking met de steentjes in de straat.
Een koffie op het havenhoofd en daarna terug naar de boot om een heerlijke avond te beleven wiegend achter een tonnetje midden op zee net buiten het havenhoofd. Langzaam gaan alle lampjes in de buurschepen uit, en alleen de toplichtjes zie ik zwaaien naar de sterrenhemel
met 40 knopen over het water.
Zaterdag, 19 september 2015.
Vastgebonden met een veiligheidsriem zit ik op een bankje te kijken naar een drie dimensionale film. Ik leef me in als roerganger van een zeil-racemachine en beleef woeste zeeën met een formidabele snelheid. Het water spat over het dek en krijg een spuit water over het gezicht. Een klein ventilatortje laat de druppels op mijn gezicht verdampen en simuleert de wind die over het dek staat. Mijn bemanning is op het voordek aan het klungelen en de mast breekt. De top van de mast komt gevaarlijk bij mijn hoofd en de masttop valt net voor mijn rode drie-D brilletje. Dat was een leuke simulator en de toef op een leuk museum.
Het museum als eerbetoon aan Eric Taberly is niet alleen oproepen van gewonnen palmares maar ook een tentoonstelling hoe een zeilboot tot stand komt.
Zeilmakerij met de allermodernste materialen die met behulp van een computer uitsgesneden worden en op een mal vastgelijmd en gestikt worden, waar de zeilmaker in een soort van een draagbaar hangend aan het plafond, over het oppervlak zweeft om zijn vak uit te voeren. Computermodellen voor de constructie van rompen en meerrompen zoals catamarans en trimarans. Er zijn fimpjes te zien waar een 60 voet trimaran zich uit het water tilt en als een vliegmachine snelheden van 40 knoop bereikt. De bemanning mag niet meer zonder integraalhelm varen, alsof je naar een astronauten film zit te kijken. Verschillende filmpjes laten ook zien dat het regelmatig niet goed gaat. Miljoenen investeringen slaan dan over de kop. Carbonmasten breken als luciferhoutjes, mensen vallen als poppetjes van de boot in het water. Wat hier gebeurt in de kraamkamer van de nieuwe generatie zeilsport is ongelooflijk en ongekend.
Met een warm gevoel van enthousiasme van hetgeen ik gezien heb rijden we een rondje over het terrein achter het museum en zie verschillende racemachines op een bok staan waar verschillende mensen aan het werk zijn om te repareren of te ontwikkelen. Hier gebeurt het allemaal in het echt. Moe van het kijken en beleven rijden we terug naar de boot en haal nog enkele boodschappen om aan boord te koken. De koffie drinken we bij de Bolle die hier maar niet wegkomen vanwege het wachten op een pakje. Helemaal gelukkig zitten ze in de kuip want het pakje is met veertien dagen vertraging vanmiddag aangekomen. Mark verteld trots dat de onderdelen in het pakje al verwerkt zijn.
Wat er overblijft is alleen de verpakking.
500.000 m3 beton.
Vrijdag, 18 september 2015.
Kernevel
Na een lange dag in de auto komen we laat aan, in de haven van Kernevel. Het wakend oog van de twee adelaarsvilla’s hebben goed werk gedaan want de Queen B ligt heerlijk te wiegen in het spiegelgladde water van de haven.
Lorient op de Oostoever van de rivier Scorff en de voorsteden liggen verspreid rond de natuurlijke inhammen, met haveninstallaties, oude marinecomplexen en insteekhavens van de tweede visserijhaven van Frankrijk. De naam Lorient wijst op haar binding met het Oosten, want de stad was ooit de zetel van de Franse Oost-Indische Compagnie, met in de 17e eeuw de belangrijkste scheepswerven voor de zeilvaart. Lorient was tijdens de tweede wereldoorlog de duikbootbasis van de Kriegsmarine net als St Nazaire, La Rochelle en Bordeaux.
De eerste U-boten kwamen al in juli 1940 voor reparatie. Lorient is vaak en totaal gebombardeerd. Al op 2 september 1940 werden de werven gebombardeerd door de Engelsen, een tweede bombardement op 27 september was gericht op de stad, zodat de Duitsers 15000 mensen aan het werk zetten om een stad en werf onder 500.000 m3 beton te creëren. Fritz Todt, de hoofdarchitect van de Atlantic Wall, wist met de aantallen kubieke meter beton en de vorm een drietal hallen te bouwen die bestand waren tegen de aanvallen van de geallieerden.
Roedeltechniek
Zaterdag, 5 september 2015.
Lorient - Kernevel
Een schip ramt met zijn boeg de hekstoel van het buurschip. Drie man moeten het anker lostrekken van de achterreling en er is duidelijk schade. De schipper geeft volgas en ramt nog een schip. Bij het uitvaren van het dok kijkt hij quasi onnozel de havenmeester aan. De havenmeester, die het allemaal gezien heeft, doet net of hij niets gezien heeft en laat de brokkenmaker doorvaren. De eigenaar van de schade zal het wel ontdekken als hij met goede zin aan boord stapt. Die goede zin zal wel verdwijnen, als juist de havenmeester dan zal verklaren dat hij van niets weet. Ik voel me hier helemaal niet op mijn gemak en besluit dan ook weg te varen. Karen gaat afrekenen met geld in een enveloppe en na wat gepruttel over ligplaatsen neemt hij de enveloppe aan en steekt deze zonder schaamte gewoon in zijn zak. Later komen we er ook nog achter dat hij de Queen B niet ingeschreven heeft in het algemene register zodat de centjes een echt “Pourboire” karakter krijgen.
Ik vaar eerst naar de overkant maar door enig onduidelijk marifoonverkeer verstaan we, dat het beter is naar een andere haven te varen. Later blijkt dat de 5 havens in deze baai of rivierarm met elkaar verbonden zijn, maar het komt niet gastvrij over als je van het kastje naar de muur gestuurd wordt.
Hoe anders is de sfeer en ontvangst in Kernevel. Zeer correct een box toegewezen, vriendelijke ontvangst bij de havenmeester die je alle tijd geeft voor informatie. En dat onder de bescherming van een prachtig herenhuis.
Dit herenhuis, La Villa Kerlilon, blijkt de voormalige woning te zijn geweest van Commandant Karl Dönitz, de laatste Fϋhrer van Nazi-Duitsland. Dönitz heeft hier gewoond met zijn familie van 1040 tot 1942. Dönitz had al een hele staat van dienst in de eerste wereldoorlog en schreef toen al zijn verschillende theorieën hoe je het best een konvooi kon aanvallen met de zogenaamde roedeltechniek.
Günter Hessler vertrok vanuit de basis Lorient, Frankrijk, omstreeks 19.30 u op 29 maart 1941, die tot één van de meest succesvolle patrouille van de hele oorlog tegen de geallieerde koopvaardij zou worden. Hij verliet samen met de U-94, onder bevel van kapitein-luitenant Kuppisch, de onderzeebootbasis en vertrokken richting zuidwaarts. Hun operationele gebied was rond de Canarische Eilanden en in de buurt van Freetown. Daar bracht de U-107 14 vrachtschepen met een totaal van 86 699 ton tot zinken, te beginnen met het Britse vrachtschip SS Eskdenedat getorpedeerd werd door twee voltreffers en uiteindelijk tot zinken werd geschoten door 104 granaten van het zware 195-mm dekkanon. Het grootste schip dat tot zinken werd gebracht op deze patrouille was het Britse vrachtschip Calchas van 10 305 ton.
Het is merkwaardig dat je zomaar met je bootje een jachthaven binnen vaart en dat je in een tijdmachine verdwaalt. Lorient is niet alleen het zeilracemachine gebied maar ook een uitvalsbasis voor duikboten.
Bij de uitgebreide informatie van de havenmeester blijkt dat het moeilijker is om te reizen op zondag dan op zaterdag of maandag. Voor vandaag is het beste om over twee uur te vertrekken. Dat is even slikken maar we worden ineens heel actief, in opruimen en de boel havenvast zetten. Twee uur later zitten we in de trein, na een heel interessante uitleg van een taxichauffeur over de omgeving maar daarover later meer. Laat in de avond komen we aan in Cherbourg waar we de auto keurig zien staan te wachten. Morgen naar huis.
Puur geluk, net mis.
Vrijdag, 4 september 2015.
Concarneau - Lorient
In de mast van een raceschip hangt een jongen die bediend wordt met een emmer vol bier. Een vrije val zorgt voor de aan en afvoer met het hijsen van een puts(emmer) van het gerstenat, het gereedschap en een fototoestel. Een paar foto's vanuit de hoogte van de volle kuip met de vele drinkende bemanningsleden zijn snel gemaakt maar er wordt wat langduriger stil-ge"hangen" bij het maken van een ruime serie Selfie's.
Het lijkt leuk om zoiets te zien maar ik frons toch mijn wenkbrauwen want er ontstaat wel een gevaarlijke situatie. Na 4 of meer flessen bier wordt de jongen omlaag gelaten en de jolige club haalt nog even de emmer omhoog om deze in vrije val, op de langs de mast afdalende jongen te laten vallen. Aan het hoongelach in de kuip gemeten, wordt dit als speciale leuke Franse humor beschouwd.
Hier is het een wanorde eerste klas, want de gekste schepen komen aan, die het niet zo nauw nemen met aanmeren. Het ligt er allemaal schots en scheef en de havenmeester helpt er, door zijn vreemde gedrag, aan mee. De man is totaal ongeïnteresseerd en onbeleefd. Geen antwoord op vragen of een houding van wat kan mij het schelen. Karen ergert zich blauw. Op de vraag of we langer kunnen blijven, krijgen we een positief antwoord maar op de vraag waar we dan kunnen gaan liggen antwoord de man dat hij dat pas maandag kan zeggen. Tja, maar we willen zondag weg en we hebben geen zin om 5 dik aan de kade te liggen. De man springt uit zijn vel waar wij het lef vandaan halen om zoveel eisen te stellen. Karen laat het erbij maar wij hebben de beslissing genomen, morgen een andere plaats.
Vanochtend in Concarneau, een leuke tour door de stad gelopen. De romantiek en het ridderlijke straalt je tegemoet in de Close Ville van Concarneau. We lopen door de straatjes en bezoeken enkele souvenirwinkels. Het valt ons op dat er zoveel messen en andere wapens vrij verkocht worden. Op een terras een kop koffie met wifi en even de rust om contact te hebben met het werk. Rond halftwaalf vertrekken naar Lorient.
Het is weer het betere motorwerk en dat maakt je lui en suf. Stuurautomaat aan en motor vol aan. Boek in de hand en af en toe eens kijken. Te weinig waarschijnlijk want ineens zoeft er een visser op twee meter langs de stuurboordzijde. Ik schrik me kapot en realiseer me einde reis als we twee meter naast de koerslijn gevaren zouden hebben. De zee is nog zo groot maar als het tegen zit is het toch net iets te klein. Het blijft lang bij me het voorval en bedenk me allemaal wat er had kunnen gebeuren als je met volle vaart en twaalf ton midscheeps op een klein vissersvaartuig aan knalt. De visser kijkt meewarig op, gestoord in het ophalen van zijn netten.
In de buurt van de rivieringang van Lorient zie ik op de AIS de melding dat de Pen Duik IV hier vaart. Het is het schip van Erik Taberly. De racemachine stuift ons voorbij. Aan de bovenkant van Ile de Groix varen we de brede rivierarm op en moeten behoorlijk om de rotspuntjes laveren die prima aangegeven worden door de boeien. Het is hier een drukte van belang en het is het huidige zeilcentrum van Frankrijk. Trinité sur Mer was het eerste grote centrum maar heeft de slag verloren omdat Lorient hier speciale hallen heeft laten bouwen om de racemachines naar binnen te varen om er onderhoud of nieuwe ontwikkeling plaats te laten vinden.
De Avond blijft luidruchtig van het drankfestijn van verschillende schepen en de pont die op het laatste moment voor ons schip nog even 180 graden draait om dan met blijvende draaiende schroef aan de steiger te gaan liggen. Ik merk er niets van want ik val eindelijk als een blok in slaap.
Koelschip in brand.
Donderdag, 3 september 2015.
Camaret sur Mer – Concarneau
Het is stralend blauw aan de horizon maar blijft fris. Vandaag is er geen wind voorspeld zodat ik me instel op een dagje motoren. Om de komende dagen toch wat voortgang te maken en om in de buurt van de geplande bestemming te komen, is het niet anders. Ik zet voor de vorm de Genua om het weinige wat er aan wind is mee te nemen.
Bij de passage van Point du Raz scheren we met een 11,5 knoop over de grond de landpunt voorbij. Point de Penmarch is de volgende kaap maar ook deze gaat snel aan ons voorbij door de meegaande stroom. In de loop van de middag neemt de wind toe en kan zelfs de motor afzetten op weg naar Concarneau. We zien de plaats al in de verte liggen als er plots een hele school dolfijnen naast het schip opduikt. Ze spelen even met de boeggolf van de Queen B maar gaan er snel vandoor.
Bij binnenkomst van de haven zie ik alleen nog maar een plek vrij aan de lange gastensteiger en leg vast. Na het eten een bezoekje aan Concarneau waar verschillende goede herinneringen in mijn geheugen liggen opgeslagen. In de oude stad lopen we even rond en nemen ons voor om morgen als het wellicht wat drukker is om terug te lopen.
Aan boord begint het maar weer eens te regenen maar dat geeft niet omdat we toch naar bed gaan. Een reisdag met als klapstuk het ene moment van de dolfijnen om ons heen.
De oude binnenstad van Concarneau, "La Ville Close", is gelegen op een eiland in de natuurlijke haven en is nog geheel omsloten door de oude stadsmuren. De Ville Close is de ommuurde oude stad, waarvan de stadsmuur en toren in de 16e eeuw werden vernieuwd, en in de 17e eeuw voor de artillerie omgebouwd. Tegenwoordig bevinden zich hier vele winkels en restaurantjes waardoor het een toeristisch karakter heeft gekregen. Via een brug is het eiland verbonden met de rest van de stad.
Vanouds leeft Concarneau van de visserij. Dit is te zien is het Musée de la Pêche in de hoofdstraat van de binnenstad.
Concarneau is de derde vissershaven van Frankrijk met een flinke plaatselijke vloot, een visafslag en twee scheepswerven. De vloot bestaat uit bordentrawlers die vissen op leng, zeeduivel, rode poon en rode mul. Daarnaast vissen kleinere dagvissers met staande netten op tong en tarbot. Verder komt de grote betekenis van de sardinevangst op één na laatste zondag van augustus tot uitdrukking in het Fêtes des Filets Bleus. Regelmatig leggen in de haven van Concarneau ook grote IJslandvaarders, koelschepen, volgeladen met vis aan, in de buitenhaven voor zeeschepen. Deze koelschepen staan net in 'brand', doordat hun koelruimen open staan en enorme koude vriesdampen opstijgen uit het ruim. In grote netten en met kranen worden grote vissen op de kade gelost voor de vismijnen. Soms gebeurt het wel dat een grote tonijn daarbij uit de netmazen glipt en kletterend stijf bevroren, op de kade valt. Sommige toeristen nemen dan de staart beet en laten zich fotograferen, alsof zij hem zelf gevangen hebben.
Scheepsvrouw
Woensdag, 2 september 2015.
L’ Aberwrac'h – Camaret sur Mer.
Le Chenal du Four is bekend om zijn behoorlijke stroming en dan vooral in het zuidelijke gedeelte van het kanaal. Ik bereid me voor en lees in de Reeds Almanak dat ik met hoogwater Brest bij een bepaalde ton moet zijn. Dat betekent deze ochtend om 6 uur wegvaren. Het zit me al met al niet lekker en neem er de stroom atlas van het Livre de Bord en de stroomatlas van de Reeds erbij en kom tot de conclusie dat het beter is om pas om 0900 uur te vertrekken. Je wordt een beetje onzeker van deze tegenstelling en kijk het nog eens na. Nu besluit ik voor 0900 met de wetenschap dat twee stroomkaartjes hetzelfde zeggen en dat de opsteller van de Reeds Almanak waarschijnlijk achter zijn bureau de vaartijden heeft verzonnen.
Mijn berekening blijkt te kloppen en met een snelheid van 9 knoop varen we door een spiegelgladde Chenal de Four. De kolken draaien om ons heen met af en toe golfslag en het volgende moment spiegelglad vervaarlijk uitziend water, alsof je over een ondiepte vaart. Ik kijk op de dieptemeter en die geeft steeds een diepte van 40 meter en meer aan. Het gaat allemaal zo voorspoedig dat we de reis twee uur korter maken dan gepland.
We zien een Belgisch schip knal tegen de stroom invaren. Waarschijnlijk heeft hij de Reeds letterlijk genomen maar dan van de andere kant. Ik ga een vriend van me begrijpen die een paar jaar geleden ook tegen de stroom heeft liggen malen terwijl hij zich aan de almanak heeft gehouden.
Camaret is bekend van het bezoek vorig jaar, toen kwamen we rechtstreeks van de Azoren op het vasteland in Camaret binnen. We lopen weer naar het kerkje op de tandtong met het scheepskerkhof achter de kerk. Beter een scheepskerkhof aan de kerk dan in het diepe water van deze streek. Een gids staat uit te leggen waarom de kerk deze vorm heeft en waarom de zoldering lichtblauw is. Het is mij allemaal een beetje te gewild en ik denk dat het meer te maken heeft gehad met de goedkope verf aanbieding bij de Gamma.
Camaret heeft veel kunstenaars die allemaal de deuren wijd open hebben staan om hun waren te verkopen terwijl ze nog bezig zijn deze te creëren. Een overjarige blonde indiaan heeft een winkel met wel heel veel 60er jaren troep en ik verdenk hem dat hij nooit meer uit deze periode zal komen. Bij een restaurant drinken we een kop koffie half in het zonnetje want uit de zon is het nog steeds fris. In de haven komen steeds meer mensen die langer aan boord zijn. Zweden achter ons en de Samantha vaart al verschillende dagen met ons mee.
De schippersvrouw heeft de vorm van de boot gekregen en dat beantwoord niet helemaal aan mijn verwachtingen van scheeps. In de avond een paar rauwe oesters met wat garnalen en de avond is compleet. De verschillende telefoontjes die ik met Nederland pleeg zullen mijn programma voor de komende tijd veranderen.
Ach, het hoort er ook bij.
Rotspuntjes overal om je heen
Dinsdag, 1 september 2015.
Roscoff – L' Aberwrac'h.
Het is bewolkt en koud maar vertrekken richting Westkaap van Bretagne, om een goed uitgangspunt te hebben voor de passage van Chenal de Four. Het is een leuke dagafstand en het vertrek is weer als voor de "oude van dagen" want we kunnen vertrekken rond 10.30 uur. Vlak voor dat ik de haven uitvaar zie ik een brandstofpomp die vrij is en laadt nog wat diesel. De liters die getankt worden vallen mee, de laatste keer diesel tanken is van Vlissingen.
De wind staat met een dikke 4 BFT nog tegen zodat we bij het verlaten van de haveningang even behoorlijk wat buiswater over het dek zien voorbij rollen. Bij de Noordton draaien naar het westen en varen door een spannend goed bebakend kanaal met wel heel veel venijnig uitstekende rotspuntjes net buiten de vaarlijn. Ik moet behoorlijk attent blijven met kaart en zicht, maar voorbij Ile de Batz, wat een prachtig eiland lijkt te zijn, varen we richting west op zeil.
Heerlijk windje en stroom mee wat wil je nog meer. Ik krijg de kans om even mijn hemd uit te trekken maar dat is niet voor lang.
Bij de aankomst van L’ Aberwrac'h is het opletten geblazen. Wat een rommel aan rotsen is het aan deze kust. Bij het binnenvaren zien we een prachtige driemaster liggen aan een ankerboei maar wij zoeken toch het comfort van de haven op.
In de haven vragen we een ligplaats in een box maar krijgen een plaats toegewezen aan de langsteiger van de haven. Het ligt natuurlijk aan mijn Frans.
Het geeft allemaal niet zo veel, lang willen we hier toch niet blijven. Even de benen strekken voor een wandeling door het dorp. Oude huizen, pittoreske uitzichten over de haven met het droogvallende gesteente waar de oesterkwekers ellenlange rijen van stellages gemaakt hebben. We zien de heren Oesterkwekers, de zakken met oesters omdraaien om de heerlijkheden even wakker te schudden. Het blijkt door deze behandeling een hollere vorm te ontstaan.
Zoals de oester van Saint Vaast zijn de oesters van L’ Aberwrach culinair bekend, maar het vreemde is dat je ze in dit dorp niet kunt kopen. We krijgen er dan ook niet één te zien.
Het weerbericht is eindelijk aan het verbeteren voor de komende dagen, jammer dat er weinig wind is voorspeld. Het menu bestaat uit een heerlijk stoofpot van rundvlees aangevuld met allerlei kliekjes
initiatief van een twaalf-jarige
Maandag, 31 augustus 2015.
Roscoff
Bij het opstaan en naar buiten kijken zie ik een dik wolkendek, waar ook nog spetters uitvallen. Her heb ik geen zin in, zodat ik besluit om een dagje te blijven liggen, in afwachting van beter weer. En beter weer is morgen voorspeld.
Een bezoek aan de botanische tuin wordt meer een training Frans voor me dan dat ik echt geboeid raak door de plantjes en de bloempjes. Het is allemaal uitgebloeid en het hangt er een beetje verlept bij. Nu realiseer ik pas hoe ver we in het jaar zitten. Het is bijna herfst terwijl ik me voor het gevoel nog in het voorjaar ben. Het zal wel te maken hebben met de vreemde gebeurtenissen dit jaar en de afwisselende reizen die ik met de jongens heb gehad die het jaar gevoelsmatig kort hebben gemaakt.
Na de tuin lopen we naar het dorp en komen bij een museum van de Johnnies, dat gesloten is. Bij een oud havenkantoor staat de deur open voor een fototentoonstelling en deze blijkt over de uienfietsers te gaan. Een wat oudere mevrouw geeft ons ongevraagd een rondleiding en een heel verhaal dat zij een dochter was van zulk een uien-pedaleur. Ik maak de blits door haar te herkennen van een foto waar ze als prachtige jonge vrouw opstaat. Ik maak haar complimenten en het is dat Karen naast me staat anders was ik daar niet heel vandaan gekomen. Ik moet bekennen dat ik erg veel moeite had om haar te herkennen van de foto van de mooie jonge vrouw. Er is veel gebeurd ondertussen.
Een boodschap rijker, dat het initiatief van een jongetje van 12 die met zijn fietske een paar uien probeert te verkopen een dorp verder en daar erg veel succes mee heeft, zodat anderen het snel overnemen. Zo ontstaat een soort folklore die zowel de uien van Roscoff bekend maakt alswel de uienfietser.
Ik loop langs de droogvallende binnenhaven om te zien of ik hier droog wil vallen of dat ik het ergens anders zal doen. Het mooie weerbericht voor morgen, is de goede reden om van het droogvallen langs de kant vanaf te zien.
droog vel houden.
Zondag, 30 augustus 2015.
49˚ 14,5 N 003° 03,9 W – Roscoff.
Het blijft NW 3 en we blijven onder zeil tot 07.00 uur en dan moet de motor maar aan, om niet weer terug gezet te worden door de stroom. De almanak geeft hier een dikke 3 mijl stroom. Met mooi weer en nog 25 mijl te gaan houd ik de motor bij. Om 13.00 uur en 94 mijl verder van de laatste aanlegplaats komen we in Roscoff. Drie jaar geleden was ik hier en toen was de jachthaven nog in aanbouw. Nu een prachtige haven, achter een gigantische muur om de golven bij slecht weer buiten te houden. Het zal hier bij aanlandige wind in de herfststormen wel tekeer gaan.
Melden bij de havenmeester, ik spreek een beetje Frans maar krijg altijd antwoord op zijn Engels terug. Er gaat blijkbaar iets mis. We betalen voor één nacht en lopen het dorp in. Ik herinner me het als het dorp van de Johnnies. De Johnnies verkochten de plaatselijke uien opgebonden in een streng met de fiets in de dorpen rond Roscoff. Ze vervoerden de uien naar Engeland vandaar ze al snel de Johnnies genoemd werden, omdat de meeste mannen uit Roscoff jean-Paul, Jean-Pierre, Jean-enz heten.
Het plaatsje is erg mooi en zeer toeristisch. We dwalen door de straatjes, natuurlijk een bezoek aan de kerk en drinken een kop koffie op een terras met wel een vervelend koude wind. Een wandeling door het havengebied en doorkruisen een weiland waar we via een kustpad terug lopen naar de haven. Net aangekomen op het haventerrein valt er een enorme bui zodat we snel een goed onderkomen zoeken bij het havengebouw waar een bandje snel zijn spullen aan het verplaatsen is, om het vel van het drumtoestel droog te houden. Met de laatste druppels lopen we terug en kijken naar de verwachtingen voor de komende dagen. Het zal niet droog blijven maar we zijn al wat gewend. Het blijft veel te koud en te nat.
Emmer onder het schip?
Zaterdag, 29 augustus 2015.
Alderney - 49˚ 14,5 N 003° 03,9 W
De beste tijd om te vertrekken is 11.30 uur. Dat betekent een rustige ochtend, ontbijten in de kuip en wachten op de komende stroming. Er zijn meer schepen die ook willen vertrekken en zie dat ik niet de enige ben met vertrekkerkoorts. Eén schipper loopt om 10.30 al in vol ornaat. Overall, zeiljas en reddingsvest te scharrelen over het dek. Touwtje opschieten en weer neerleggen, tegen de fok aan kloppen en terug in de kuip om vervolgens weer terug naar het voordek te lopen. Ik herken me hierin zelf, zodat ik nu probeer rustig aan te doen. In kan me niet houden en om 11.15 gooien we los van de ankerboei.
Ik houd de vaart erin met behulp van de motor, om de optimale stroom mee te krijgen. Ik zie een paar schepen de beruchte Swing inschieten. De Swing is de noordelijke route over Alderney richting Guernsey en ook de kortste. maar de gevaarlijkste. Stroomrafelingen en vreemde golven op je pad. Ik kies voor veiligheid en zekerheid en vaar langs de oostzijde. De wind is erg rustig zodat het zeil meer in de weg zit dan dat je er rendement van hebt. Ik laat het mooi gaan, maar vlakbij Guernsey komt er toch wind en hijs het zeil. Karen gaat een uur naar bed en ik zie in de kuip Peter Port van Guernsey aan de stuurboordzijde voorbij drijven.
Prachtige witte huizen tegen een berg opgestapeld omringd door een groen eiland. Ik besluit nu definitief om door te varen naar Roscoff. Het zal de nacht door zijn en neem er de tijd voor. Zeilen met windkracht drie is voor de Queen B niet ideaal maar laat het gebeuren. Het gaat goed tot onder Guernsey en dan krijg ik de stroom tegen. Ik kijk tegen een mager 0,7 mijl voortgang per uur aan en maak me wijs dat ik dat in het volgende tij wel weer zal inhalen. In de verte zie ik een tweemaster aankomen en die komt wel erg snel me inhalen. Nu slaan alle twijfels weer toe, heb ik mijn zeilen goed staan, zit er aangroei aan het schip, heeft er iemand voor de lol een emmer aan het schip gebonden? Later kom ik erachter dat ze de motor aan hebben en dat ze zelfs vervelend dichtbij komen. Karen verdenkt ze ook nog even de tijd genomen te hebben om een krabben- of kreeftenfuik leeg te halen. Ze varen ons voorbij de nacht in en ik zie heel lang het heklicht.
Ineens schiet er een vin door het water. Karen staat net de afwas te doen in de kajuit, ja het gaat heel goed met haar elastieke zeebenen, ik weet het niet helemaal zeker maar roep ze toch en dan zwemmen er twee dolfijnen van een andere soort dan ik ooit gezien heb, langs het schip. Een grote en een wat groter jong dier. Ze hebben een scherpe vin op het lijf en zijn witgrijs. Het is niet helemaal donker omdat de maan vol aan staat maar ik vind het toch vreemd dat dit soort in het bijna donker de tijd neemt om met ons te spelen. Het maakt de dag compleet en vaar de nacht verder in.
Via een zoektocht op het internet blijkt het de grijze dolfijn te zijn:
Grijze dolfijnen zitten vaak onder de littekens. Hoe ouder de dolfijn, hoe meer krassen er op zijn lijf zitten. De littekens worden waarschijnlijk veroorzaakt door de tanden van andere grijze dolfijnen, tijdens gevechten of spelletjes. Ook pijlinktvissen kunnen littekens veroorzaken, wanneer ze worden gevangen en opgegeten door de grijze dolfijn. Grijze dolfijnen houden van warm water, maar af en toe wordt er één in de noordelijke Noordzee gezien. Oudere dieren hebben meestal een blekere kleur, en zitten vol littekens, veroorzaakt door andere grampers tijdens spel of gevechten, soms door inktvissen, de belangrijkste prooi. Soms heeft een dier zoveel littekens, dat hij wit lijkt. Deze littekens verschillen per individu, waardoor zij vaak door onderzoekers worden gebruikt om de individuen uit elkaar te houden. De gramper heeft weinig tanden, geen één in de bovenkaak, tot veertien in de onderkaak. Grampers kunnen tot 500 kilogram zwaar worden en 3,8 meter lang. Mannetjes worden gemiddeld 400 kilogram zwaar en 2,6 tot 3,8 meter lang, vrouwtjes zijn iets kleiner, gemiddeld 350 kilogram zwaar en tot 3,7 meter lang.
De eerste Triatlon
Vrijdag 28 augustus 2015,
Alderney
Ik roep de watertaxi op en de man zegt dat hij even naar het vliegveld is, maar met een half uur terug. Geduld is een schone zaak maar ik heb er toch een beetje de pest in. Na drie kwartier, maar eens bellen en hij zegt er binnen 2 minuten te zijn. Ik kijk naar voor om te zien of zijn rubberboot uit de haven komt en mopper al dat ik niets zie en dat het wel een Engelse vorm van beleefd zijn is, om twee minuten te zeggen en dan uitstel te hebben voor nog een uur. Ineens achter mij legt de rubberboot aan en kunnen we instappen op weg naar de wal voor een paar fietsen. Op de Mountainbike het eiland afreizen is fietsen, wandelen de berg op met fiets aan de hand en onbegaanbare paden met de fiets op de nek. We gaan ook nog even zwemmen zodat Karen zegt dat ze haar eerste triatlon achter de rug heeft.
Alderney is een prachtig eiland met veel wandelpaden, oogstrelende uitzichten, sinistere bunkers en holen onder de grond, die vrij zijn te bezoeken en flink opgeknapt. Op een kale rots zien we honderdduizend en 1 Jan van Gent'en die gezamenlijk een geluid maken dat het een soort apocalyptisch grommen van een berg is geworden. Honderden vogels zitten op het water te wachten wanneer hun plekje op de rots vrij komt. Het is een eiland om dagenlang rond te zwerven maar dan met mooi weer graag.
De varkens hebben het hier echt goed en lopen als koeien in de wei. Een beer wordt lastig gevallen door amoureuze handelingen van madame piggy pork en met een snauw laat hij weten dat hij vandaag het liefst even in de modder doorbrengt. Piggy Pork druipt teleurgesteld af en gaat aan de rand van het modderbad liggen wachten op haar kans.
In het dorp eten we een bord gedeeld door twee met een kop koffie en ontdekken na de koffie het oostelijke en noordelijk gedeelte. Prachtige baaien, burchten en treffen een verweerde verroeste en in deplorabele staat van verval, een stoomkraan op een wagonstel midden in het land. De koning en koningin zijn in 1800-zoveel nog hier geweest om als eerste passagier met de trein over Alderney vervoerd te worden. Op het eind van de tocht gaan we nog even op het strand voor een duik in het ijskoude water. Het verfrist wel.
Een prachtige actieve dag op een schitterend eiland. Bij de haven komt een vissersboot binnen die in een kist reusachtig grote krabben heeft zitten. De grijpende poten steken naar boven uit maar ze worden zonder pardon in de auto geladen van de vishandelaar. Curieus is dat de vissersboot over een visdraad is gevaren van een hengelaar en dat hij de hengel meegetrokken heeft achter zich aan. De hengel zit vast met zijn topje aan de bovenkant van het roer en de molen steekt er drijvend achter. De eigenaar die zich snel heeft laten afzetten komt om zijn hengel vragen. Het blijkt allemaal nog spannender te zijn. De man heeft geprobeerd via zijn draad de hengel terug te krijgen maar dat lukte niet totdat de angel door zijn duim getrokken werd, was hij zijn spul zeker kwijt. Toch blij met zijn hengel retour komt hij thuis zonder vis maar wel met een mooi verbandje op zijn duim. De vissers en de havenmeester vinden de geschiedenis het verhaal van de dag. Je hoort door de hele haven en winkel overal gelach. De watertaxi brengt ons terug waar we genieten van de avond in de kuip. Het is bijna windstil.
Hondenbocht door het water
Donderdag 27 augustus 2015
Cherbourg – Alderney
Zuidwesten wind is een prima windhoek om langs de kust van Normandië Alderney aan te lopen. Ik heb wat ruimte om halve wind te varen want de stroom zal me naar de goede hoek drukken. De Race of Alderney is een van de snelst stromende passen ter wereld en er worden bij springtij stromingen vastgesteld van 11 knoop. Dat is snel want eenmaal in die stroom is er geen houden aan en wordt je of naar het zuiden gevoerd of naar het Noorden. Ik blijf er flink vrij van maar de windsterkte valt me een beetje tegen. Ik meet 30 knoop op de klok en dat is een dikke 7 Bft. Wind tegen stroom geeft hier rare golven en de Queen B stuitert als een gek door het water. Ik zie de neus van het schip verdwijnen en even later weer proestend boven komen met bergen zeewater van zich afschuddend. Later blijkt dat de beschermhoes van de ankerlier door Neptunus is meegenomen. Het is een bonkig ritje met veel water op dek zowel van zee als de regen. Met snelheden van 9 knoop over de grond varen we met een soort hondenbocht op de ingang van Braye af. Mijn strategie blijkt te werken want de ruime bocht en het drukken van de stroom zie ik de ankerboeien al snel in het verlengde van de kade liggen.
In 1880 is deze kademuur gemaakt om oorlogsschepen van de Britse marine een uitvalsbasis te bieden. Maar al snel werd duidelijk dat de haven Braye voor de steeds groter wordende schepen te klein was. Het is dan ook nooit gebruikt. Een deel van de kademuur is door een storm volledig verwoest en men heeft het maar zo gelaten, zodat je bij laag water wel moet opletten hoe je binnen komt. Het gaat allemaal goed en we liggen al snel comfortabel aan een ankerboei naast een andere Island Packett. De watertaxi haalt ons op en we lopen in Engeland. Een uurtje vroeger, het verkeer komt van de andere kant, de mensen begroeten je uitbundig, hoe anders dan 20 kilometer hier vandaan. Verschil van dag en nacht, verschil van Frankrijk en Engeland. We lopen de berg op naar het stadscentrum en zien leuke straatjes, mooie uithangborden en de bekende witte en blauwe huizen. Maar wat is het allemaal duur, een kop koffie met een flesje water voor 10€ lijkt me behoorlijk aan prijs.
De watertaxi brengt ons terug en kunnen genieten van het zonnetje die nu wel ineens tijd heeft om door te komen.
Verwaaid pakketje
Woensdag 26 augustus 2015.
Cherbourg.
Het regent en het regent. Gisteravond is het begonnen met het feest en de weersvoorspelling geven buien aan tot laat in de avond. Ook de wind is behoorlijk zodat we eigenlijk blij zijn met de auto in de buurt. Ik rijd terug naar de route van gisteren om langs de kust in regenpak naar oesters en andere eetbare schelpen te gaan zoeken.
Het valt ons flink tegen want de vangst is, wat alikruiken en als proef de zeepokken die op de stenen vastgeklemd zitten. Ik heb ergens gelezen dat die te eten zijn en wrik er een tiental af om deze vanavond uit te proberen. Een tussen de stenen rondscharrelende Fransman bikt ook deze zeepokken af en adviseert de middelgrote te nemen en niet de grote. Ik geloof hem en sorteer de grote van de kleine maar doe geen afstand van de alikruiken die hij als bitter bestempeld. Het is een leuke bezigheid en lopen van keienstrand naar keienstrand en komen heel veel camper-plaatsen tegen waar de gasten aan een tafeltje zitten omdat het buiten te nat en te koud is. Met de vangst van de dag gaan we naar Barfleur waar we extra verrast worden door een stortbui als we net aan een kraampje wat oesters kopen die we niet hebben kunnen vinden.
Doornat in de auto en terug naar de boot. De Bolle die aan onze steiger ligt komen een borrel halen en eten mee van de zeepokken die prima smaken. Die haal ik later nog eens. De alikruiken zijn niet bitter en ook deze zijn goed te eten. Mark en Melinda ook onderweg naar de overkant en liggen verwaaid aan de steiger maar wachten op een pakketje dat maar niet wil komen op het adres welke is afgesproken. Mark wordt er onrustig van want die wil weg.
Rondrit regen.
Dinsdag 25 augustus 2015.
Cherbourg
Nog een kantoordag aan boord. Ik schrijf mijn rapport verder en heb regelmatig contact met het thuisfront. Karen neemt de gelegenheid om te wassen. We spreken af rond half één om bij het café voor een koffie en de krant en mijn berichten te downloaden.
In de boekwinkel kijken we uitgebreid naar het aanbod en lopen door de straten die verlaten liggen in de regen. Met de auto maken we een rondrit aan de noordzijde van Normandië en bezoeken Omoville, Avalongne, Saint Vaast, en Barfleur.
Onder de paraplu.
Maandag 24 augustus 2015.
Cherbourg.
Koud en winderig. Een prima moment om uitgebreid aan het werk te gaan. Ik kruip achter mijn toetsenbord en Karen maakt een wandeling naar de stad. Zo kun je inbeelden, dat je werkt vanaf het schip. Rond de middag hebben we een afspraak gemaakt bij het café Carré, voor een kop koffie.
Met de auto boodschappen doen en vinden een Lidl waar de basis boodschappen gedaan worden en een gigantische Leclercq. Leclercq is een super warenhuisketen winkel zoals de Fransen het noemen, een Hypermarché met een giga grote supermarkt en verschillende warenhuizen eromheen, van elektronica, bouwmaterialen, ijzerwaren, drive-in concept, kleding. In de elektronica winkel koop ik een scanner printer voor € 39,00, dat lijkt me niet teveel geld en verwonder me erover hoe snel de prijzen voor elektronica vallen.
In de avond gaan we eten bij Le Pily om mijn verjaardag te vieren. Het eten is uitstekend en met een feeststemming gaan we onder de paraplu weer terug naar de boot.
Jupibertus
Zondag 23 augustus 2015.
Cherbourg
Het is mijn verjaardag en zoals iedereen weet, als ik ergens kom dan regent het. Nu mijn verjaardag past zich prima aan en de regen valt met bakken uit de lucht. Voor de avond heb ik een restaurant gepland maar de goede restaurants zijn allemaal gesloten zodat ik besluit om dit eetfestival maar morgen te doen. Om de dag in te vullen rijden we dezelfde route als die van gisteren maar we hebben geen trek om eens lekker op het strand te gaan zitten of zelfs maar even te gaan zwemmen. We stappen uit bij de vuurtoren van La Hague en drinken iets op het terras achter een groot glazen scherm en zien Alderney af en toe verschijnen tussen de buien door. Het lijkt met dit slechte zicht ver weg te liggen maar ik weet beter. We zien de Bolle op anker vlak voor de haven liggen.
Als hemelgod bezat Jupiter twee voorname functies, enerzijds die van weergod en anderzijds die van donder- en bliksemgod (een rol waarin we hem het beste kennen). Als weergod beheerste hij de wind en de storm, maar nog veel belangrijker was het feit dat hij ook de regen bracht.
In Italië was het immers geen luxe een god te hebben die voor regen kon zorgen en we merken dan ook dat in de epitheta van Jupiter verwijzingen naar regen en water zitten. In zijn functie als donder- en bliksemgod kon de eveneens soevereine god auspicia (voortekens) doorgeven aan de augurus die deze hemeltekenen interpreteerden.
Oeroud
Zaterdag 22 augustus 2015.
Cherbourg
Het is schitterend weer en eigenlijk een prima moment om te vertrekken maar omdat de weersberichten voor de komende dagen slecht zijn, zie ik het nu niet zitten om te vertrekken omdat we dan opgesloten liggen op Alderney. We blijven maar aan de steiger in Cherbourg en nemen de auto om de route van de “Caps” te rijden. Van vuurtoren naar vuurtoren en van kaap naar kaap. Enorme stenen en kleine eilandjes verspreid voor de kust afgewisseld met strandjes met wit zand. Er staat veel stroming langs de kust en het verval is hier indrukwekkend. Verschil tussen hoog- en laagwater 6 meter.
Schilderachtige wegen en dorpen en we vinden een prachtig strand om even in de zon te liggen en een duik in de zee te doen. We proberen de rust modus te vinden en de boot als thuis te beschouwen en vooral niet laten opjagen. Er blijkt veel geschiedenis aan deze kapen verbonden te zijn en lees dat de punt van Normandië al sinds 600.000 v.Chr. bewoond is en dat er een tweede golf van bewoners kwam rond 100.000 v.Chr. Het lijkt me een beetje uit de tijd geplaatst. Met andere woorden bewoond sinds de oertijd.
File leed
Vrijdag, 21 augustus 2015
Cherbourg
Gewoon de ochtend aan het bureau voor de laatste dingen en vertrek pas om 1500 uur richting Cherbourg en komen natuurlijk in Antwerpen weer eens in de file en met een fikse omleiding door de stad, verliezen we een dik uur zodat we, al met al, pas om half één ’s-nachts aan boord stappen van de Queen B die er rustig bij ligt. Een borrel als aankomstdrankje.
Het file leed in Antwerpen is inmiddels een Europees lachertje geworden en er wordt wel heel duidelijk dat de Belgen veel te laat en veel te weinig aan het bekende probleem hebben gedaan. Als de werkzaamheden ter verbetering vandaag een aanvang krijgen dan duurt het nog tot 2022 voordat we zonder problemen de mooie stad voorbij kunnen rijden.
Op afstanden verkijken.
Zondag 16 augustus 2015.
Cherbourg
De familie is om 0900 voor het ontbijt aanwezig. We eten met mooi weer in de kuip en ruimen de boel op en pakken in om naar huis te rijden. Een lange tocht naar Boulogne om de auto op te halen. De afstanden vallen behoorlijk tegen, met een schip heb je niet het idee dat je ver weg bent, maar als puntje bij paaltje komt dan schrik je van de tijd die je kwijt bent om terug te reizen.
4 Uur rijden van Cherbourg naar Boulogne, en laat snel de stad aan de jongelui zien. Uiteraard is het oude gedeelte het leukst zodat ik voorstel om daar de lunch te gebruiken. We vallen met de neus in de boter voor Jim want er is kermis. Jim wordt tegengehouden omdat hij een prachtige draaimolen ziet die hem weer op hol brengt. Het valt voor hem niet mee om het geduld op te brengen om eerst te eten en dan op avontuur in het carrousel. Boulogne sur Mer is leuk en blijft leuk. De rode Mini staat braaf achter het hek van de haven op ons te wachten. De magnetische sleutel teruggeven aan de havenmeester en vangen de laatste etappe aan. Dirk blijft nog even in de stad en wij gaan direct richting Vlijmen. Rond 20.00 zijn we thuis. Dit was een lange dag reizen voor ons en Jim denkt vanaf nu dat Frankrijk alleen maar uit draaimolens en kastelen bestaat.
Broek droog gehouden
Zaterdag 15 augustus 2015.
Cherbourg
Mont Saint Michel ligt een 70 kilometer van Cherbourg en we hebben dit als uitstapje voor de familie. Een hoge rots op een uitgebreid droogvallend strand. De geschiedenis van de abdij van Mont Saint Michel gaat terug naar 707, het jaar dat Aubert, de bisschop van Avranches, op de Mont Tombe een heiligdom ter ere van de aartsengel laat bouwen dat al snel tot een bedevaartoord zal uitgroeien. In de 10e eeuw vestigen Benedictijnen zich in de abdij en wordt lager op de berg een dorp gebouwd dat in de 14e eeuw tot aan de voet van de rots reikt. De Mont Saint Michel zal later ook als vesting dienen en blijkt tijdens de Honderd jarige oorlog onneembaar te zijn. De wallen en versterkingen bieden weerstand aan de Engelse aanvallen en de plaats wordt een symbool van de nationale eenheid. Na de ontbinding van de religieuze gemeenschap tijdens de Franse revolutie wordt de abdij tot in 1863 als gevangenis gebruikt. In 1874 wordt de abdij tot monument verklaard en continu gerestaureerd. De abdij die in de Middeleeuwen als het hemelse Jeruzalem op aarde, een afspiegeling van het paradijs op aarde is beschouwd. Voor mij is het een afspiegeling van de rots en de zee. Het is enorm druk met toeristen maar het heeft wel wat. We dwalen door de straten maar ook door de kerk, heilige ruimtes, klooster en nog wat gebouwen.
Bij het bezoek moet Jim ineens naar de wc en de kleine is net bezig om zindelijk te worden zodat er snel ingegrepen moet worden. Karen sprint naar buiten op weg naar een toilet. Wij wachten en wachten en denken zelfs dat ze op een afgesloten wc zit waar ze eventueel niet meer uit kan. Het blijkt allemaal nog mee te vallen en ze komt met een blije Jim aanslenteren die zijn broek droog heeft weten te houden.
De terugreis door het binnenland van Normandië en een wandeling door Cherbourg. Het is al met al een drukke dag waar we veel gezien hebben. In het restaurant wordt er met enige zorg naar de komst van Jim gekeken maar nadat ze gezien en gemerkt hebben hoe hij zich als een grote gedraagt en eet, krijgt hij de nodige aandacht van het bedienend personeel. Het eten is er uitstekend en krijgen bevestigt waarom de Franse keuken van uitstekende klasse is. Ceci geniet volop van de rauwe schelpdieren als voorgerecht. Het is geweldig om te zien hoe iemand zo kan genieten van het eten.
Opa, waar ben je?
Vrijdag, 14 augustus 2015
Cherbourg
Ceci, Dirk en Jim komen een paar dagen om samen met ons wat rond te kijken. Op de steiger hoor ik Jim al roepen: Opa, waar ben je? Vanochtend naar de markt geweest voor iets lekkers bij de koffie en om bij de slager nog eens binnen te lopen. Ze beginnen ons al te herkennen en de zoon die ons gisteren geholpen heeft wordt geroepen om zijn vaste klanten te bedienen. Ik herken hier een fragment uit de film Vlees en Bloed. Voor de deur van Front National lopen enkele mensen zich druk te maken om de brievenbus die door één of andere vandaal is dichtgeplakt. Politiek blijkt niet alleen discussie op te leveren op het spreekgestoelte maar nu zelfs bij de brievenbus. Bij de havenmeester regelen we dat we hier voor een paar dagen kunnen blijven liggen. De boot ligt hier veilig en goed beschut. In de scheepswinkels koop ik enkele kleine onderdeeltjes omdat ik het niet kan laten. De Fransen gebruiken een leuke term voor het naar de etalages kijken en niets kopen, Lēche les vitrines, het likken van de vitrines.
Na het leuke ontvangst en het eten van de lunch aan boord rijden we met de familie naar Sint Vaast voor een paar oesters en Jim vindt er een uitstekende plek om met een helikopter in de draaimolen heerlijk weg te vliegen in zijn eigen dromen van later. Het valt niet mee om hem hieruit te krijgen om de tocht te vervolgen. In een restaurant eten we met de familie een heerlijke fruits de mer.
In de 17e eeuw was de oester uit Normandië al favoriet van de gastronomen. Daarom liet Louis XIV haar voor zijn grootste plezier naar Parijs komen. Authentiek, smakelijk, lustopwekkend… Hun zachte en heerlijke vlees, hun unieke jodiumachtige smaak en hun lichte nootaroma zullen de meest verwende gehemeltes strelen. De oester uit Normandië smaakt naar de zee die haar voedt: mooi en wild. Oesters uit Normandië proeven, is je laten overweldigen door de sterke en gulle natuur. De oesters worden in tafels op zee gekweekt, in 3 à 4 jaar tijd groeien ze uit tot direct te consumeren oesters.
Door nauwkeurige observatie van de kwaliteit van het parelmoer en de complexe samenstelling van de smaken en aroma’s van de wilde oesters, heeft men een systeem uitgevonden dat zo getrouw mogelijk de gunstige invloeden van de deining en vermenging van de golven op de schelpen nabootst. Door de golven stoten de oesters in de zak tegen elkaar. Bij elke groeispurt, verweert de jonge schelp en krijgt daardoor een bollere vorm. Na vele jaren werk in moeilijke maritieme omstandigheden en na het proeven van duizenden oesters, is de Hangende Oester geboren.
De oesters uit St. Vaast zijn altijd “Spéciales”. Door haar beroemde nootachtige smaak streelt de oester uit Saint-Vaast-La-Hougue, sinds lang, het gehemelte van fijnproevers. De jodiumachtige en vlezige smaak is het gevolg van het harmonisch samenvoegen van eigenschappen van andere soorten. Het is het oudste bassin van Frankrijk. De plaats is minder beschut van wind dan in de Baai van Mont St. Michel, wat haar een gladdere schelp geeft, dat komt door de grotere wrijving van de elementen.
Sint Vaast heeft een leuke haven met een zogenaamde "bar". Deze bar is een drempel waar het water achter blijft staan na het doorzakken van de Eb zodat de schepen in het water blijven liggen. Verschillende Nederlandse schepen liggen aan de steiger te wachten op beter weer. De wind zet nog eens flink door als we over de kade lopen.
Uitgesneden Reactor
Donderdag, 13 augustus 2015
Cherbourg
Cité de la Mer is een grote expositie gevestigd in een voormalige scheepshal. De kennis van de onderzeeërs en het duiken wordt hier tentoongesteld. Jacques Cousteau bekend van de films, die het onderwater leven bij ons in de huiskamer heeft gebracht, blijkt niet alleen een filmregisseur maar ook een ontwikkelaar van de mondautomaat die het duiken voor iedereen mogelijk heeft gemaakt. De atoomonderzeeër Le Redoutable, de Gevreesde, is indrukwekkend. Verschillende films over het leven aan boord maar ook de film hoe ze het atoomgedeelte weer uit de onderzeer gesneden hebben, zijn zeer interessant. Het uitsnijden van het actieve gedeelte, bedoel ik letterlijk want ze hebben de hele sectie van de reactor er uitgesneden en een lege sectie terug ingebracht zodat de onderzeer weer zijn oorspronkelijke vorm terug gekregen heeft. Het aquarium van 11 meter hoogte met 350 kubieke meter water, 1200 vissen in 200 soorten met de tentoonstelling van het leven aan boord van de Titanic vallen mij een beetje tegen.
Buiten aan de kade licht een driemaster klaar om te vertrekken naar Sail Amsterdam. We lopen er langs en nu al is het borrelen van genodigden begonnen aan boord. Morgen vertrekt de windjammer naar het evenement in Amsterdam.
Cherbourg de stad aan het puntje van Normandië met zijn verschillende havens. In 1786 bezocht Louis XVI de grote dijk voor de haven welke een groot voorbeeld was in de militaire architectuur in die tijd. In 1858 doet Napoleon III het bezoek nog eens over, maar dan met het spoor, in 1933 komt er een grote hal waar het vertrek van grote zeeschepen plaats vond. Napoleon gezeten op zijn paard kijkt uit over de haven. Een stad met veel herinneringen zoals de Basilique Sainte Trinité uit de 11e eeuw. De prachtige opera in Italiaanse stijl, de Oude Vertrekhal. Zeer bijzonder is het gigantisch dok, een zogenaamd Hamilton dok, dat er gebouwd is, het staat nergens in de folders maar het zal wel liggen aan mijn interesse gebied.
In de stad vinden we onze stek voor een Wifi signaal want in de haven is het erg vervelend dat de Wifi de ene keer het wel doet om vervolgens na 5 minuten midden in een opvraag van een nieuwe pagina eruit gegooid te worden. Bij de slagersfamilie kopen we een stukje huisgemaakte paté die met eendenlever is verrijkt. Heerlijk en met een stukje paté en een wijntje is het leven in Frankrijk als God in…..
Worst op het blok.
Woensdag, 12 augustus 2015
49˚ 45’ 33 N 001˚ 22’ 8 W – Cherbourg.
De lichten aan de horizon geven aan dat ik de Queen naar een grote stad stuur en het is vlakbij deze lichtenzee, verwarrend om binnen te varen. In combinatie met de computer, die exact aangeeft waar we ons bevinden en ingespannen turen, stuur ik de Queen B naar het heldere groene licht op een verhoogde opstand. Ik weet dat er nog twee rode tonnetjes in de havenmond liggen en dat het volgens de Reed’s Almanac wenselijk is om deze te ronden. Het gaat allemaal vanzelf en ontspannen zodat ik Karen niet wakker maak.
Een uurtje geleden heb ik de motor moeten starten omdat de wind weg is gevallen, in tegenstelling tot het weerbericht dat een 20 knopen wind voorspelde. Het komt jammer genoeg niet uit. Na het passeren van een derde havenmonding vaar ik de jachthaven van Cherbourg binnen en hang de willen uit en leg aan op de ontvangststeiger waar een tweetal Duitsers, die ook zojuist zijn aangekomen, mijn lijntjes aannemen. Karen wakker geworden door de veranderingen van varen en geluid op het dek, is net op tijd voor de ankerborrel en is een beetje teleurgesteld dat ik ze niet eerder heb gewekt. Na een uurtje borrelen kruip ik heerlijk onder de wol.
Rond 0900 uur wordt ik gewekt door een klop op de zijkant van de havenmeester die ons naar de P of Q steiger stuurt. We ontbijten rustig en varen daarna naar de steiger. Bij het havenkantoor checken we in voor een tiental dagen zodat we van hieruit naar huis gaan om een weekje te werken.
Cherbourg is een leuke stad en lopen door de straatjes en bezoeken uiteraard net zoals elke andere toerist de kerk. Op een terras een kop koffie met wifi en na de middag nog snel even naar een klein winkeltje waar een leuk jurkje hing. Karen zegt nogal snel nee voor een nieuwe outfit maar deze is wel heel leuk. Bij het passen komen we er achter dat het stukje kleding een paar veters als rug heeft. Leuk voor de avond maar niet om er de stad mee in te lopen. Jammer want het had wel een leuke voorkant en laten het jurkje maar weer hangen.
Bij de slager kopen we een gegrilde haan en zie een slagersfamilie waar niet alleen de zoon werkt maar ook Opa die het hakblok staat te schrapen. Er moet een stukje worst afgesneden worden en ondanks dat Opa het blok staat te schrapen gooit de slager de worst op het blok en snijdt de stukken. Opa kan weer opnieuw beginnen.
Op weg naar Cherbourg
Dinsdag, 11 augustus 2015
Fecamp – 49˚ 45’ 33 N 001˚ 22’ 8 W
Het regent pijpenstelen en alles is nat in de kuip. De voorspellingen zijn Noordenwind toenemend van 3 BFT naar 5 Bft noord. Dat is een mooi lopend windje voor Cherbourg.
Kalm aan doen deze ochtend en vertrekken om 11 uur. Na twee uur motoren gaat het zeil erbij en de motor uit. We zijn weer echt op weg. Het schip loopt heerlijk met deze wind, schuin achter. Karen is actief aan boord en begint zich te bemoeien met huishoudelijke activiteiten tijdens het varen. Ik krijg sloten koffie aangereikt en boterhammen met de lekkerste resten uit de koelkast.
Ik geniet van de vaart en van het op weg zijn. Enkele schepen passeren de Queen B die op weg zijn naar Le Havre met boodschappen voor Parijs. Le Havre ligt aan de monding van de Seine en is de toegang tot de grootste stad van Frankrijk en de tot de meest tot verbeelding sprekende metropool van de wereld. De schepen laten niets van dit alles merken en schuiven geruisloos voorbij.
Een tweemaster ligt aan stuurboord en de Queen B is zelfs sneller dan dit schip. De bilgepomp hebben we niet meer gehoord. De regen dwingt ons naar binnen en eten op de bank onze warme maaltijd.
De AIS past op ons en het geeft een gerust gevoel. In het begin van de avond verdwijnt een groot gedeelte van de mist en het wordt aarde donker zodat we de Queen B naar het oneindige sturen. Om half twaalf gaat de "Maat" naar bed en vaar ik afwisselend uitkijk houdend en lezend een boek in de kuip op de bank.
Lek gedicht
Maandag, 10 augustus 2015.
Valery sur Caux – Fecamp.
Deze ochtend om 0900 naar de brug varen en weten dat er geen wind is zodat het 3 uurtjes motoren wordt naar Fecamp. De Cote d'Albatre met de stijle kliffen, de witte rotsen die Engeland los hebben gelaten van het continent worden bewondert aan bakboordzijde.
Om 1200 uur aangekomen en lunchen aan boord. Ik probeer een dutje te doen maar heb er de rust niet voor zodat ik een kwartiertje later al onder de motor lig om daar het zout weg te halen. Er moet water gelekt zijn in de motor ruimte maar ik weet niet waar het vandaan komt. Ik controleer alle slangen maar het ziet er prima uit.
Ik hoor wel water lopen en weet meteen dat het de schroefas is. Een continu straaltje water verlaat de waterkering zodat ik weet dat dit de boosdoener is, van het steeds maar water hebben aan boord. Het lukt me niet om de borgring van de as los te krijgen zodat ik extra olie op de geoxideerde messing schroefdraad spuit en bij de hevenmeester langsloop voor assistentie van een monteur. De sleutel die ik aan boord heb springt steeds van de moer af. Bij U-ship is er een jonge monteur die wat klein gereedschap in zijn tas laadt en met ons meeloopt.
De olie doet zijn werk en toch met mijn gereedschap en een flinke tik met hamer en beitel op de stelmoer springt deze ineens los. De monteur stelt de waterkerende schroef en het water houdt op met druppen. Eindelijk dicht. De stelring erop en karwei is geklaard.
Met een kinderlijke blijheid loop ik de stad in en bezoeken DOM Benedictine. Meneer Legrand die het recept voor de Benedictine via de archieven van een klooster heeft herontdekt en dit brouwsel aan de man heeft gebracht laat ook nog eens op de plek een heus monniken-paleis bouwen. Het is door brand verwoest en herbouwd, in de oorlog gebruikt als ziekenhuis zodat het een doorleefd gebouw is geworden.
De geschiedenis van Benedictine begint met de Abdij van Fecamp waar benedictijner monniken woonden. Volgens de regel; van de heilige Benedictus diende de monniken te bidden en zowel handenarbeid als intellectuele arbeid te verrichten. Bovendien werd de aanbevolen de tijd voor studie in te ruimen. Sommige monniken hadden een grote belangstelling voor alchemie, een wetenschap die beschouwd werd als een middel om een hoger kennis niveau te bereiken. De abdijen waren echte kweekscholen van wetenschappers en onder de monniken waren vele briljante filosofen en herboristen en alchemisten. De Abdij van Fecamp is hier een perfect voorbeeld van. Net als bij andere abdijen hadden de benedictijner monniken van Fecamp grote belangstelling voor distilleertechnieken en bestudeerden nauwkeurig de planten uit de omgeving. Op de kliffen vonden ze allerlei geneeskrachtige planten zoals engelwortel, hysop en melisse. De monniken ontwikkelden tussen de 12e en de 17e eeuw verschillende elixers.
Een bezoek aan de kathedraal en in de avond eten we een diner met een formule. Het voorgerecht is uitstekend maar de vis van de hoofdmaaltijd zou bij mij beter onder mijn schoenen geplakt kunnen worden, zo taai. Met iets teveel wijn op gaan we terug naar de boot.
Nog maar een nacht
Zondag, 9 augustus 2015
Valery sur Caux
Markt op het plein. Goedkope spullen zoals riemen voor € 5,00, dameskleding voor € 10,00 met een diversiteit van de allochtone Fransen die langzaamaan het marktbeeld aan het overnemen zijn.
Het is gezellig en lopen via de markt, over de boulevard en zien dat de Franse Vissers ook op zondagmiddag hun vis aan wal brengen om die direct uit de boot te verkopen.
Kleinschalige economie viert hier nog hoogtij. Het is bij ons in Nederland niet meer mogelijk. Bij een bakker wat brood halen en in een supermarkt groenten. De pasta van enkele dagen geleden is prima als hoofdmaaltijd.
Leuk zulke stadje maar je bent er snel op uitgekeken zodat we naar de havenmeester lopen om te betalen en weg te gaan. Al snel wordt duidelijk dat als we nu vertrekken dat we stroom tegen hebben en dat het verstandiger is om morgenochtend de lijntjes los te gooien. Even schakelen en aanpassen, nemen we gewoon nog een nachtje in dit dorp.
even bijklappen in de kuip
Zaterdag 8 augustus 2015
Dieppe – Valerie sur Caux
10 Makrelen liggen er al snel aan het dek te spartelen. Het is stralend weer en hebben ons voorgenomen om hier voor de kust rustig aan te doen.Van het zwemmen, komt weinig maar het vissen is een leuke activiteit van een oermens om voor zijn eigen kost te zorgen. De laatste aanbeet is van een Geep zodat de maaltijd vanavond wel enige afwisseling heeft. Een sashima van makreel, gebakken makreelfilet en gebakken stukje Geep. Het is heerlijke verse maaltijd. Verser dan vers.
Van Dieppe naar Valerie sur Caux is het heel rustig zeilen het gaat niet hard maar is ontspannen. Ik heb het idee dat de voortgang van de stroom sneller is dan het zeilen zelf. Nu slaat de bilgepomp verschillende malen aan en beloof mezelf om daar maar eens snel op controle te gaan. Ik neem aan dat het de schroefas is.
Valerie sur Caux ligt achter een drempel met sluisdeur zodat er op tijd in en uitgevaren moet worden. Wij hebben het geluk dat alles mooi voor de Queen B opengaat en kunnen aanleggen aan de steiger waar we de Bolle even later binnen zien komen. De Zeebries ligt achter ons en het blijkt een kustzeiler te zijn die ik ontmoet moet hebben in 2009 tijdens een Driehoek Noordzee. Ik kan het me maar vaag herinneren.
We blijven aan boord en komen aan de babbel met een Belgisch schip uit Antwerpen. Aardige mensen maar het wordt me op een bepaald moment iets teveel en ga achter het fornuis staan.
Kermis
Vrijdag 7 augustus
Dieppe
Kermis in Dieppe. Een kermis zonder extra geluid, dat kan dus ook. Dieppe is bekend en ben er al vier keer geweest zodat het een soort van thuiskomen wordt. Het is en typisch Franse stad met zijn restaurants zoals “de zingende mossel”, en het restaurant “Hier is het beter dan aan de overkant”.
Ik vind het geweldig en loop door de straten van de stad met zijn winkels. Het kasteel op de flank, de enige stadspoort die overgebleven is van een van een serie van 5. Op het terras is het leuk om te zien dat de viskraam zijn negotie aan het opruimen is en zie dat de vis weliswaar dik in het ijs gezet wordt maar als verse vis voor morgen zal dienen.
Voor Koen post ik een brief en hoop dat deze op tijd in Vlijmen zal zijn.
De Bolle is een groot schip dat naast ons is komen liggen en zijn ook vertrokken voor langere tijd. Het blijkt een geklonken aluminium sloep en ziet er zwaarder uit dan dat deze werkelijkheid is. Melinda en Mark praten lekker bij en we zullen elkaar wel vaker treffen. Heerlijk eten lekker onder de bimini en genieten van de activiteiten in de haven.
Zeilbootje klieren
Donderdag, 6 augustus 2015
Boulogne sur Mer – Dieppe.
In het logboek wordt als tijd van vertrek 06.12 genoteerd. Voor de bestemming Cherbourg staat de wind tegen en trek de zeilen goed strak en vaar met een redelijke vaart, richting verkeersstelsel. Bij de ton overstag en varen weer richting vaste land. Bij de kust maar weer overstag en zo laveer ik tussen het verkeersstelsel en de kust in. Dit gaat lang duren terwijl er voorspeld is dat de wind weg zal vallen. Bij de volgende ton aan het verkeersstelsel stel ik voor om richting Dieppe te koersen zodat we in de avond daar kunnen zijn. Nu is het wel goed bezeilbaar en het wordt een mooie zeilreis.
Een 15 mijl voor Dieppe ligt een vissersboot telkens op onze koers. Ik wijk uit maar de man draait steeds bij en word er onrustig van. Uiteindelijk blijf ik alleen op zijn hekstoel richten en vaar achter de visser door, verleg mijn koers weer naar Dieppe. Dit zijn vervelende situaties en realiseer me dat die visser ook op mij foetert want ik lig natuurlijk zijn beste vangst in de weg. Toch eens interessant om uit te zoeken waarom de man zulke gekke capriolen uithaalt. Is hij bezig met een soort patroon of volgt hij het resultaat van de visvinder of volgt hij een dieptelijn. Of is het een leuk tijdverdrijf om zeilbootjes te klieren.
Om 21.30 noteer ik de aankomst in het logboek.
Aan boord blijven en drink natuurlijk de ankerborrel ter viering van weer een etappe erbij.
van Plek wisselen
Woensdag, 5 augustus 2015.
Boulogne sur Mer
De afspraak voor vanmiddag is vanochtend afgezegd en met een onderdrukt gemopper besluit ik dan maar eerder naar de boot terug te gaan. Ik neem me onderweg voor om meteen te vertrekken naar Cherbourg.
De wind is niet hard en staat misschien net bezeilbaar. Aankomst 1800 bij het schip en het is hier heerlijk weer zodat toch besloten wordt om vandaag kalm aan te doen en morgenochtend, vroeg te vertrekken.
Ik maak een praatje met de buren. Ook zij hebben het plan om voor een langere periode weg te gaan, maar eerst nog even werken. Ze hebben enige ervaring want een aantal jaren geleden hebben ze het rondje Atlantic al gemaakt. Leuk om de ervaringen uit te wisselen. Op het moment dat ik kenbaar maken dat ik morgenvroeg wil vertrekken stellen we voor om van plaats te wisselen zodat zij ongestoord kunnen blijven liggen.
Het wordt warmer
Zaterdag, 1 augustus 2015
Boulogne sur Mer
Ik besluit om te blijven liggen om morgen terug te reizen naar Nederland. Een paar dagen werken. Het betekent programma aanpassen en ondanks dat het prima weer is om verder te zeilen blijft de Queen B in de haven. Het wordt programma aanpassen en dat doe ik door de vishallen te bezoeken.
Om 0600 uit bed en op weg, maar raak teleurgesteld doordat alles achter gesloten deuren plaats vindt. Boulogne blijkt de grootste vishaven van Frankrijk te zijn. Ik zie diverse Hollandse vrachtrijders hier staan om vis op te halen of te brengen. Het is een vreemde sfeer in de vroege ochtend van mensen die bij een deur in witte kleding een sigaretje staan roken en de deur dichtslaan als ze terug aan het werk gaan.
Het is nu te vroeg voor de kleine vishallen aan de kade want er is maar één viskraam open. Tijd voor een kop koffie aan het kruispunt en zie zo Boulogne ontwaken.
Een bezoek aan Nausica, een aquarium met uitgebreid programma, is een aanrader. Haaien in grote bassins, maar ook zeerobben die op commando hun kunstjes uitvoeren voor een visje. Het is een groot afwisselend informatiecentrum over alles wat met de zee te maken heeft en een grote waarschuwende vinger voor de opwarming van de aarde en de vervuiling.
In deze nieuwe ruimte biedt Nausicaa het publiek de unieke ervaring van een oceaantocht aan boord van de Thalassa. De bezoekers lopen door de verschillende, op werkelijke maat nagemaakte vertrekken van de boot en leren zo alle aspecten van het werk van de onderzoekers aan boord kennen, van de inscheping op de kade tot het leven in de hut, van het uitzetten van de sleepnetten tot het sorteren van de vis. Op deze manier wordt het ook duidelijk waarom een dergelijke onderzoekstocht op de oceaan een betere evaluatie van de toestand van de rijkdommen van de zee mogelijk maakt en dus ook een beter beheer van de visvangst.
Europees Frankrijk beschikt over een kustlijn van 5500 km. Met een zestigtal vissershavens, 40 vismijnen, 23 producentenorganisaties en 560 firma's voor groothandel in zeevis en voor verwerking van zeeproducten is de visserijsector - van boot tot consument - ontzettend belangrijk op economisch en territoriaal vlak. Het spreekt voor zich dat Boulogne-sur-Mer, de belangrijkste vissershaven en tevens de grootste verwerker van zeeproducten in Frankrijk, een centrale plaats bekleedt in deze nieuwe expositieruimte van Nausicaa.
Jeroen Bosch
Vrijdag, 31 juli 2015
Boulogne sur Mer.
Zeilend reizen is natuurlijk niet alleen varen maar ook rondkijken, zodat het vandaag wandelen door het stadje wordt. De leuke visstalletjes, de gevarieerde Franse straten door het typische stadje, en natuurlijk de versterkte stad op de heuvel.
Er is een tentoonstelling en een openstelling van de crypte onder de grote kerk. De crypte is de ruimte tussen de fundamenten van de kerk. Ruimtes als begraafplaats maar ook als speciale ruimtes voor religieuze gelegenheden.
De crypte is in de negentiende eeuw dicht gestort, waarschijnlijk om meer massa als fundament te hebben wegens scheuren in de verschillende bogen. Rond 1930 is men begonnen om de ruimtes vrij te maken van het puin en extra betonnen versterking aan te leggen om het verder scheuren van de wanden in de kerk te voorkomen. Ik loop over de houten toegangspaden en sta stil bij de geschiedenis van de kerk maar ook bij de geschiedenis van de verschillende mensen die hier zijn begraven. De expositie van de mooi bewerkte religieuze gebruiksvoorwerpen.
Om half één sluit de expositie voor de lunch zodat het een ongedwongen gedwongen lunch wordt is het straatje voor de kerk. Om Twee uur gaat de kerk open en loop door de verschillende ruimtes waarvan ik weet welke ruimtes er onder verstopt liggen. Vooraan in het dorp hebben enkele tuinlieden de opdracht gekregen om verschillende thema's van Jeroen Bosch uit te beelden. Het is erg leuk uitgevoerd en herkenbaar. Toch nog een beetje Den Bosch hier in Boulogne door onze Jeroen.
Terug naar de stad om te winkelen en boodschappen doen. In twee verschillende scheepwinkels lekker kijken naar spullen die ik toch niet koop.
Ineens verschijnt Pierre, de wereldzeiler, de mastaap, de stralende lach, aan boord met twee vissen en een fles boot shampoo. Met een biertje en goed gesprek de avond in.
Fenderstress
Donderdag, 30 juli 2015.
Duinkerken – Boulogne sur Mer
De zee werpt de Queen B van de ene korte golf in de andere. Ik voel me geklutst worden. De wind is uit een goede hoek maar de golven komen uit een andere hoek, veroorzaakt door de constante wind van de afgelopen dagen. Het schip maakt een vaartje van drie knoop en dan ligt ze met drie tegengestelde golven ineens stil. Ik voel dat het hele spul verdaagd naar de kust. Hoe zouden de zeilschepen vroeger dat gedaan hebben. komt bij me op. Ankeren om te wachten op een betere situatie? Verschillende zeilers varen me voorbij maar met de motor bij. Ik ben vertwijfeld over mijn zeilkunsten en controleer ook nog het aangehangen roer van de windvaan of er een emmer of iets anders aanhangt. Ik draai aan de lieren om te zien of het aan de zeilstand ligt, het helpt allemaal niet. Ze ligt te hakken en het blijft hakken. Uit arren moede start ik de motor om een beetje koers te houden.
Het is koud maar de lucht is uitzonderlijk mooi. De zonnestralen op dit vroege uur met op de achtergrond de staalfabrieken geven een geweldig uitzicht. Het blijft aan de wind zeilen met weinig voortgang. Het is juist de stroom die ervoor zorgt dat ik vooruit kom. Op de hoogte van Calais besluit ik door te varen, maar voorbij de invaart van de grote schepen krijg ik flinke stroom tegen. De Queen B loopt door het water 2 knoop maar ik ga 1 knoop achteruit. Dat gaat een lange rit worden. Bij Cap Griz Nez zet ik de motor bij en bij het ronden van de kaap verandert ook de wind zodat het laatste stuk een mooie lange haal wordt. Ze zeilt prachtig en twijfel niet meer aan de emmer van vanochtend.
In de havenmond het zeil af en vaar het kanaal in naar de jachthaven. De havenmeesteres wijst me een plaats aan naast een wat oudere Belg met een Beneteau die helemaal in de stress schiet omdat hij een buurman krijgt. Hij begint grote stootzakken tegen de zijkant te knopen en op het moment dat hij klaar is realiseert hij nu te weinig fenders aan de steiger hangen en begint de boel aan zijn kant los te maken. Het is allemaal wat verwarrend maar later ontdooit de man en maakt zelfs een praatje. Het was een lange dag.
Een boogscheut ver
Woensdag, 29 juli 2015.
Duinkerken
De wind blijft uit de verkeerde hoek doorstaan zodat ik nu de tijd heb om de antennedraad aan te sluiten. De kajuit weer op zijn kop om de draad door te trekken. De AIS heeft een waarschuwingssymbooltje dat er geen antenne verbinding is. Ik sluit de draad aan en je kunt een voorstelling maken hoe ik reageer dat het symbooltje niet weggaat en het lijkt dat alles voor niets is gebleken.
Na een kwartier gaat het symbooltje uit en ga ervan uit dat het werkt.
Een kwartier later komt er een sms van mijn broer binnen dat ik in Duinkerken lig. Marinetraffic heeft me opgemerkt en het signaal doorgegeven. Eindelijk en nu weet ik ook meteen dat de marifoon werkt, alleen de buitenspeaker werkt niet. Het is ook altijd wat. Ben blij dat de marifoon werkt.
Vanmiddag naar de expositie in het LAAC. Het is een museum voor moderne kunst en Liechtenstein, Appel. Het is een leuke afwisselende tentoonstelling en weet hier al snel een dikke twee uur rond te dwalen. Een modern gebouw met uitdagende kunst.
Te midden van een beeldentuin, waterpartijen, steenblokken en windvlagen – het strand ligt maar een boogscheut ver – strekt het Lieu d’Art et Action Contemporaine (LAAC) zich met zijn verrassende architectuur in witte keramiek naar de hemel uit. Het museum, dat bruist en straalt zoals in de jaren van de popart, bezit een erg uitgebreide collectie van meer dan 1500 kunstwerken als spiegel van de jaren 1940-1980. Zo zijn er werken te zien als Circus van Karel Appel, Car Crash van Andy Warhol en Valise Expansion van César, die afhankelijk van de tentoonstellingskalender afwisselend gepresenteerd worden. Een echte ‘must’ in het museum is de verzameling grafische kunst waar de bezoeker uitzonderlijk zijn eigen weg kan uitstippelen en in de vele laden en schuifkasten zowat 200 tekeningen en prenten kan bewonderen.
Het gezellige, warme museum biedt een waaier van speelse, interactieve mogelijkheden om de vele kunstwerken met het gezin of onder vrienden te ontdekken. Dankzij het rijkgevulde evenementenprogramma kan men het hele jaar door genieten van een mooie combinatie van beeldende en levende kunsten.
Heerlijk gegeten bij een restaurant met een menuformule. Het blijkt van grote kwaliteit in een gezellig klein restaurantje.
Alleen de wereld in.
Dinsdag, 28 juli 2015.
Duinkerken
Bij de havenmeester nog maar een dag afrekenen want ook nu staat de wind flink door en pal tegen. Ik neem me voor de antenne te vervangen, zodat ik aan de overkant van het dok de verschillende bootreparatie bedrijven bezoek voor iemand die de mast in kan met een nieuwe antenne. Drie bedrijfjes hebben geen zin in de klus om een antenne te vervangen zodat ik terug ga zonder onderdelen. Bij de havenmeester informeer ik of hij iemand weet en zegt tegen me dat hij me wel naar boven wil takelen maar dat hij niemand kent die zulke gevaarlijke werkzaamheden in de mast uitvoert.
Ik ga maar weer retour en bij terugkeer aan boord wordt ik gewezen op een Frans schip met een jonge avonturier die net zijn harnas aan heeft om in zijn mast te klimmen. Hij wil wel komen, maar eerst in zijn eigen mast. Ik bied aan om hem te helpen maar dat wil hij niet. Je moet alles alleen kunnen. Ik wijs hem erop dat het gevaarlijk is om zonder borging naar boven te klauteren maar dan legt hij met een stralende glimlach uit dat hij maststeps heeft en ondertussen met een haak zich borgt voor de zekerheid.Ik vraag hem maar niet wie hem helpt als hij inens naast de mast hangt aan zijn borging als het fout is gelopen.
Na een kwartier staat hij bij me en ik geef hem de bootsmanstoel en borg hem met een extra lijn. Pierre gaat naar boven en ik doe het dekwerk. Hij slingert als een takaap tussen de stagen en zie hem erg handig met de windindex aan de gang. Dan roept hij om een “allen”. Ik weet echt niet wat hij bedoeld en stuurt een bout naar beneden. Het blijkt een inbus bout zodat ik snel in mijn gereedschapskist duik voor de inbussleutel voor die bout. Emmer naar boven om hem de spullen aan te geven, roept hij dat hij een kleinere wil. Ook goed, emmer omlaag en een aantal kleinere inbusbouten naar boven. Te groot roept hij en nu begin ik te twijfelen of ik wel kleinere heb en zet beneden in de kajuit al snel de hele boel op zijn kop om een extra klein inbussleuteltje te vinden. Een minuscuul inbussleuteltje naar boven en hij roept dat het oké is.
Dan de antennedraad door de mast. Het valt niet mee om de draad van boven naar beneden te krijgen maar door wat extra afwasmiddel en de kabel op en neer te halen trek ik met enige trots de kabel onder uit de mast en rijg hem zover dat Pierre de antenne op de mast kan zetten. Met een handzaag zaagt hij een gleuf in de beugel om de antenne in het bestaande oog vast te zetten en na anderhalfuur komt hij omlaag, maar ondertussen voert hjij ook de verschillende checks uit om de stagen en verbindingen te controleren. Eenmaal beneden bedank ik hem uitvoerig want een betere mastaap had ik niet kunnen treffen. Hij wil er niets voor hebben, dan alleen een biertje maar stop hem in een enveloppe toch iets toe.
Pierre is weg van huis en familie en heeft alles verkocht. Een jaar lang hard werken om een spaarcent te hebben en te vertrekken met zijn boot de wijde wereld in. Hij is gaan proefzeilen eerst naar Texel en via de Nederlandse kust terug naar beneden om naar het Caribische gebied te varen. Hij wil op Martinique gaan werken en zal wel verder zien. Ik heb bewondering voor hem maar ook wel wat zorgen.
Een bezoek aan het scheepvaartmuseum van Duinkerken. Duinkerken is een belangrijke havenplaats geweest voor de zeilvaart en de verschillende dokken die er nu nog liggen zijn er getuigen van. Het is voor de huidige begrippen nog steeds indrukwekkend en met de verschillende filmpjes en tekeningen zie ik ook hoe de schepen hier naar binnen werden geroeid, of naar buiten gebracht. Later waren er kleinere slepertjes die het werk van de roeiers overnamen. De opgang van de visindustrie maar ook de neergang. Later de scheepvaart naar Chili om mest voor de Franse boeren te halen. Meer dan 4000 mensen waren hier aan de gang om de schepen te laden en te lossen. Scheepsbouw is wat later opgang gekomen en heeft er niet zo lang uitgehouden zodat ik hier niet verder hoef te vragen voor mijn project.
Bij het teruglopen naar de boot zie ik van ver dat Pierre weer in zijn mast hangt.
Kroegpraat
Maandag, 27 juli 2015
Duinkerken
Duinkerken, een Vlaamse stad in Frankrijk. Jean Barth wordt er geëerd met een standbeeld terwijl het in mijn ogen gewoon een piraat was.
De Nederlandse koopvaardij, in de 17e eeuw, werd gedwongen om rond Engeland te varen om zeker te zijn dat ze niet werden overvallen door de kapers. Jean Bart is in opleiding geweest bij Michiel de Ruiter en heeft er veel kneepjes van het oorlogsvak opgedaan. Ook wist hij vrijbrieven te krijgen van de Franse koning en assisteerde de Franse vloot om speciale expedities naar het Noorden te begeleiden.
Vandaag staat de wind tegen zodat het beter is om vandaag te blijven liggen en de omgeving te verkennen. Een bezoek aan het strand vervolgens wandelen door een beeldentuin van een museum. Ook hier tekens van verloren werkgelegenheid. Een grote scheepshal is omgebouwd tot een expositieruimte van moderne artistieke meubelen. Aan de overkant stijgen de rookpluimen van de staalindustrie nog naar de hemel maar ik weet hoe moeilijk het is om in de staalindustrie te overleven.
Ik heb zorgen voor de toekomst van deze plaats. Veel huizen zijn in slechte staat en hebben veelal een dringende schilderbeurt nodig. De mensen zijn slecht gekleed en stralen armoede uit. Toch blijven de terrassen gevuld en is het de plaats om tussen de Fransen een internet signaal op te pakken. Contact met de thuiswereld vanuit de kroeg.
Gehandicapt
Zondag, 26 juli 2015
Oostende – Duinkerken.
Het tij houdt rekening met de vakantiegangers want rond half twee staat de stroming mee, zodat er uitgeslapen, op het gemak ontbijten en tijd voor een boodschap is.
Het is geen plezierig weer en realiseer me dat het scherp aan de wind zal zijn om naar de Pas van Zuid Coothe te varen om zo Duinkerken aan te lopen. Net buiten de haven het grootzeil, kotterfok en de Genua op, de boel strak en zo scherp mogelijk tegen de wind. De Queen B ligt mooi op één oor, naar de E11, de ton aan het begin van de Pas. De wind staat flink door en er komt flink water over het dek. Het is niet bezeild en als ik doorzet dan is het eerder Engeland dan de aanloopton. Ik krijg er genoeg van en besluit om toch Nieuwpoort aan te lopen.
Met een overstag manouevre vaar ik richting de kust waar ik op een afstand van een 2 mijl, bij de haveningang uitkom. De wind draait en het is ineens heel goed bezeilbaar naar de ton. Doorgaan en de Queen B krijgt er zin in. Met een gang van 6,5 knoop op de klok en 8 tot 8,5 knoop over de grond worden de afstanden ineens heel klein. Met een uurtje bij de aanloopton, zelfs de Pas van Zuid-Coothe is bezeilbaar en na de laatste ton met halve wind naar Duinkerken. Dit is pas zeilen, hier gaat het om.
Bij Duinkerken, tussen het havenhoofd minder ik zeil en start de motor waar in de eerste Marina een ligplaats toegewezen word, aan de gehandicapte steiger. Het is druk aan de langs-steiger en de dieselpomphouder die zic als havenmeester uitgeeft, wijst me de plek aan, maar de Queen B ligt prima. Ik zal wel met een been trekken als ik naar het café loop, maar helaas ook deze is gesloten. En dat op een moment midden in het vaarseizoen.
Recht op zee
Zaterdag, 25 juli 2015
Oostende.
Een conflict tussen de vissers uit Oostende en de Engelse, escaleerde op een ochtend in augustus 1887. De politie en rijkswacht konden de woedende vissers niet meer in bedwang houden. Er vielen doden en gewonden. De gebeurtenissen moeten Ensor sterk hebben aangegrepen. In 1888 was de ets De gendarmes klaar voor druk. Op het schilderij verheft Ensor de feiten boven het niveau van fait divers. In het lijkenhuisje houden gendarmes de wacht bij twee dode vissers. De biddende non is het symbool van de huichelachtige clerus. In de recht bovenhoek kijkt een rechter geamuseerd toe. De gendarmes is niet alleen een sociale aanklacht. Het schilderij haalt ook scherp uit naar het repressieapparaat.
De collectie van Mu.ZEE omvat ruim 6000 werken, waaronder topstukken zoals James Ensors Zelfportret met bloemenhoed, Duizeling van Léon Spillaert, De sjees van Constant Permeke, Le joli mois de mai van Evelyne Axell en Luc Tuymans’ La nuque. Samen bieden deze werken een uitgebreid en divers overzicht van de Belgische kunstgeschiedenis, van 1850 tot heden
Mu.ZEE blijft een leuk museum hoewel de huidige tentoonstellingen van Lili Dujourie Folds in time en de Europese Spoken over de Afrikaanse kunst me niet erg aanspreken.
Na het museum haal ik in een elektronica winkel enkele onderdeeltjes voor de marifoon en wandel naar de kust voor een kop koffie in het Paleis. Het Paleis bestemd voor de sloophamer, voor nog een verzameling van blokkendozen op het strand. De appartementen voor de Belg, die ook recht heeft op een stukje uitzicht op zee.
Sloophamer
Vrijdag, 24 juli 2015.
Oostende
Wandelen door Oostende is steeds meer een ontnuchtering. Het was zulk een mooie badplaats, bezocht door de rijken van Parijs maar door te kiezen voor het geld hebben de projectontwikkelaars er een opeenstapeling van blokkendozen van gemaakt. De mooie statige panden zijn gesloopt en de balkons met zeezicht zijn alleen mooi vanuit het appartement maar niet als gevel. De architecten zijn er niet eens voor teruggeschrokken om op een oud pand gewoon een blokkendoos, erop te plaatsen.
Toch is Oostende een levendige plek om te zijn. De stad aan de Noordzee, de winkels, de boulevard en de restaurants voor de fijnproevers. De Franse keuken is alom aanwezig en je kunt er kiezen tussen een gewone Belgische puntzak friet of Fruits de Mer, hamburger of een prima sterrenrestaurant.
Nu staat het paleis onder druk van de sloophamer en gaan er stemmen op dat de lokale Belgische politiek de bouw van een nieuwe serie blokkendozen goedgekeurd heeft.
Een wandeling naar de vishallen is een vergeefse geworden want deze zijn gesloopt en zullen hopelijk een nieuwe vorm krijgen. Er verandert veel hier.
Marifoon
Donderdag, 23 juli 2015.
Vlissingen – Oostende
Rond 0900 uur losmaken om naar de sluis te varen met bijna windstil weer, zodat er weer gemoterd wordt. Ik meld me bij de verkeerscentrale en kan zonder problemen de vaargeul overvaren. Het is mooi weer, koud met een spiegelgladde zee. Voor de haven van Zeebrugge komen er twee schepen aansnellen maar kan er nog net voor wegglippen.
Ik roep Zeebrugge Verkeerscentrale op maar krijg geen contact. De marifoon is echt stuk. De haveningang van Oostende die nieuw is, blijft wennen om er in te varen. Er wordt voor de komende dagen slecht weer voorspeld zodat het wel enkele dagen Oostende zal worden. Voor Karen is het een mooie afstapplek om zich bezig te gaan houden met een aantal thuis perikelen. De havenmeester helpt ons aan een toegang wifi en een mooie box in de haven. Ik blijf aan boord.
Kont achteruit.
Dinsdag, 21 juli 2015.
Neeltje Jans – Vlissingen.
Vannacht een paar keer opgestaan om de ankerplek te controleren. De Queen B ligt vast als een huis, ondanks de wind die met vlagen flink doorzet. Ik ben vroeg vanochtend en maak mijn lijf wakker met een “skinny dip” in het zoute water. Karen wil nu ook de ankerop procedure uitvoeren en ze komt er achter, hoe vast de Queen B achter het anker heeft gelegen. De lier staat strak en ik moet met de motor bij, het anker overvaren om deze uit de modder te breken. Als ik dat geweten had: zegt Karen, dan had ik vannacht een stuk geruster geslapen. De ankerketting wordt schoongespoeld en het anker stevig geborgd, eten we het ontbijt terwijl we varen. Het zeil omhoog maar de motor bij want er is weinig wind.
Neeltje Jans is een voormalige zandplaat in de Oosterschelde, een opgespoten werkeiland om de dam te voltooien. Het eiland is vernoemd naar een vastgelopen schip Neeltje Jans. Een laatste onderdeel van het Deltaplan. De dam was eerst als vaste dam getekend maar door een flinke politieke discussie is deze waterdoorlatend geworden. De Oosterschelde dam is pas een echte dam tijdens slecht weer, want dan worden de deuren gesloten. Door het water doorlatende karakter blijft het getijde op de Oosterschelde.
Met behulp van motor varen we naar één van de voor mij mooiste bruggen die ik ken, De Zeelandbrug, 3 kilometer lengte en lange tijd de langste brug van Europa geweest. Ik vind hem door de eenvoud, lengte, de bogen prachtig. Bij de doorgang van de brug liggen 15 schepen te wachten en is het een bijna dringen om op tijd erdoor te mogen. Wij varen zachtjes op en gaan als vierde door de brug en houd de motor bij samen met de Genua om zo snel mogelijk naar de sluis van het Veerse Meer te varen.
Het Veerse Meer was het eerste kunstwerk van het Deltaplan, dat gereed kwam samen met de dam bij Stellendam. Het is een brak meer geworden waar het erg druk is met watersporters. Ik vertel aan Karen dat ik me vroeger behoorlijk ergerde aan de beginnende watersurfers die de vaargeul invaren en vlak voor je boot te water storten zodat je ineens moet uitwijken. Het was en blijft oppassen hier. Of de duvel me gehoord heeft zie ik een wat oudere man met zijn kont achteruit op de plank staan en naar de betonning varen. Net na de ton, in de vaargeul, stort de plankzeiler neer en moet ik een flinke bocht maken om hem te omzeilen.
Het Veerse Meer is een prachtig gebied geworden met diverse eilanden en ook ankerplekken, drukke vaart van motorboten en kleine zeilbootjes. Toch ben ik blij dat ik al dat watergenoegen kan verlaten via de sluis bij Veere, op weg naar Middelburg.
Je moet de tijd hebben voor dit kanaal want de communicatie en de bediening van de bruggen gaan hier niet helemaal soepel zodat we pas om 1800 uur aan kunnen leggen aan de kopsteiger in de watersportvereniging van Vlissingen. We eten aan boord en pak mijn spullen vast in, om morgen naar het bedrijf en de tandarts te reizen.
Hoezo Vlissingen
Zondag, 19 juli 2015.
Scheveningen.
Prachtig weer en flinke bedrijvigheid in de haven. Veel schepen verlaten de haven en andere komen aan. Het blijft een leuk gezicht. Ter voorbereiding op de komst van Dirk maak ik de stekker onder aan de mast los en constateer vocht. Zou dat de oorzaak zijn? Ik haal van beide kanten van de kabels een stuk af en soldeer de nieuwe stekkers en sluit deze weeer aan. De waarschuwing van de AIS verdwijnt en later zie ik op Marinetraffic dat we netjes in de haven van Schevingen liggen.
Ik bel Dirk dat het mastklimmen waarschijnlijk niet nodig omdat ik denk dat ik de boel gerepareerd heb. Dirk zegt dat hij bijna in Vlissingen is. Hoezo Vlissingen? Wij liggen in Schevingen. Al met al is het jammer van de goed bedoelde moeite en kiest Dirk ervoor om zijn broer van het vliegveld Schiphol te halen.
Aan boord bouwen we de computer over, dit vergt nogal wat op en neer lopen naar de Gamma, maar we hebben tijd genoeg.
Waargaathetheen
Zaterdag, 18 juli 2015.
IJmuiden – Scheveningen.
Het contact met de Verkeerscentrale van IJmuiden, dat we zee kiezen en of er nog bijzonderheden zijn, hebben ons definitief losgemaakt van de steiger van de thuishaven richting “waargaathetheen”.
Het zeil gaat op maar het blijkt helemaal niet bezeild door de matige zuidwesten wind en moet al snel de motor aan zetten om wat voortgang te houden.
Het plan is om in één keer door te varen naar Zeeland of misschien de Belgische kust. Op de hoogte van Scheveningen krijg ik er genoeg van en besluit om de haven binnen te lopen.
Dit lijkt me ook praktischer voor Dirk, zodat hij morgen de mast in kan om de coaxkabel te vervangen. De drukte valt me erg mee en er is ruimte genoeg vrij aan de gastensteiger. Later krijgen we buren en zijn we getuige van enkele vreemde manoeuvres van schippers die op het laatste moment te horen krijgen, de boeg richting uitgang haven aan te meren.
Scheveningen heeft de laatste 5 jaar een metamorfose meegemaakt en zeker het havenkwartier. Prachtige restaurants aan de haven en er wordt flink bijgebouwd aan de rest van de haven. Ook de boulevard is veranderd en nog mooier is het vandaag gereed gekomen opknapbeurt van de Pier van Scheveningen. In het Kurhaus drinken we een kop koffie en kijken van een hoogte over het strand heen. Het leven aan boord is begonnen.
Bijpraten tijdens een splits.
Vrijdag, 17 juli 2015.
IJmuiden
Robin van Hermans Watersportwinkel staat zijn geliefde touwen te splitsen. Een Engelsman heeft verschillende lijntjes nodig maar tijdens het splitsen van een oog in een val, is het een gezellig bijpraten terwijl Robin gewoon doorgaat met zijn werk. De dochter van Robin komt ons voorzien van koffie zodat dit één van de weinige winkels is waar ik het niet erg vindt om te wachten. Robin geeft aan dat hij wel in de mast zal klimmen maar wacht eerst de wind af want buiten staat er een dikke 6 Bft. We spreken af voor vanavond 1900 uur.
Bij Radio Holland haal ik een nieuwe coaxkabel waar we ontvangen worden met een stuk gebak en koffie. Ger, die door de perikelen van het Radar een bekende is geworden helpt ons met gevaar voor eigen leven omdat hij vervelend struikelt over een oude radarinstallatie. Ik zie aan hem dat hij zich flink bezeerd heeft, maar ontkent. Het aardbeien gebakje smaakte prima.
Karen gaat zich bezig houden met een autowissel en ik zet de boot op zijn kop voor enkele klusjes. Laatste boodschappen doen en wachten op de laatste klus. Rond 1800 uur belt Robin dat de wind niet is gaan liggen en dat het niet verantwoord is, om in de mast te klimmen. Ik wil niet wachten tot maandag zodat ik Robin bedank voor de aangeboden service om de nieuwe kabel door de mast te trekken.
We zullen later wel zien en zal een beroep doen op Dirk, die aangeboden heeft de mast in te klimmen.
Het waait de hele avond hard maar morgen zal het opklaren.
Vervelend schroefwater
Zondag, 12 juli 2015.
Cuxhaven - Brunsbuettel.
De stroom mee naar Brunsbuettel houdt rekening met ons en geeft aan dat de ideale tijd om te vertrekken rond 0900 uur is. Het is mooi weer, weinig wind zodat we soms met een 9 knoop richting Hamburg de Elbe op varen. Weinig scheepvaart en steken vlak bij de sluis het vaarwater over waar de sluis met open mond op ons wacht. Het zit allemaal lekker mee. Luc, moet als schipper van mij zich melden op het sluiskantoor maar de regelgeving blijkt verandert te zijn zodat de kanaalkosten pas in Kiel betaald moeten worden. Vlak na de sluis varen we naar de brandstofsteiger waar een groot zeeschip ook aan het tanken is. Het schroefwater duwt ons alle kanten heen maar de vaarkunsten van Luc zijn onovertroffen en weet door de vervelende wervelingen van het vaarwater de boot prima aan te leggen. Met een volle bak varen we van de steiger en de schipper van het vrachtschip zet zijn motor af. Je vraagt je af of hij het met voor bedachte rade doet. Van de steiger door naar de haven waar we aan de lange steiger parallel aan de ingang van de sluis de zeeschepen voorbij kunnen zien schuiven.
We lopen het stadje in en constateren dat het hier vooral zondagsrust is want alles is gesloten. Met wat contact met Karen, die Linsay komt afleveren en mij oppikt, blijkt dat ze op een pont zitten die nogal wat vertraging oplevert. Rond drie uur komen ze aan met een kwispelende hond die het helmaal ziet zitten om vakantie te vieren in Denemarken. In een restaurant, uitzicht op het kanaal, eten we een visje en laat de jongelui achter, die een nieuw avontuur tegemoet zullen gaan richting Denemarken.
Luc: uitvinder van de Pastakoker
Vrijdag, zaterdag, 10/11 juli 2015.
Kornwerderzand - Cuxhaven
Het is heel rustig weer en we varen met een flinke gang, veroorzaakt door stroompje mee, tussen de eilanden uit. Ik bestudeer de kaart en zie dat we een stukje kunnen afsnijden, maar dit blijkt niet zo verstandig te zijn, want de brekers van het Stortemelk komen voor ons. Ondanks de ideale omstandigheden van het weer, merk je aan de ondiepe zee met zijn zandgronden, dat het hier zal spoken als het hard waait. De “Beagle” draait terug naar de vaargeul en omzeilen hiermee de gevaarlijk uitziende branding. De deining rolt uit het Noorden, wind in de rug vanuit het westen, zorgt voor een voorspoedige vaart maar maken regelmatig een flinke schuiver. Luc zet zijn stoelen extra vast zodat we wat meer houvast hebben. Het is sturen op het handje want hij heeft geen stuurautomaat zodat we elkaar regelmatig aflossen met het continue corrigeren.
Zaterdagochtend om half vijf door de sluis van Kornwerderzand om langs Harlingen en de Pollen richting Terschelling te varen, ondanks het vroege tijdstip zijn we niet de enige vertrekkers want verschillende schepen verlaten Harlingen in een lang lint en varen met ons op. De veerboten, die de verbinding verzorgen van Vlieland en Terschelling met de wereld snorren ons voorbij met een flinke hekgolf.
Onderweg komt de vraag van Luc: Wil je wat te eten hebben? Ik wil hem niet tot last zijn en zeg dat ik geen honger heb. Toch stapt Luc de kajuit in en wil zijn kookkunst tonen. Een heerlijke pasta kip met pesto. Ik verwondert om het zo snelle resultaat zegt luc dat hij de Tagliatelle in de waterkoker heeft gekookt, de kip gebraden in de koekepan, pot pesto en de pasta er door heen. Luc enigszins verguld met mijn complimenten zegt hij erbij: Pa, over een jaar of twee herinnert iedereen dat ik de uitvinder ben van de Pastakoker.
Het wordt een ontspannen tocht die alleen in de nacht voor de Weser enkele spannende moment opleveren. Soms komt de vraag bij je op: Ligt een schip voor anker, stand-by of is deze aan het varen? Samen uitkijken en laveren door het ankergebied en blijven mooi uit de tonnenlijn van het Verkeersstelsel. We varen Cuxhaven om 0700 binnen en drinken met onze ankerborrel de eerste echte zeereis van de “Beagle”.
Na een dutje bezoeken we Cuxhaven. Cuxhaven is een herbouwde stad en het doet erg saai aan. Twee winkelstraten met goedkoop assortiment van winkels geeft bepaald niet aan dat het er rijk is. We willen vis eten en vinden meteen een aardig restaurant maar omdat het de eerste is lopen we door. Verder in de stad is niets meer van onze gading en lopen terug naar de eerste zaak. Een erg oude mevrouw doet de bediening op het terras zodat het wel even duurt. Ik kan er niet kwaad om worden omdat je ziet dat ze zo haar best doet. Twee kleine gebakken scholletjes met heel veel vette sompige aardappel wordt de lunch. Luc dat doen we vanavond aan boord zelf wel over en lopen terug naar het schip om op het achterdek een biertje te drinken.
Terug in de haven.
Donderdag, 9 juli 2015.
Den Helder – IJmuiden.
Het is voor wat betreft de stroom niet de ideale vertrektijd maar de wind zal voor goede gang zorgen. We varen rond 0600 uit en motoren eerst het Marsdiep uit tegen de Westenwind in. Bij de vuurtoren”Lange Jaap” rollen we het zeil uit en varen met halve wind richting Zuid. Het regent een beetje en het zicht wordt minder maar blijven gelukkig redelijk zicht houden. De Queen B ligt weer in de haven en de Driehoek Noordzee is nu helemaal compleet. Met de bus en trein halen we de auto op uit Den Helder en rijden naar Lelystad.
Luc, een fervent motorboot schipper heeft me gevraagd om met hem zijn schip richting Denemarken te varen. Het is druk maar ook weer erg leuk en spannend. Rond 20.30 tref ik de “Beagle”aan de steiger en we varen direct aan richting Kornwerderzand.
Ook Luc heeft dezelfde school als Dirk en Koen achter de rug. Altijd mee met zijn ouders, opgegroeid aan boord. Luc heeft zich vooral laten inspireren door het boek van de Kameleon en is al vroeg begonnen met het verbouwen en verbeteren van Moterschepen. Nu speelt de kriebel om zijn vaargebied te verleggen en ruikt zee.
Weet je nog?
Zondag, 5 juli 2015.
Terugkijken op een bijzonder mooie maar koude tocht, veel wind en weinig wind, meestal tegen of scherp aan de wind. Bij aankomst een charmante hartelijke sfeer en ook tijdens de bijeenkomsten en excursies leuke contacten. Voor ons een zeer geslaagde Driehoek Noordzee. Dit soort tochten zijn goed voor het onderhoud ervaringen maar ook het vaststellen van de mankementen. Gelukkig hebben we weinig problemen gehad maar dat het erg stil was op de marifoon, is een zorg. Bij de aanloop van Texel wist ik zeker dat de marifoon slecht functioneerde. Een beetje extra olie in de generator kon ook geen kwaad en moet eens zien waar ik al dat bilgewater vandaan heb. Regelmatig sloeg de pomp aan om bilgewater te lozen en dat kan door de regen via het geleideprofiel van de doorgestoken mast, de twee grote gaten in de ankerlier waar de ketting door gaat of lekkende schroefas. Mogelijkheden genoeg.
Vooral het varen met zoon Dirk is een fijne tijd geweest. In de loop der tijd groei je uiteraard uit elkaar maar nu komt daar een andere ruimte en respect voor elkaar voor terug. Kindjes worden grote mensen. Dirk is een uitstekende maat en zijn ervaring met het varen vanaf zijn jeugd zijn duidelijk weer naar boven gekomen. Ik heb een ontspannen tocht beleefd omdat ik me realiseerde dat ik niet alleen de schipper was.
Een uitgebreid artikel in de Telegraaf en NRC gaven aan dat koude een prima middel is om af te vallen en dat voor diabetes de kans op herstel een mogelijkheid is. Wij weten nu uit ervaring dat ondanks het vele eten dat we door de kou in deze tocht beiden zijn afgevallen. De goede momenten zullen de kou, de vervelende golven net buiten de Doggersbank, de windstilte bij Aberdeen op weg naar de Orkney’s, bagatelliseren tot “weet je nog” en het overdrijven van de “momenten” op de feestjes zullen vrij spel krijgen.
Veilige terugkomst
Zaterdag, 4 juli 2015.
Het Molengat is niet betond met verlichting zodat ik voor veiligheid kies en om Noorderhaaks vaar. Een Noorzee-Driehoeker voor mij zie ik wel het donkere zeegat inzeilen, even twijfel, dan toch besluiten om door te zetten voor veiligheid. Het zeilt uitstekend zodat ik het niet vervelend vind. Om 0200 roep ik de Verkeerscentrale op dat ik het Marsdiep indraai. We zien Den Helder verlicht met een flinke bak licht en draaien nu steeds meer tegen de wind in. Het laatste stuk de motor bij en we worden bij het indraaien van de betonningslijn ingelopen door een Hallberg Rassey.
Op de marifoon hoor ik de communicatie over het kleine jachtje naast hen. Ik weet dat ik maar een klein bootje heb maar om dat van een bootje te horen die maar 2 voet langer is, is even wennen aan het idee. Later horen we van de schipper dat we steeds groter werden en dat de opmerking een beetje misplaatst was. Het betekend voor mij dat mijn marifoon geen beste ontvangst heeft omdat de communicatie met de wal niet te horen was. Punt van aandacht. Vlak bij de ingang werkt de marifoon uitstekend, conclusie is slechte coaxkabel of antenne.
Om 0500 zitten we aan een ankerborrel nadat we bij het aanleggen onze buurschipper onbedoeld gewekt hebben. Bijzonder aardige reactie en hulpvaardig met extra stootwillen en lijnen.
Trots en tevreden kruipen we onder de wol, de tocht is veilig volbracht. 1150 mijl varen in 14 dagen tijd behoort toch bij de categorie flinke zeilreis.
Om 0900 volledig uitgerust op de steiger en meld me bij Hestia dat we veilig aangekomen zijn. Met heel veel dank voor de prima organisatie maar ook voor de fijne sfeer op en rond deze tocht.
Bij de havenmeester vraag ik een ligplek voor enkele dagen zodat we vandaag naar huis reizen om vanavond aanwezig te kunnen zijn bij een feestje.
Ik verleg het schip in een box en we gaan met een speciale ervaring naar huis.
Zicht op de Nederlandse kust
Vrijdag, 3 juli 2015.
Met een rustige nacht zonder wind snorren we richting Waddeneilanden. Ik houd koers op een tweetal boorplatforms en kies een boei uit om het Verkeersscheidingsstelsel over te steken. Geen enkele scheepvaart zodat het een makkie wordt. De temperatuur loopt op en we kunnen nu met opgerolde mouwen in de kuip zitten. Eindelijk een graantje meepikken van de extreme warmte die de afgelopen dagen boven het vast land is geweest. We hoorden van het thuisfront temperaturen tussen de 35 en 37 graden in tegenstelling tot de 21 graden die we hadden in Noorwegen of de 18 graden hier op zee. Wij blij dat we warmte opzoeken de thuisblijvers zijn op zoek naar koelte. Wat een tegenstellingen.
Na de oversteek van het tweede stelsel zien we langzaam het land opdagen. Eerst een wazige streep, bijna geen onderscheid tussen wolk en horizon maar gaande weg zie je een vaste streep. Tegen de avond een stralende witte duinen rij en komen op de hoogte van de Brandaris onder de Nederlandse kust. We zien de vuurtoren maar het maakt me de herinnering los van de zeer bekende reddingsboot de Brandaris en de opvolger Brandaris 2. De Brandaris-1 was de eerste reddingsboot met een verbrandingsmotor. De boot vergaat tijdens een reddingsactie en daar is later de tweede Brandaris voor in de plaats gekomen. Deze boot had twee motoren en kreeg een indrukwekkende staat van dienst met vele reddingen.
We krijgen signaal op de telefoon en App-en met het thuisfront. Het lijkt nu zo dichtbij maar we moeten nog een dikke 60 mijl voordat we Den Helder zien.
Bij de inloop van Vlieland komt er wat wind en zet het zeil. Dirk kijkt een beetje bedenkelijk want dat betekent langzamere vaart. Het valt mee want de Queen B ligt met een 5 mijl voortgang comfortabel op één oor. Weinig golfslag en ruime wind varen we de nacht in. Van vuurtoren naar vuurtoren, de lichten accentueren de rondingen van de kust.
Met deegroller reven.
Donderdag, 2 juli 2015.
We merken date temperaturen oplopen en het scheelt een dikke trui in de nacht. Eindelijk weer eens temperaturen die je in de zomer in de nacht op zee kunt verwachten. Mijn visplank ligt te zwiepen achter het schip maar buiten wat strengen zeewier vangen we niets. Jammer zodat we de calorieën uit de koelkast moeten toveren.
Dirk bewondert de afstanden die op de trajecten zijn maar geniet van de rust. In de afgelopen week ontwikkeld tot schipper krijg ik de rust om veel taken te delegeren. Het is erg comfortabel voor me en krijg de kans om heerlijk te lezen. Bezig met het vijfde boek, kunnen we gestaag puntjes op de kaart zetten die onze goede voortgang aangeven. Tegen de avond gaat het ineens harder waaien en moet er gereefd worden. Ik draai aan de reeflijn van de Genua maar haal wel de lijn binnen maar het zeil rolt zich niet op aan de voorstag. Al snel staat er een 26 knoop wind (Bft 7), er bouwen zich hoge golven op en schuimkragen zodat ik het grootzeil terugdraai naar het tweede rif.
De Genua laat ik bijstaan en ga nadenken wat ik moet doen als het nog harder gaat waaien want dan moet er voorzeil geminderd worden. Genua laten zakken is een optie maar weet ook dat het niet gemakkelijk zal zijn omdat de Genua nogal strak in de rails zit. Met het zoeken naar oplossingen bedenk ik dat ik een deegroller heb liggen in de kast.
In de loop van de avond neemt de wind af tot een 22 knoop zodat het prima gaat en we flinke snelheid houden. Veel scheepvaart komen we tegen van achter, waarschijnlijk de handelsvaart uit het Skaggerak richting Texel.
Nu neemt de wind snel toe en moet gaan handelen. Dirk in de kuip bij de schoten en ik naar voor met de deegroller. Ik merk niet eens dat we bijna helemaal plat gaan en dat de Genua een flinke slok zeewater schept. Ik houd me vast aan de reling, geconcentreerd met mijn lifeline, schuif ik naar voor en installeer dicht bij de voorstag. Ik steek de deegroller tussen de aluminium voorlijk en het zeil en draai de fok met de hand binnen. Met de losse reeflijn fixeer ik de boel en kruip naar achter. Trots op de gklaarde klus vraagt Dirk hoe het was toen we bijna plat gingen. Ik ben verbaasd er niets van gemerkt te hebben, is hij verbaast dat ik er niets van gemerkt heb. Varend op een dubbel greeefd grootzeil gaat het allemaal heel beheerst, jammer dat de wind nu ineens wegvalt. Het is blijkbaar de afsluitende zucht geweest want nu moet de motor aan.
We varen een onweersfront in. In de verte zien we de verticale weerlichten, dat wordt serieus. Er is geen ontkomen aan en moeten er maar het beste van hopen. Ons gesprek gaat natuurlijk over de effecten van een inslag maar ik realiseer dat je gewoon geluk moet hebben. Doorvaren! Het blijft uren onweren, het regent bakken water en we blijven buiten in de kuip. Even verder verandert de omgeving en zien we alleen maar horizontale inslagen van wolk naar wolk. Het verlicht de hele omgeving in een soort van een kettingreactie van inslag naar inslag. Het voelt een stuk veiliger aan.
In het niets van de onmetelijkheid.
Woensdag, 1 juli 2015.
Farsund –
Arno, de Noors-Nederlandse gastheer van de groep, besluit zijn toespraak met enkele adviezen. Ik waarschuw jullie voor de steen vlak bij het baken aan de Noordzijde van de uitvaart want als je daarop vaart dan sta je enkele weken hier op de kant om te repareren. Ook bij de Deense kust moet je opletten! Ik sprak een Deense visser die een leuke bijverdienste had van de zeilschepen die op een zandbank liepen die niet op een kaart staan. Een bijverdienste, want ik sleep die bootjes voor € 500,00 los. Arno merkte op dat het een leuke zakcent extra was maar de visser zei dat het wel mee viel want je moest wel rekening houden dat hij 5 dagen in de week bezig was om er zand te storten. Met een luide lach stuurde hij het Palaver uiteen.
Verschillende schepen vertrekken en wij wachten op het vertrek van ons buurschip. Ingesloten zijn en een schipper die niet kan wachten, prima combinatie. Eén van de bemanningsleden komt rustig aangesloft met een nieuw gekochte zonnebril en we kunnen losmaken.
Er is weinig wind zodat we tussen de stenen en rotsen uit motoren. Op open water komt er wind en zeilen met een flinke vaart richting de Nederlandse Waddeneilanden. Snel komen we in onze draai en houden om de drie uur wacht. Lange tijd houden we zicht op de zeilschepen om ons heen maar omdat ik de oostkant aanhoud, in de hoop op wat meer wind aan de Deense kust, zien we de schepen al snel aan de stuurboordzijde verdwijnen, in het niets van de onmetelijkheid. Halve wind, vol tuig, windvaan in werking, dineren in de kuip en de zon in de zee zien zakken. Zeilen is zo slecht niet.
Braai, Barbecue, Roosteren
Dinsdag, 30 juni 2015.
Farsund
De aankomst van een meerdaagse zeiltocht is een prima middel om in een heerlijke diepe slaap te kunnen wegglijden. Ik slaap vast, diep weggemoffeld onder de dekens met dromen die niet meer te herinneren zijn. We verslapen ons bijna want we hebben ingeschreven voor de bustoer met wandeling van 5 kilometer. Het weer is beter en kunnen eindelijk met tafelkleedje in de kuip ontbijten.
Voor de zekerheid een trui meenemen want je weet maar nooit. Er is keuze uit een drietal mogelijkheden van excursie en wij kiezen voor een combinatie van wandelen en bezoek aan Fort en vuurtoren. De bus met een Nederlands sprekende gids brengt het gezelschap naar een nagebootst dorp. Het is de camouflage van een Duits Fort uit de tweede wereldoorlog. Dit Duits fort is een onderdeel van de “Atlantic Wall”, alleen al in Frankrijk hebben er meer dan 1.000.000 mensen aan gewerkt. Hier in Farsund zijn er 400 Bunkers rondom het vliegveld dat door de Duitsers in 1940 is aangelegd. Met zijn 3,2 kilometer lengte is het nog steeds de langste start- en landingsbaan van Noorwegen. Een prachtig kunstwerk, maar dat natuurlijk beschermd moest worden. Bunkers van Noorwegen tot aan de Spaanse grens. In het kunstmatige dorpje is natuurlijk een kantine. Een bijzondere kantine, want de Duitse militairen, die zich verveelden hebben de kantine van prachtige muurschilderingen voorzien. Spreuken op de balken en een afbeelding van een zwarte kat die de ogen heeft van Hitler, die je vanuit de hoek naast de bar, het hele lokaal in de gaten kan houden.
Vanaf hier wandelen we door het moerasachtig gebied met veel zwerfkeien uit de ijstijd. Op de keien staan nog veel herinneringen van erg lang geleden, sinds het stenen tijdperk met herinneringen van alle tijdvakken erna. Mooie rotstekeningen, formaties van stenen met grafkamers, op grote rotsblokken kuiltjes gehakt waar wat boter ingelegd werd. Als de boter smolt in het voorjaar dan was het tijd om te zaaien.
Een leuke tocht en interessant uitgelegd door een Noorse gids. Zelfkritiek op de Noren en wat me verbaasde is dat de luxe van tegenwoordig, hier helmaal niet zo lang is. De terugkeer van geëmigreerde Noren naar Amerika, hebben de gemakken van het heden naar hier gebracht. Het dochtertje van de Nederlandse vrouwelijke gids vertelt ons van de vuurtoren van Lista. Er stonden eerst drie vuurtorens maar twee zijn er gesloopt. Het meisjes van 12 maakt er op haar manier een interessante lezing van. We beklimmen de toren en boven op het balkon kom ik tot een leuk gesprek.
Met de bus terug en eten de lunch aan boord. Als voorbereiding voor morgen gaan we eerst op jacht naar diesel. Natuurlijk als eerste bij en dieselpomp in de Fjord maar kan er niet betalen ondanks de verschillende bankkaarten, ik ga terug naar de vorige pomp maar moet als laatste aansluiten in de rij. De eerste zullen de laatste zijn. Dirk gaat fietsen en ik ruim de Queen B op. Telefoneren met het thuisfront en haal boodschappen voor de terugreis. Dirk komt bezweet en dampend terug en klaagt over de hoogteverschillen die hij onderweg is tegengekomen. De route die zijn stuurcomputer hem voorgeschoteld heeft hield geen rekening met verharde en onverharde wegen. We besluiten niet mee te doen aan de gezamenlijke barbecue maar starten onze eigen rooster. In de verte zien we de collega-zeilers in een rijtje staan voor een braai, wij genieten van de rust om ons heen.
Collision
Maandag, 29 juni 2015.
58˚24’9 N 005˚32’9 E – Farsund Noorwegen
Het is een donkere nacht en het slechte zicht breidt zich steeds verder uit. Via de AIS zien we dat de “Point of Barlow” haar motor bij heeft staan. Ze vaart met hoge snelheid scherp tegen de wind in, maar in de loop van de nacht mindert ze vaart en zie een veranderende koerslijn zodat ik nu aanneem dat ze zeilend zijn. Een groot vrachtschip vaart pal achter ons en zie dat de CPA, op “Collision” (aanvaring) lijn ligt. Ik wacht af dat het schip wat meer in de buurt komt en plus een 20tal graden bij de stuurautomaat, om wat afstand te creëren.
In de ochtend valt de wind weg en varen we in een dikke mist. We zijn niet ver meer van de kust en voor de zekerheid start ik het navigatieprogramma op, om te zien wat de exacte koerslijn is in verhouding met het kustprofiel. De Queen B moet zijn koers wat wijzigen om de boel goed vrij te varen. Het is nog maar 30 mijl, dat lijkt niet ver maar het is toch 6 uur varen, zodat Dirk voor een paar uur naar de kooi gaat.
De mist is nu geen 100 meter meer. De apparatuur zijn onze ogen. De “Point of Barlow” is vlak achter ons, maar zien doen we haar niet. Vlak bij de aanloopton van de ingang naar Farsund klaart het wat op en zien flarden van stukken rots, af een toe een boei of pittoresk vuurtorentje.
We lopen de haven aan via de Noordroute, deze is korter maar moeilijker aan te varen. Ik weet dat er hier een staak staat die goed vrij gevaren moet worden, omdat er vlak voor de staak een steen ligt.
In de haven van Farsund worden we door de groep begroet met verschillende toetersignalen en we schuiven aan bij de andere schepen. We liggen 4 dik en het is een bont gezelschap met veel vlaggetjes en uitgelaten blije mensen. De sfeer is uitstekend en vind het een hechtere groep dan de vorige keren. We melden ons bij de organisatie en gaan de benen maar eens strekken op de wal.
Farsund is een typisch Noors plaatsje gebouwd tegen een helling van een hoge heuvel. Nordsjøløypa leidt u door honderden, zelfs duizenden jaren historie, waarin de Noordzee centraal stond voor de ontwikkeling van de regio.We wandelen van supermarkt naar supermarkt en ik ontdek de “krydder sylt” in het schap. Deze kan ik niet laten liggen en het doet me herinneren aan de vroegere reizen in Denemarken. Het is een haring gemarineerd in bietensap die op toast gegeten wordt met een snuif kerrie en gebakken uitjes, heerlijk. Rond 1700 uur is er een spontane borrel op het eind van de kade. Gezellig bijpraten en om 1900 uur start ik de barbecue op met wat worstjes uit de supermarkt naast de boot.
Bijstandsboten
Zondag, 28 juni 2015.
58˚ 45’7 N 001˚ 56’869 E - 58˚24’9 N 005˚32’9 E
Verschillende booreilanden liggen nu om me heen. Alle platforms hebben een zee van licht aan boord met een wachtschip, dat een oog in het zeil moet houden. Niet te dichtbij komen! Ik houd al rekening met het ruim vrij zeilen van de eilanden en dan nog dringt een Wachtschip je nog verder zijn cirkel uit. Een vervelend gedrag en het kost ons een hoop tijd.
Ik realiseer me de kostenpost van één bootje. Wat is de functie, is het verplicht, hoe is het bemand? Allemaal vragen voor de nacht. Thuis heb ik het een en ander opgezocht en kom via www.nogepa.nl, bij heel interessante informatie. De wachtzone voor vreemde schepen is niet een halve mijl maar 500 meter, maar vooral een reddende functie voor de mensen op het platform. De bemensing op het bootje is 7. Tel eens uit wat een kosten.
Op de website staat:
Rond een mijnbouwinstallatie wordt ter voorkoming van een aanvaring gewoonlijk een veiligheidszone van 500 meter ingesteld (artikel 43 Mijnbouwwet, zie bijlage A). Deze veiligheidszone is alleen toegankelijk voor “bestemmingsverkeer” van de mijnbouwinstallatie. Voor zover dit niet conflicteert met haar taken in het kader van de redding wordt de bijstandsboot tevens ingezet om de veiligheidszone te bewaken. De bewaking van de veiligheidszone vereist de aanwezigheid van een ARPA op de bijstandsboot (zie ook paragraaf 5.1.9).
Bijstandsboten zijn een van de middelen waarmee personen die in het water terecht zijn gekomen kunnen worden gered. Uit het noodplan volgt of en hoeveel bijstandsboten zich op welk moment in de directe omgeving van de mijnbouwinstallatie moeten bevinden om te kunnen voldoen aan de 20+20 en 120+20 minuten eis. Niet ieder zeeschip is geschikt om op te treden als bijstandsboot. In verband met de redding van personen die vanaf de mijnbouwinstallatie in zee terecht zijn gekomen moet een zeeschip voldoen aan bepaalde eisen.
Het wordt aan de Noordkant van de zeereling geen nacht. Een prachtige gekleurde hemel met ochtendwolken, in het zuiden zie ik de donkere nachtlucht. Het is voor het eerst echt open weer, maar het blijft koud. In de kajuit is het 11 graden en we blazen wolken uit de mond. Buiten wisselt het tussen 10 en 14 graden.
Een groot vrachtschip komt vlak voor me langs. De CPA techniek van de AIS is geweldig. CPA betekent Closest Point of Arrival en het apparaat rekent voor mij uit, de snelheid van het schip en de hoek waar hij mee inkomt. De afstand hoe dichtbij hij zal passeren. Deze Stena Cargo passeert me 0.9 mijl voor me langs. Zenuwen bewaren en doorvaren en wat blijkt het klopt. Ik hoor de zware motoren van het rode schip de nacht in denderen.
Op de AIS verschijnt een signaal van de Point of Barlow. Een kustzeiler voor me, dit is de eerste keer tijdens de hele tocht dat ik een collega driehoeker onderweg tegenkom. De wind draait nu een beetje tegen en ondanks dat er wind genoeg staat houden we de motor bij om hoogte te houden. Het wordt weer een koude nacht met regen en mist.
Gekleurd zeewater
Zaterdag, 27 juni 2015.
59˚05’9 N 001˚42’8 W – 58˚ 45’7 N 001˚ 56’869 E
Ik blijf maar mopperen over de kou, maar het is niet leuk om in de kajuit met twee truien, zeilpak, das en muts te zitten. Het is inmiddels tot de koudste driehoek ooit benoemd. De motor staat flink bij en de zee wordt als een spiegel. Het is allemaal voorspeld.
Om 0700 begin ik in mijn wacht de viskoffer op te ruimen en construeer een nieuwe vislijn voor een nieuwe kans. De vorige lijn is verdwenen, dat zal wel een grote geweest zijn. Haha.
Rond 12 uur is de wind terug en kan het zeil weer als voorstuwing dienen. Het valt niet tegen en met een 18 knoop wind van achter komt er toch nog een dikke 5 knoop mee vooruit. De zee begint te krullen. Witte kopjes op het water, zeegroene zee. Het is hier 100 meter diep en je kunt dat merken aan de kleur van de zee. De Noordzee op het normale vlak geeft een grijze kleur, hier een Atlantische Oceaan tint. Ik lees een verhaal over de verschillende kleuren van het water. Het plankton, diepte, bovenlucht speelt allemaal een rol bij het kleuren van simpel doorzichtig water.
De barometer loopt eindelijk eens op. Flinke voortgang maar in de avond neemt de wind weer af en moet de motor aan. We doorkruisen nu het olieveld wat aan de Noren toebehoort. Reusachtige stalen plateaus met veel lampen. Het zijn gigantische bouwwerken. We varen door het Brae-olieveld en Sleipner Gasveld. Hier geen problemen met verzakkingen en aardverschuivingen bij gas en oliewinning. Het is allemaal een probleem voor de zee.
Varen naar niets.
Vrijdag. 26 juni 2015.
Kirkwall - 59˚05’9 N 001˚42’8 W
De Kustzeilers zitten in de zaal aandachtig te luisteren tijdens het palaver voor de tweede etappe. Het ziet er niet stormachtig uit zodat we het moeten doen met windstiltes, zuidoostenwind(tegenwind), variabele wind. Wel moeten we oppassen voor de mist en slecht zicht. Het zullen behoorlijk wat motoruren worden. Na het palaver nemen we de tijd om de tegenstroom af te wachten, maar de wind die flink doorstaat is prima om te zeilen. Je moet zeilen als je kunt.
Hier wordt bedoeld, laat alles vallen, Nu Zeilen, maak gebruik van de goede omstandigheden en doe de klussen, boodschappen, sightseeing later, als de zeil-omstandigheden niet zo ideaal zijn.
Om 14.00 uur is de tijd dat de stroom mee zal staan maar wij gooien los om 12.00 uur om te kiezen voor het zeilen. De wind staat niet helemaal uit het Zuidoosten zodat het me niet tegenvalt met het kruisen tegen de wind in. We komen nu inderdaad in een gebied met heel slecht zicht en start het radar op om zekerheid te krijgen.
Het scherp aan de wind varen in de dichte mist, is varen naar niets maar ik weet dat we nog een eilandje met vuurtoren tegen zullen komen. De Queen B haalt de slag niet, zodat ik bij de vuurtoren sterk moet afvallen om de rots, waar de vuurtoren op staat, vrij te varen. De Queen B heeft er zin en stoomt met 5 knoop richting Noorwegen, de koerslijn geeft aan dat het Bergen wordt. Ik laat het schip zijn snelheid maken en zullen de afwijking in koerslijn later met de windstiltes wel compenseren.
Een vrachtship meldt zich op de AIS en op het laatst zien we hem door de mist achter ons langs gaan. Het blijft een onzeker gevoel. Vogels scheren om ons heen en zien de Papegaaiduikers ons naar buiten begeleiden. Deze vogels komen niet zover buiten de kust maar de Jan van Genten en de Meeuwen nemen dat weer van hen over. Sommige kleine meeuwen scheren zo vlak over het water dat ze net de buik niet raken aan de golftoppen. Mooi gezicht. Het wordt nog mistiger zodat het schouwspel zich afspeelt in een kleine wereld. De vogels geven blijkbaar niets om de mist en vliegen gewoon hun richting. Rond 22.30 start ik de motor, de wind is op, de zee wordt als een spiegel. Dirk neemt de wacht over.
Vrouw vindt boer.
Donderdag, 25 juni 2015.
Kirkwall.
Zachtjes worden de luiken van het schip verwijderd en bijna niet te merken stapt Dirk met zijn fiets van boord om een toer te maken. Nog even nagenieten van de warmte onder de dekens, sta op, neem de tijd om te douchen en de boel op te ruimen. Ik maak de keuken schoon met chloor en schrob het toilet, het wordt allemaal behoorlijk vies op een slingerend schip. Hierna met rugzak op de rug, op verkenning in het dorp. Een leuk stadje, verschillende musea en bij de VVV neem ik een handvol met folders mee over de wetenswaardigheden van het eiland. Leuk om te knippen en plakken en er van te leren. Ik loop de St Magnus kathedraal(1137) binnen en ben onder de indruk van het gebouw in rood zandsteen en leisteen, prachtige glas in loodramen, de houten parketvloeren in het midden schip met de houten plafonds. In de kerk zijn verschillende stalen ringen gezet om de paarden van Cromwell vast te zetten. Het kerkplein zal indertijd wel vol zijn geweest zodat Cromwell zijn paard binnen moest parkeren
Veel grafstenen in de kerk met nogal lugubere afbeeldingen met knoken en doodskoppen. Eén de kunstenaars heeft op een uitgebeitelde doodskop nog een paar wenkbrauwen weten te plaatsen. Dat doet wel een beetje kinderlijk aan.
In het Hotel drink ik een kop koffie en zet een verslag weblog op het internet. Rond 12 uur ben ik aan boord om samen met Dirk een boterham te eten om zo meteen met de excursie over het eiland mee te gaan.
Twee bussen staan klaar om te gidsen. Gemakkelijk uitgevallen ben ik en kies voor de Nederlands talige uitleg in de eerste bus. De tweede bus heeft een echte eilander als gids maar is Engels, maar wij treffen een Nederlandse lieve dame Louise die van de hak op de tak springt bij haar verhaal. We weten nu ook wat haar dochters gestudeerd hebben, welke koeien bij haar thuis het liefst zijn en als meest ontroerende verhaal, hoe ze haar man op Hoy heeft ontmoet. Op het moment dat ze haar tranen niet kan bedwingen, klapt de hele bus haar toe vanwege haar geluk met haar boer. Hier blijkt maar dat boer vindt vrouw prima werkt.
Het is een razend interessante tour en kan me veel geschiedenis momenten niet herinneren van 6 jaar geleden. Natuurlijk herinner ik Scapa Flow met de verschillende gezonken Duitse schepen. Het verhaal van de Duitse onderzeeër die een oorlogsschip torpedeert met 800 doden tot gevolg, maar de overblijfselen van de Neolithisch periode, Ring of Brodgar, met zijn stenen die in een cirkel zijn geplaatst zoals in Stonehenge, zijn me niet helemaal bijgebleven. En dan Skara Brae, een dorp aan de kust uit het stenen tijdperk. Er wordt flink aan gewerkt om het open te stellen voor het toerisme en er is een huis gebouwd zoals het toen zou zijn geweest. Het huishoudelijk afval werd gebruikt om de terp op te hogen en de stenen te isoleren zodat de warmte binnen bleef. Ik houd angstvallig in de gaten of er gebruik gemaakt is van metalen maar er blijken alleen voorwerpen van walvisbot en stenenwerktuigen gebruikt te zijn. Met de bus naar Scapa Flow en terug naar de St Magnus kathedraal. Die heb ik al gezien maar loop er samen met Dirk nog een keer doorheen. Na de Kerk staat er het kerkje van de Italiaanse krijgsgevangenen op het menu maar de bus krijgt kuren. De chauffeur krijgt de bus niet gestart en we vinden het wel mooi geweest en stappen uit om terug te lopen naar de haven. Ik zie mijn kans schoon om aan de havenmeester te vragen te kunnen tanken. Een Fishermann tweemaster is me net voor zodat ik moet wachten dat deze klaar is. Ik leg aan en vraag gekscherend of er nog wel genoeg diesel is. Jawel hoor, zegt een erg lieve havenmeester. Ik begin te tanken en de meter loopt maar het telwerk neemt de liters niet mee hierdoor krijg krijg een aantal liters gratis. De tankprocedure wordt gestopt en begin weer bij nul. De Queen B is vol, maar het schip na ons zit zonder dieselolie.
De weersverwachting is van dien aard dat we blij moeten zijn dat we genoeg diesel bij ons hebben. Er zullen veel windstille periodes zijn
Er is vanavond diner in het clubgebouw maar twee prachtige Angussteaks van het eiland kijken ons aan vanuit een vitrine. Toch snel deze steaks gekocht en aan boord bak ik deze met roomboter en maak er een peperroomsausje bij. Het is heerlijk vlees, het blijkt later een prima beslissing want de hap in het clubhuis is niet heel bijzonder. Een paar boterhammen en wat saucijzenbroodjes. De schalen met chips zijn wel snel op bij de verschillende tafels. De Hotemetoot van het eiland komt in zijn toespraak niet verder dat het een eer is dat de Nederlandse zeilers Kirkwall aandoen. Welkom en welkom en nog een welkom. We hebben een gezellige avond met de collega-zeilers in de bar beneden.
Nieuw Logboek
Woensdag, 24 juni 2015
57˚ 31’6 N 001˚ 37’8 E – Kirkwall.
Mijn logboek is vol. Drie jaar verslaglegging in een kaft. Het logboek begint met een trip naar Amsterdam in maart 2012 en heeft de Trans-Atlantic in zijn geheugen vastgelegd. Ik neem met enige weemoed een nieuw boek en vul 24 juni, de verjaardag van mijn moeder, in als eerste bladzijde.
De motor zingt zijn tocht op een bijna vlakke zee. In de loop van de ochtend is het zelfs spiegelend glad en is het nu de Queen B, die de rimpeling op het water veroorzaakt, in plaats van de wind. Het is rustig aan boord en we draaien wacht, op zijn beurt slapen en waken. Ik voel me fit als we gezamenlijk uitgebreid in de kuip ontbijten. De contouren van Schotland worden vager en dit wordt nu gewisseld voor de contouren van de eilanden van de Orkney’s. Het is allemaal veel ruimer en weidser, groter dan gedacht. Een 80tal eilanden waarvan eiland Hoy zo groot is als Texel en het eiland Mainland ongeveer drie keer zo groot als Hoy. Rotsen en kliffen komen naar ons toe en in de verte zien we een echte berg, Het doet me denken aan de nadering van de Canarische eilanden met het verschil dat het hier zo koud is.
Mijn handen zijn in en in koud, eigenwijs genoeg trek ik natuurlijk geen handschoenen aan en bij het openen van een kastje merk ik dat alle kracht uit mijn vingers is. Dat is niet goed, te lang een flinke vent geweest. Ik steek mijn handen dieper in de zakken en warm ze op deze manier op. Later horen we dat het sinds 10 december elke dag geregend heeft en dat het tot nu toe te koud is. Het gras wil niet groeien zodat de boeren steen en been klagen, de koeien hebben we niet gesproken maar ik denk dat daar het echte probleem ligt. Rond 1600 uur lopen we de Stronsay Firth binnen. De vogels heten ons welkom, de klippen hebben een witte streep met opspattende golven, doorvaren maar het is verder dan we denken. Rond 18.30 uur krijgen we het huis Balfour dwars op het eiland Shapinsay. Balfour is een prachtig kasteelachtig Engels landhuis met uitkijk over de Sound en op Kirkwall.
De telefoon gaat en krijg Hestia aan de lijn. Ik voel een teleurgestelde ondertoon bij de vraag: Waar zijn jullie? Bij het antwoord dat we nu net om het eiland draaien om de haven aan te lopen wordt het aan de lijn een stuk enthousiaster. We zijn nummer 17 die zich pas meldt, 23 andere schepen zijn nog onderweg of zijn uitgeweken naar de verschillende plaatsen aan de Engelse kust. We komen enkele Nederlandse schepen tegen, die voor de ingang een wedstrijdje varen samen met de plaatselijke zeilers. Ze kunnen het blijkbaar niet laten. In de haven aan een kopsteiger vinden we een plekje zodat we niet dubbel hoeven te liggen.
Meteen de benen maar gaan strekken in Kirkwall en eten een hap in de Pub van het Hotel. Van de wifi is niets te zeggen, van het eten heb ik spijt. Een hamburger met de receptuur van een Chillipicklepotverdorie of zoiets dergelijks is behoorlijk taai. De twee vazen met donker bier spoelen de sauzen van het vlees weg. Het vet blijft aan de huig vastgelijmd.
De familie wordt op de hoogte gesteld van de goede aankomst. We gaan vroeg aan boord om op tijd naar bed te gaan waar we in een diepe slaap verzeild raken.
Rare vogels?
Dinsdag, 23 juni 2015.
56˚47’5 N 000˚50’5 E – 57˚31’6 N 001˚37’8 E
Het weerbericht ziet er uitstekend uit met afnemende wind voor de komende 48 uur. Dat is mooi maar daar heb je weinig aan als de zee als een woedende tekeer gaat. Golven van drie meter tillen het schip op en laten het schip neer. Het is machtig gezicht als je opgesloten in een dal tussen twee golven zit. Het lijkt onbegrijpelijk als de Queen B zich er ook weer weet uit te manoeuvreren door gewoon de buik en de kont in de golven te zetten en zich omhoog weet te hijsen. Rijzen en dalen. De windgolven op de swell maken het oncomfortabel en krijgen regelmatig een dikke striem water in de kuip, het wordt nat en droogt zodat er een dikke zoutlaag op alles afzet. Eerst zand van IJmuiden om over te klagen nu het zout. Blijven klagen. De snelheid is matig en we varen in een verkeerde hoek zodat we een voortgang hebben van 2 mijl richting doel en dat betekent dat het lang gaat duren. Met de weerkaarten van de Kustzeilers zitten er veel voorspellingen in die uitkomen maar ook enkele geheel niet, zeker de wind die wij hebben van een 27 (uitschieters van 29) knoop staat niet op de verwachting.
Rond het middaguur is het leed geleden, de wind neemt af en varen met 12 -14 knoop Noordenwind, scherp aan de wind richting Aberdeen. We zijn nog ver van de kust zodat we het schip rustig kunnen laten lopen. Ik wacht op de voorspelde Noordwesten wind om op deze manier gunstig uit te komen voor de aanloop van de Orkney’s. Zoals altijd ben ik aan het rekenen en moet me neer leggen dat het geen Dinsdagnacht of vroege woensdagmorgen meer gaat worden. Als het maar geen donderdag wordt wanneer we Kirkwall aanlopen. Kunnen we meteen vertrekken naar Farsund, geen tijd voor socializing of excursies.
De vogels zijn ook anders, een paar zeemeeuwen, Jan van Genten, en Alken een soort pinguïnachtig klein vogeltje, met af en toe een visdiefje. De voorbode voor een andere fauna dan bij ons Nederland. Gelukkig weinig schepen gezien tijdens de wind maar in de avond als we het zeil alweer helemaal uitgerold hebben zien we verschillende schepen langs de kust varen. Rond 1800 uur gaat de motor aan en varen nu op de nieuwe koerslijn recht op Kirkwall. De Genua en kotterfok worden opgerold en bereid me voor op 24 uur motoren. De voorspelling van de wind is steeds meer afnemend en dat klopt ook. In de nacht meet ik voor de uitgang van Peterhead een “dikke” 5,6 knoop wind, daar valt niet mee te zeilen.
Een druk komen en gaan uit Peterhead van Tenders. Tenders zijn de bevoorradingsschepen voor de boorplatformen. Helikopters vliegen af en aan. Alles is olie-industrie hier. Ik verbaas me over de afstanden hier. Van Peterhead, is al echt Noord in Schotland, naar de aanloop van Kirkwall is nog altijd 180 kilometer. In de gedachten van een Nederlander is het moeilijk te vatten en besef nu de mogelijke mentaliteitsverschillen veroorzaakt door afstand met Londen en de onafhankelijkheid door olie-industrie dat de Schotten zich zo zelfbewust opstellen.
Peterhead blijft heel lang zichtbaar in de nacht dat bijna geen nacht te noemen is. Het wordt nauwelijks donker. Om half één is het nacht maar om half vier komt het licht alweer. De motor zingt, ik slaap heerlijk tijdens de wachttijd van Dirk, eten is goed gelukt, koffie smaakt best, geen schepen op ramkoers, redelijk op schema en contact gehad met thuis via de sms en Whattsapp. Ik hoop dat ze gerustgesteld zijn.
IJskoud het beste?
Maandag, 22 juni 2015.
55˚32’14 -003˚08’5 E – 56˚47’5 N 000˚50’5 E
De daling van de barometer zet door en meet in de loop van de dag zelfs de waarde 996 millibar. In twee dagen een daling van 1013 naar 996. Het blijft zorgelijk hoewel het eigenlijk geweldig zeilweer is. De zee is lichtblauw met een groenige tint erin, het heeft een soort fluorescerend effect. We passeren nu de Doggersbank. In een almanak lees ik dat het geadviseerd wordt de Doggersbank te mijden vanwege de hoge golven die hierop kunnen ontstaan. Er zijn supergolven van 15 meter hoogte gemeten. Dit is een behoorlijke discussie geweest of deze golven werkelijk bestaan maar door de komst van de boorplatforms zijn deze regelmatig gemeten. Dit is een reden om de dijken in Nederland op te hogen omdat een dergelijke golf grote schade kan aanrichten aan onze zeewering of zelfs een soort van Tsunami veroorzaken. En dat op ons gezapige Noordzee?
Rond 1900 uur komt er extra wind. De weergod Donar heeft het behaagd om ons eerst de maaltijd te laten nuttigen maar om 20.00 vindt Meneer het welletjes en begint te hoesten en te rochelen. De wind meet al snel een 22 knoop uit het Noorden. Ik reef de Queen B steeds meer, zodat er een klein lapje Genua, Kotterfok en een gereefd grootzeil over blijft. De windvaan staat lekker op de wind en tegenstuur te wieken en stuurt het schip weliswaar de verkeerde richting op maar wel redelijk comfortabel. In de kuip is het niet fijn maar binnen is het effect van de harde wind een stuk minder merkbaar. De Queen B zoekt zijn weg tussen de bruisende golftoppen en brekende golven.
Er staat een swell van de oceaan en een kruidend golvenpatroon van de veranderde windrichting. De Queen B is kalm maar heb bijna geen voortgang omdat de kruiszee van golven de snelheid er telkens uitgooit. Snelheid maken en een dikke doef doen het schip sidderen en tot een nieuwe aanloop dwingen. Met een koersverlegging halve wind wordt het wat prettiger maar met dwars op de golven varen krijg ik deze nacht twee grote brekers op de zijkant van het schip. Vanonder de dekens zie ik heel veel water op de stevige patrijspoorten vallen. Even onderwater, een klap, een gesis en de Queen B richt zich boos op naar de golven.
Ze neemt haar weg richting Schotland weer op. Het gaat goed met me, ben onder de indruk van het geweld, getuige zijn met zoon Dirk van iets anders dan alleen maar werk. Het zeezeilen als uitlaatklep om zorgen kwijt raken van de afgelopen tijd. Privé op zijn kop, werk gereorganiseerd en nu zien wat de effecten ervan zullen zijn de komende periode.
We raken wel in en in koud, de handen worden moeilijk warm en de voeten zijn als ijsklompen als we onder de deken gaan liggen bij de wachtwissel
Beginnersfout
Zondag, 21 juni 2015.
53˚45 N 004˚ 12.3 E – 55˚32’14 -003˚08’5 E
Ik heb een beginnersfout gemaakt. Bij het intikken van de waypoints tik ik Oosterlengte in terwijl het Westerlengte moet zijn. Niet gewaarschuwd door grote afstand verschillen bij het gebruiken van het fictieve punt, namelijk 02 graad oost of 02 graad west. Dit geeft een afwijking die gelukkig niet teveel consequenties heeft. Met de verwachte wind is het misschien juist wel een verstandige fout geweest, want ik heb nu wat extra hoogte om Orkney aan te zeilen bij de verwachte Noordenwind. De nacht is vochtig, koud en echt donker is het niet geweest. We zullen de komende dagen steeds meer het effect van het licht in het Noorden krijgen.
In de verkeersscheiding moet ik één keer verleggen maar het is een makkie. Goed zicht tussen de booreilanden in. Ik tel 13 kunstmatige eilanden met lichtjes, op een rijtje. Een rustige nacht, waar we het wachtsysteem van drie uur op en drie af hanteren. De tweede periode slaap ik echt in. Dirk krijgt een confrontatie met Volvo Ocean zeiler en moet gas terug nemen om de racemachine niet te hinderen. Dirk maken er enkele foto’s van maar door de weersomstandigheden zijn ze niet duidelijk, maar het rode schip is goed te zien met het donkere afgeplatte top van het kevlarzeil.
In de ochtend komt er een bui over en wordt het mistig. Ik schakel de Radar in en gebruik de Guardzone zodat de apparatuur onze ogen worden. Rond 10.00 leg ik de Queen B op zijn goede koerslijn. Het blijft ook nu wind van achter en het is allemaal niet zo spannend. Het is koud, alles is koud. Ik blijf maar mopperen over de kou dit jaar maar ben niet de enige. Ook Dirk zit met truien, jas, muts en een deken over de voeten in de kuip. Over al die kleren heen de veiligheidsgordel met lijnen.
De windvaan gaat erbij en zeilen de hele dag de lege zee op. Niemand van de 40 schepen die tegelijk vertrokken zijn worden gezien. In de nacht roep ik via de marifoon naar de kustzeilers maar het blijft stil in het apparaat.
De barometerstand valt van 1012 naar 1004 millibar. Dat voorspelt niet veel goeds en ga me mentaal voorbereiden op veel wind. De Navtex (weerbericht) volgen en zie dat er op het gebied waar wij ons bevinden een 7 Bft Noord voorspeld wordt. Het gaat er dan toch eens van komen voor mij dat ik moet kruisen tegen zoveel wind. De voorbije jaren heb ik nooit hoeven te knokken tegen de wind in. Als je deze tocht maakt zonder gezamenlijk doel dan probeer je uit te wijken naar Glascow of New
Castle maar dat is geen optie als je op tijd de Orkney’s wil halen. Zeilend profiteer ik nog van de gunstige halve wind, en met een dikke jas en muts aan vangt Dirk een vette makreel. Achter ons duikt ineens een zwarte glanzende pikzwarte kop op van een Griende. Een soort walvis, helaas laat het beest zich maar één keer zien en we zien hem niet meer terug in de woelige zee.
De Makreel wordt verwerkt tot Sushi, verser dan dit kan haast niet, en eten heerlijke gestoofde sukadelapjes met pasta, maïskolf en geweekte zwarte bonen. Het leven aan boord is zo slecht nog niet.
Molengat verzand
Zaterdag, 20 juni 2015.
Den Helder – 53˚ 45 N 004˚ 12,3 E
Een volle zaal met toehoorders krijgen de laatste informatie voor het vertrek. Een weerspresentatie, nog wat navigatie tips en een herhaling van het programma. Het is goed georganiseerd, alleen het weer ziet er voor de laatste dag bij aankomst in Kirkwall niet goed uit. Dat zal een stevige tegenwind worden en de eerste dagen weinig wind. Gelardeerd met veel regen zodat het om een herfsttocht lijkt te gaan dan de overgang van de lente naar de zomer. Advies is om half twee aan te varen omdat dan de stroom in het Molengat mee staat. Bertuske, kan niet wachten zodat we om twaalf uur de lijntjes losgooien om op motor de eerste hindernis te nemen. Het feest kan beginnen.
Het Molengat is de laatste jaren sterk verzand en de zandbank Noorderhaaks dat uitgegroeid is van zandplaat naar bijna een eiland, zoekt hiermee aansluiting bij Texel. Het betekent wel dat de geschiedenis boeken onbegrijpelijker worden want veel van onze 17e eeuw vloot ging door het Molengat (Noordkoers, de Noordzee op) om via deze Noordroute, om Schotland en Ierland heen te varen, teneinde de kapers te vermijden bij Frankrijk en de Engelsen die graag een paar Hollandse schepen wilden plunderen.
Achter ons komen er meer Driehoekers en volg met 2900 toeren de gele tonnen lijn. Om half twee kan het zeil op en ik schrik van de trage gang van de Queen B. De zware dame is niet zo goed met 7-8 knoop wind in een achterlijke hoek. De stuwkracht wordt omgezet in een ongecontroleerd rollen. Een Zeehond steekt zijn snuit uit het water en kijkt eigenwijs en meewarig ons aan. Waar gaat dat heen? Ik neem een toastje om te zien of het beest trek heeft, maar het is te min voor meneer. Toch liever een visje. Wat verder op zie ik een Bruinvis maar heeft weinig tijd voor ons en zwemt af en toe met zijn rugvin boven in een strakke lijn richting strand Texel.
Dirk wordt wat slaperig en kruipt een paar uur in zijn mandje.
Nu het Verkeersscheidingsstelsel haaks oversteken en de weg vervolgen . We zullen er nog enkele krijgen.
Het wordt telkens motor aan en uit. Ik wil wel maar de voortgang is onder de twee knoop. Ik houd nu al rekening met de wind die over enkele dagen gaat komen zodat de motor erbij een investering is voor de komende dagen. Dirk is snel thuis aan boord en in de avond kook ik een maaltijd met een schommelend zeetje. Dit is het zeeleven.
Carbon Paard
Vrijdag, 19 juni 2015.
Den Helder.
Het is nog rustig in de haven zodat het eerste werk is diesel- en water tanken. Karen helpt me mee uit de box te varen en leggen bij de Havenmeester aan. Bij het afrekenen valt er ineens een flinke bui als voorbode voor de komende dagen zodat we even rustig de nattigheid afwachten om terug te manoeuvreren naar de steiger. Het voornemen om nog even naar het Marinemuseum te lopen, komt niets van terecht want de klusjes blijven zich aandienen. De laatste hand aan de lijst, lekker in de kuip zitten om de deelnemers binnen te zien komen. De organisatie heeft er flink druk mee en zie langzaam aan, steeds meer vlaggen in de mast verschijnen. Karen hijs ik in de mast om de vlaggenlijn terug te hangen zodat wij ook onze deelnemersvlag in top kunnen plaatsen. “Wij doen ook mee!”-signaal. Gerrit komt een praatje maken. Gerrit is een vroegere buurman in Farsund die met een X-jacht voer. Was bloed fanatiek, maar door een aanvaring is de lol van het wedstrijdvaren ervan afgegaan en heeft zijn boot verkocht. Voor opstappen, daar heeft hij het met zijn werk te druk mee. Jacques van de organisatie komt even op de steiger en zo wordt het toch een weerzien van bekende gezichten.
De fiets van Dirk wordt door de zitbuis in het frame te schuiven pas gemaakt om in de achterkajuit te schuiven. De twee wielen passen er prima bij en Dirk kan de reis naast zijn fiets slapen en ik ben de onhandige sta in de weg mooi kwijt. Dirk is de laatste jaren erg gehecht geraakt om lekker ontspannen te fietsen met een sportief fanatisme. Het is zijn uitlaatklep geworden en je ziet hem opfleuren als hij het over zijn carbon paard heeft. Stalen ros is uit de mode.
Rond 1900 uur is Dirk in de marinehaven en eten een hapje in de Marineclub. Ik neem een nasi goreng maar het is wel erg veel rijst. Eén zielig kippenpootje naast de Borrobodur van rijstkorrels steekt schril af. Is dit de zo geroemde blauwe hap van de Marine?
Met het wegwijs maken aan boord maken en een praatje in de kuip, maken we het niet te laat. Klaar, met alle voorbereidingen op vier schroefjes na die het zonnepaneel vast en zeker moet zetten.
Regels voor veiligheid is nog geen veilig gevoel
Donderdag, 18 juni 2015
Den Helder
Ze stelt zich voor als Hestia en het beeld kan niet completer. Blond, lang, gekruld haar, atletisch figuur, blauwe ogen en een stralende lach. De naam staat voor een Griekse godin van het vuur met name het huiselijke haardvuur. De griekse trekken zijn geruild voor het Germaanse uiterlijk.
Ik heb geen tijd meer voor andere zorgen op de wereld, ik wil een wit voetje halen en som alle veiligheidsmaatregelen die je maar kunt bedenken op. Hestia is aardig en enthousiast Kustzeiler, en zullen haar als voorzitter van de tocht wel meerdere keren tegenkomen.
Aan de hand van een map vol formulieren en een blad met rode markeringen ondervraagt Hestia me over de veiligheidmaatregelen op de Queen B. Het is meteen de procedure voor de officiële aanmelding voor de aanvang van de Driehoek Noordzee. Na de ondertekening van de verklaring van eigen verantwoordelijkheid krijg ik het logboek en de vlag uitgereikt. Het kan nu beginnen.
Vanochtend allerlei klusjes uitgevoerd om echt helemaal voorbereid te zijn. Er bliven altijd kleine dingen te doen zoals een paar veiligheidsriemen aan het reddingsvest, tape ter afscherming van scherpe delen aan de zeereling, de extra hoefijzerboei aan stuurboord, overbodige troep van boord, nieuwe batterijen in de zaklamp en veel meer van dit soort kleine karweitjes. Opruimen en zeevast stouwen. Gereedschapkist in en uit halen.
In de middag naar de supermarkt voor de verse waar zodat de Queen B nu volledig klaar ligt, om te vertrekken.
Het weerbericht geeft niet veel wind voor de komende dagen maar windrichting is niet ideaal en we zullen het zonder opkruisen er niet vanaf brengen. Ik schat in, dat we er wat langer over zullen doen om op de Orkney’s te komen. We hebben nog even om daar zeker van te zijn en zal me daar morgenavond druk om maken.
Bij een extra controlerondje zie ik dat het onderste lager van de stuurautomaat naar beneden is gegleden zodat ik met een dikke schroevdraaier de boel weer op zijn plek pers. Dit moet ik de komende tijd wel in de gaten houden
Onderzeeër boven de sloot
Zaterdag, 13 juni 2015.
IJmuiden - Den Helder
Voor iemand die voor het eerst aan boord komt is alles nieuw en moet apart bezien en beleefd worden. Mijn fout is dat ik alles zo vanzelfsprekend vind en dat ik me moeilijk kan verplaatsen in de beleving van de leek. Ik stap in een vloeiende beweging aan boord en zet meteen mijn benen in het gangpad. Voor de nieuwkomer is het schatten van afstand tussen steiger en schip al een probleem laat staan als je een grote stap moet doen terwijl je afzetbeen op een wiebelende vingersteiger staat.
Toch is Frans snel thuis aan boord en leergierig. Bij de uitleg aan het voordek om de lijnen uit te vieren heeft hij het snel door en weet zelfs de steken te gebruiken om de landvasten op de kikker te beleggen. Frans viert de voorspring uit en ik kan achteruit tussen de palen schuiven. Ik heb een beetje zorgen over het weer want het waait nu al een 22 knoop in de haven.
Er is afnemende wind voorspeld zodat ik aanneem dat het bij deze kleine 6 Bft zal blijven. Daarbij komt dat ik de wind mee heb zodat het er niet slecht uitziet om op Texel te komen.
Bij het uitvaren van de Marina roep ik de Verkeerscentrale op en krijg toestemming om IJmuiden uit te varen.
Met Frans achter het roer en komen we in de onrust van de golven tussen de pieren. Met 2900 toeren tegen de golven in zien we de punt van het schip verschillende keren verdwijnen in de behoorlijke rollers. Ik zet alleen de Genua en net buiten de Noordpier wordt de zee wat rustiger. De Queen B legt zich op één oor en stuift met 6,5 knoop op de klok, al snel met 8 knoop over de grond, richting het Noorden.
De golven bouwen zich langzaam op en ik zie de snelheid van het schip oplopen naar 7 knoop. De wind neemt toe en al snel is het boven de 30 knoop wind met uitschieters naar 35 knopen. Dit is 8 Bft! Dit had ik niet ingepland en zeker niet voor een eerste kennismaking van mijn nieuwkomer. De Queen B houdt zich kalm voor het stormachtige weer in tegenstelling tot de krakende en drukke marifoon die een reddingsactie meldt aan de Zuidpier van IJmuiden. Later worden er stormwaarschuwingen over de marifoon op kanaal 16 afgegeven.
Twee meter en meer hoge golven, de schuimkoppen waaien er regelmatig vanaf, er klotst met regelmaat water over het gangboord en in de kuip. De automaat staat zijn best te werken en Frans ligt een dutje te doen op de bank in de kuip. Ik geniet van de golven, de wind, de kust en zie dat de schepen van de zandsuppletie naar huis zijn. De mannen die eerst zand baggeren en daarna voor de kust storten om zo een buffer te creëren tegen de strandafkalving, kunnen maandag opnieuw beginnen na dit weer.
In overleg met Frans besluit ik om Texel niet aan te doen maar direct door te varen naar Den Helder. Vlak onder de kust nemen de golven af zodat de Queen B kalm door het water vaart. Mooi uitzicht op de hoge dijk waar een wielerwedstrijd plaats vindt. Kijkend naar het Noorden zie ik de witte zandstrook van het strand met de witte schuimkoppen van de razende golven in het Schulpengat.
Vlak voor de haveningang rol ik het zeil in en vraag toestemming om de haven in te varen. Met marifooncontact kanaal 31 krijg ik een plaats toegewezen in de Marine jachthaven. Frans staat als volleerd voordekker zijn werk te doen en hij neemt mij heel wat werk uit handen. Een Duitser helpt met een lijntje aannemen maar begint meteen de lijn binnen te halen en vast te zetten. Het ontneemt me de mogelijkheid om te manoeuvreren maar ik blijf beleefd en bedank hem voor de hulp. Sommige mensen denken je te helpen maar je raakt er zelfs mee achterop. Genoeg metaforen te maken in het dagelijkse leven.
Ik meld me bij de havenmeester en schrijf me in, ik vraag naar een restaurant en word gestuurd naar het clubgebouw. We gaan op verkenning maar komen uit bij een restaurant met een veredelde frietkaart. Met de honger in de maag, rekening houdend met de afstand naar het volgende restaurant bestellen we te eten.
Bij de avondwandeling lopen we een uitgebreid rondje over het terrein van het Marine museum. De punt van de onderzeeër steekt vervaarlijk uit over de boerensloot.
We zijn vroeg terug aan boord, en als ik terugzie op de tocht van vandaag, dan heb ik spijt dat ik vertrokken ben vanuit IJmuiden en had het een stuk comfortabeler gemaakt als ik Den Helder, via het Noord-Hollandskanaal had aangelopen.
De andere zijde van het verhaal is wel dat de weersvoorspelling anders uitpakte dan verwacht zodat de wind van 8 Bft niet verwacht was. Mijn stelling is meestal niet vertrekken met 6 Bft, er kan je onderweg genoeg overkomen. Dit blijkt inderdaad zo te zijn.
Softstarter
Zondag, 7 juni 2015.
Amsterdam – IJmuiden.
Met een aparte zondagochtend sfeer ontbijt ik in de kuip. Hoor in de flat aan de overkant van de haven enkele mensen roepen en er slaat een deur dicht. Je hoort deze geluiden omdat het overwegend stil is. Het water in de haven is spiegelglad. Na het ochtendritueel van het telefoontje naar mijn Vader, breek ik op en vaar op de motor naar de sluis van IJmuiden. De sluis ziet de Queen B van verre aankomen en houd de sluisdeur open, de twee schepen die al in de kolk liggen moeten blijven wachten. In de sluis ruim ik zoveel mogelijk op en zet alles zeevast binnen. Het is mooi weer om nog een zeiltochtje te maken op zee.
Zonnetje aan de hemel, wind Zuidwest 3-4, zeiltjes op en scherp aan de wind richting windmolenpark. Buiten het havenhoofd van IJmuiden zijn twee grote windmolenparken te zien. Ik vaar richting west van de zuidpier. De molens staat rustig en loom in de wind te draaien. Het is strikt verboden om tussen de palen te varen of te zeilen. De vissers mogen er ook niet tussen zodat er een kraamkamer vis ontstaat. De regelgeving op de Noordzee is niet eenduidig want de Engelsen vinden het geen punt dat je tussen de molens doorvaart. Greenpeace gooit nog een handvol stenen in zee om het voor de visindustrie nog moeilijker te maken. Ik vind het een onredelijke en gevaarlijke aktie van Greenpeace en sta met mijn mening achter de vissers.
De nieuwe stuurautomaat driver uitproberen. Het werk allemaal prima en geniet van de omstandigheden. Tijdens het zeilend varen een boekje lezen en over het water kijken. De Queen B is technisch klaar om de Driehoek te varen resteren alleen nog wat kleine details als een extra lampje in het reddingsvest vastzetten, het toplichtje op de joon, de beugel van hoefijzerboei rechtmaken en een paar veiligheidslijnen aan het reddingsvest zetten. Het geeft allemaal een gerust gevoel.
Terug aan de steiger bouw ik de softstarter in van de transformatos 220-110 volt om te zien of de zekering van de steiger het nu wel aankan. Het werkt. Nu een test voor de generator. De generator komt lui opgang en werkt ook prima. Na deze test wil ik weer walstroom hebben maar vergeet de schakelaar van de generator om te gooien en maak meteen sluiting op het moment dat ik de stekker in de walstroom breng. Vervelend want dat wordt weer de havenmedewerkers vragen om de zekering schakelaar te aktiveren.
Deze zondagavond blijf ik wat langer hangen en ga pas laat richting Vlijmen. De files zijn opgelost, de zon zakt zacht in het landschap als ik naar huis rijd.
Kerstwinkel in de lente
Zaterdag, 6 juni 2015.
IJmuiden – Amsterdam
Met Westenwind is het een fijne zeiltocht naar Amsterdam. Een Bavaria voor me maakt plots snelheid en verdwijnt uit het zicht maar binnen een uur tijd heb ik hem weer ingehaald. Bij weinig wind is de Bavaria in het voordeel en als de wind toeneemt dan komt de zware Queen B in aktie. Ik krijg het schip net niet ingehaald en op het laatste moment ontglipt de Bavaria me en ze krijgt weer wat voorsprong.
In de Aeolus vind ik weer het vertrouwde plaatsje waar de Queen B als zo vaak heeft gelegen en loop naar de Foodmarket van de Jumbo. Een beetje langs de verschillende speciaalzaken te struinen. Van de winkel uit naar de verschillende expressieruimtes en beeldende kunstateliers maar er is geen mogelijkheid om er binnen te komen.
Dan maar naar Datema om de noodpijlen op te halen en loop door de stad. Waterloo-Plein. Straatjes en stegen, winkel in winkel uit, uitgebreid rondkijken. In de betoverde wereld van de kerstwinkel ideeën opdoen voor de komende kerst. Ik reken uit wat een boom kost als ik daar één bepaald soort en gekleurde bal in hang. Ontgoocheld door de mogelijke aanschafprijs loop ik heel voorzichtig de winkel uit zonder iets te breken.
Via de Nes, Oudezijds en de Warmoesstraat loop ik naar de boot terug. Aan boord kruip ik in de hoek met een kussen en gooi de Barbecue aan waar ik een paar worstjes warm maak.
Het wordt een lange avond met veel email- en telefoonverkeer.
Zweten in de auto
Vrijdag, 5 juni 2015
IJmuiden.
Het is snikheet als ik in de auto stap op weg naar de boot. Het is zoals zo vaak alles of niets en het Nederlandse weer valt van het ene extreme in het andere. Op de radio worden zware buien en onweer voorspeld en een front dat over Nederland schuift die ervoor zal zorgen dat de temperatuur snel zal dalen.
Tijdens de autorit daalt de temperatuur gemeten door de auto achter de nummerplaat van 35,5 graad naar 19,5 graad. Dat is 16 graden in twee uur. Dit is ongekend voor me maar ook voor de KNMI want het blijkt maar 5 keer eerder voorgekomen te zijn in de laatste 200 jaar.
Zwetend ingestapt in Brabant en na de tocht plus fileleed uitstappen met een trui.
De tunnel onder het Noordzeekanaal is geblokkeerd. De hele regio is ontregeld en het zorgt voor een uur extra reistijd.
Korsetten van walvisbaleinen
Zondag, 31 mei 2015.
Alkmaardermeer - IJmuiden
Met prachtig stralend weer in de kuip aan het ontbijt. De zon schijnt en de temperatuur is niet hoog maar goed te doen. Kop koffie, boterhammetje en zicht op het minnespel van twee futen maken een mooie start van de dag. Eenden vliegen luid snaterend voorbij en twee waterhoentjes maken het leven van de veel grotere Futen lastig. De Futen laten zich verdrijven door een Waterhoentje die zijn kop op het water legt en met flink vaart, op ramkoers naar Fuut zwemt. De Fuut zwemt weg. Na een wandeling over het eiland, op weg terug naar IJmuiden. Weer alle bruggen die open moeten voor een eenzaam jachtje, en opnieuw de mooie molens met de Hollandse sfeer. Het is ondertussen bewolkt en er valt af en toe een druppel regen. De toeristen blijven weg van de attracties. Verrassend is vooral te lezen op internet dat de Zaanstreek ook bekend is van de Walvisvaart.
De walvisvaart had niet alleen in economisch opzicht gevolgen voor de Zaanstreek. Ook in het panorama van de regio was de invloed merkbaar. In rap tempo verschenen traankokerijen - fabrieken waar men de aangebrachte stukken walvisspek kookten tot traan. Zo stonden in 1731 niet minder dan zeven kokerijen in Oost-Zaandam, één in West-Zaandam, zes in Oostzaan, één in Westzaan en één in Jisp. Hoewel sommige traankokerijen wel 25 kilometer van Zaandam verwijderd waren, was de stank overal in de stad waarneembaar. Vanuit steden en dorpen als Oost-Zaandam, West-Zaandam, Oostzaan, Westzaan en Jisp werd de walvistraan over grote delen van Nederland, maak ook nog wel buiten de landsgrenzen, gedistribueerd. Traan vond nog steeds zijn weg naar de aloude trafieken, terwijl de stroken balein tot in de 19de eeuw op grote schaal werden verwerkt in dameskleding (korsetten) en gebruiksvoorwerpen als hoedendozen, tabaksdozen, paraplu's en parasols, waaiers en brilmonturen. Bovendien brachten walvisvaarders tot ver in de 18de eeuw grote hoeveelheden walvisbotten mee, waarvan in een speciaal daarvoor uitgeruste kokerij in Oostzaan lijm werd gemaakt.
Dat moet hier behoorlijk gestonken hebben. Ik kijk nu met totaal andere ogen naar deze streek en zal er volgende keer nog meer aandacht aan besteden.
Na de molens en de sluis draai ik het Noordzeekanaal op om via de bekende route terug te varen naar de box. Met de nieuwe techniek draait de Queen B moeiteloos tussen de palen en leg aan, een leuk en geslaagd weekend.
Revolutie in de houtzagerij
Zaterdag, 30 mei 2015.
IJmuiden – Alkmaardermeer
Gisteren aan boord gekomen om de week te “resetten”. Het is rustig aan boord en installeer de nieuwe computer aan boord. De techniek wordt steeds goedkoper en is meer en meer gebruiksvriendelijk. Ik loop alleen tegen het probleem dat er geen com-poort open staat en bel met mijn zoon over dit probleem. Ik krijg te horen dat ik waarschijnlijk een antiek programma geïnstalleerd heb. Ja, dat heb ik weer als knopjes-nerd. Laat het er niet bij zitten en door een hoop geharrewar in het aansturingprogramma krijg ik ineens toegang tot 14 poorten. Met enige trots zie ik plots mijn navigatieprogramma werken. Op het beeld zie ik mezelf aan de steiger in IJmuiden liggen.
Deze ochtend om negen uur naar de sluis en vaar op zeil naar Zaandam. Net achter de sluis meer ik aan bij een steiger en ga boodschappen doen in de stad. Zaandam is gezellig leuk en verwonder me nogmaals over de originele architectuur van het hotel en het station. Tegen de avond haal ik mijn bezoek van het station en we schepen direct in om de tocht naar de molens te maken. De molens staan op de dijk te malen maar zie niet veel toeristen. Een stukje Nederlands erfgoed op terreinwaar al eeuwenlang de vloot van de Hollandse schepen werden gebouwd.
Met de opkomst van de Zaanse handel en scheepvaart in de 15de en 16de eeuw kwam ook de scheepsbouw op. Door de hele streek verspreid lagen scheepswerven. Deze kleine boerenwerfjes konden moeilijk concurreren met werven uit de steden. Dit veranderde met de uitvinding van de houtzaagmolen. Zagen met een molen was goedkoper en ging sneller dan zagen met de hand. In de steden waar ook scheepswerven lagen (Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen, Edam) hielden de houtzagergilden de bouw van houtzaagmolens echter tegen. De houtzagers, die met de hand zaagden, waren bang door de molens hun werk te verliezen. De Zaanstreek was platteland en daar bestonden geen gilden. Hier werden dan ook veel houtzaagmolens gebouwd. Door het goedkope hout van deze molens waren Zaanse werven ook goedkoper.
Binnen twintig jaar hadden de Zaanse scheepsbouwers de meeste werven uit de steden weggeconcurreerd. De Zaanse werven waren niet alleen goedkoop omdat er windmolens werden gebruikt, maar ook omdat de lonen op het platteland laag waren en omdat de werven waren gebouwd van afvalhout. Tijdens archeologisch onderzoek naar de scheepswerven aan de Hogendijk in Zaandam bleek dat voor de bouw van deze werfhellingen en loodsen hout van gesloopte schepen was gebruikt - lekker goedkoop. De VOC-werf in Amsterdam was van nieuw - en dus duurder - hout gemaakt.
Het hoogtepunt van de Zaanse scheepbouw lag rond 1700-1730 toen vanaf 26 werven jaarlijks zo'n 100 tot 150 zeegaande schepen van stapel liepen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tsaar Peter de Grote in 1697 naar Zaandam kwam om de scheepsbouw te leren. Door concurrentie uit het buitenland en de teruggang van de Nederlandse scheepvaart nam aantal scheepswerven langzaam af, van 23 in 1750 tot slechts twee of drie in 1794.
In de tweede helft van de 19de eeuw, met de nieuwe opbloei van de Nederlandse economie, waren er in de Zaanstreek weer enige werven te vinden waar zeegaande schepen werden gebouwd. De Zaanstreek zou echter nooit meer het scheepsbouwcentrum van Europa worden, zoals dat rond 1700 het geval was.
Met het voorbij glijden van de molens realiseer je vaak niet wat voor een wereld betekenis een simpele molen heeft gehad zoals een houtzagerij aangedreven door een molen.
Na het passeren van de vele bruggen vind ik een plaatsje aan een eiland op het Alkmaardermeer. De nieuwe barbecue wordt uitgeprobeerd en raak erg enthousiast over de mogelijkheden. Het blijft fris maar de ondergaande zon achter de rietkragen, de knusheid in de kuip met de barbecue maken een bijzonder avond.
Laderfobie
Zondag, 17 mei 2015.
Amsterdam – IJmuiden.
Opstaan met regen is meer regel dan uitzondering en zo ook deze ochtend. Regen met veel wind vaar ik de haven van Aeolus uit om terug te varen naar IJmuiden. Het is al zo vaak verteld en beschreven dat het niet bijzonder meer is. Toch geniet ik van het uitzicht op het Noordzeekanaal. De schepen, de verlaten onderzeeër, de partyschepen, de veerboten en het continue gekraak van de marifoon. Of dat de Queen B zich op de landingsbaan van Schiphol bevindt. De sluis draait meteen open op het moment dat ik aanvaar en leg het schip vast op de middenbolder. Het middenbolder varen is de oplossing voor de soloklanten zoals ik. Het schip gaat wel even vreemd op en neer bij het strak trekken van de lijn maar je weet ook dat het schip geen enkele kant op kan dan langszij de kade.
In de haven van IJmuiden sla ik de lijn ook om de buis van de meerpaal en het schip gaat meteen met de kop op drift met de wind mee. Met een beetje manoeuvreren op motor en vastzittend aan de paal komt de Queen B netjes gecontroleerd op zijn ligplaats te liggen. Ik moet twee keer lopen om de tassen met onderdelen van het schip te halen maar het krijgt steeds meer vorm voor het vertrek Driehoek.
Ik krijg een laderfobie. Een tas vol met laders voor je Ipad, E-Reader, horloge, computer, telefoon etc. En het zijn allemaal andere aansluitpunten.
Waar staat jouw huis?
Zaterdag 16 mei 2015.
Amsterdam.
Met de Museumkaart op zak wil ik naar de tentoonstelling van Matisse. Ik maak er een leuke wandeling van om via de Jordaan naar het Museumplein te lopen. De fiets toch thuis gelaten om niet de angst te hebben dat deze gestolen wordt. Het maakt de handen vrij maar wel met blaren op de voeten. Op het Rembrandtplein strijk ik neer voor een kop koffie en op het moment dat ik zit, begint het te regenen. Ik vermaak me prima met een groot gezelschap in het blikveld dat een vrijgezellenfeestje houdt. De uitverkoren “nog vrijgezel” staat in apart aangemeten pak en ze hebben een glas bier over zijn gulp uitgestort, zodat het toch wel erg leuk moet gaan worden. Humor uit de polder en ik plaats ze als een lerarenteam uit het oosten van het land.
Als de bui weg getrokken is loop ik naar het Rijksmuseum waar een rij van een kilometer staat voor de Late Rembrandt tentoonstelling. Ik bedenk me nog, iedereen die hier staat, staat niet voor Matisse bij het Stedelijk Museum. Ook bij de expositie Matisse is er een ellenlange rij van mensen. Met de museumkaart vastgeklemd in de knuisten storm ik naar voor om in de speciale rij van kaarthouders, VIP mensen en ander gespuis, een klantvriendelijke behandeling te krijgen. Nee, niet voor mij! Ik moet bijbetalen op mijn abonnement en dien gewoon aan te sluiten in de rij die net voorbij Breukelen begint aan te schuiven. Daar heb ik geen zin in en loop via het Concertgebouw naar de Albert Cuijp. Op de Albert Cuijp heb je geen kortingskaart of Abonnement nodig zodat ik heerlijk verdwaal tussen de groenten, vis, leren jasjes, mobilehoesjes en langzaam strompelende mensen die tegen elkaar roepen: Moet je nou eens kijken!
Op het eind van de middag op weg naar de boot waar ik vlak voor de Kalverstraat elektrononderdelen winkel vind. Ideeën opdoen tussen de stellingen en koop er een verbindingsstukje voor een coaxkabel. Een Marokkaanse winkelbediende maakt er een sympathieke show van en met een grote glimlach loop ik naar de kassa. Zo kan het, en zo moet het. Het gebruik van de Nederlandse taal op een Mediterrane manier, geeft een nieuw inzicht hoe je taal kunt beleven.
Met de vouwfiets de stad in
Vrijdag, 15 mei 2015
Amsterdam
Het regent pijpenstelen en het trekt totaal niet om aan te varen. Ik heb half en half een afspraak om naar Luc te varen. Luc ligt met zijn schip in Den Helder. Dat zou een lange dag varen zijn in de kou en de miezer. Ik besluit om te blijven liggen en haal de vouwfiets uit de bak en fiets de stad in. Bij een scheepswinkel haal ik een olielamp op die ik al heel lang wil hebben. Met een veel te grote doos aan het stuur rijd ik door de drukke straten en moet eigenlijk eerder naar de boot om dat het niet gemakkelijk is. Dit is een extra argument voor de consument om je spullen thuis te laten bezorgen. Waarom stelt de winkelier al niet meteen voor om het te verzenden zodat de klant zich op zijn gemak gesteld wordt om verder te shoppen. Winkeliers pas je aan, je hebt de voordelen van het zien en voelen maar gebruik de voordelen van de webshops door het thuis te laten brengen.
Ik haal de lamp uit de doos en vul hem meteen af met petroleum en steek er de brand in. Langzaam verspreid de geur van warme lucht met een zweem van petroleum damp door de ruimte. Het is een gezellig licht, en de lamp past heel gemakkelijk door deze over de haak van het luik te hangen.
Met Google vind ik een stukje geschiedenis voor de voor ons zo vanzelfsprekende lamp. Dit blijkt niet zo vanzelfsprekend te zijn, en haal een klein stukje geschiedenis aan uit het lange epistel wat ik hierover te lezen krijg. In 1783 verbeterde de Fransman Aimé Argand de capilaire werking van de pit. In plaats van een pit plaatste hij een plat stukje geweven katoen tussen twee koperen buisjes in een cilinder. De zuurstoftoevoer naar de vlam werd hierdoor zo optimaal dat een lamp de lichtsterkte kreeg van wel twintig kaarsen. Dit noemde men een Argandbrander of ook wel een holle pit. Lampen met een dergelijke brander werden later vaak 'Argand lampen' genoemd.
Deze uitvinding werd verder verbeterd door de Fransman Quinquet, die een trekglas bovenop de vlam plaatste. Hierdoor werd de lucht vastgehouden en bij een vernauwing samengeperst, waardoor de zuurstof nog beter tot de vlam doordrong. Een nadeel van het trekglas was dat de gebruiker er een beetje handigheid mee moest hebben. De instellingen kwamen nogal precies en konden per stelplaats verschillen. Bovendien was een trekglas kwetsbaar en zullen er velen gesneuveldzijn.
Tegen de avond loop ik de markthal van de Jumbo binnen. Leuk concept, je hebt het idee dat je van de ene speciaalzaak naar de andere loopt. Verzamel mijn avondeten en loop naar de Queen B om lekker te koken met de kachel aan.
Winkelen in Amsterdam
Donderdag, 14 mei 20015
IJmuiden – Amsterdam
Gisteravond aan boord gekomen om te kunnen genieten van een lang Hemelvaart weekend. Het is regenachtig en fris, het blijft maar onder de maat met het weer. Vanochtend haal ik mijn bezoek op van het station Haarlem en vaar richting sluis IJmuiden Het gaat vanzelf en zeker met de hulp aan boord staat de sluisdeur al snel open richting Amsterdam. Het is een leuke tocht met veel grote zeeschepen, tegemoetkomende jachten en kan mijn hart ophalen om over de omgeving te vertellen.
Het is altijd weer fijn om in het vertrouwde plekje in de jachthaven van de Aeolus aan te leggen. Met een uitgebreide wandeling door de stad van het ene vreemde winkeltje naar het andere, gaan we uiteindelijk in de Storkfabriek een hapje eten waarna ik het bezoek weer naar het station breng. Ik loop lekker terug naar de boot en zet de kachel aan om de kou uit het lijf te krijgen.
Het Centraal Station begint in Amsterdam zijn vorm te krijgen. Een grote hal is er aan vast gebouwd zodat er een bushalte opde eerste verdieping ontstaat en er een aansluiting zal komen aan de metro in de stad. Een echt verkeersknooppunt zonder weerga. Veerschepen die af en aan varen.
Volgens een oud artikel in de Volkskrant:
De verbouwing duurt tien jaar. Het geeft een 'tijdje overlast', zeggen de plannenmakers, maar dan staat er ook wat voor de toekomst. Kosten van het project: ruim een miljard gulden.
Aan het uiterlijk van het monumentale stationsgebouw verandert niets. Maar volgens de plannen herinnert in 2010 nog maar weinig aan het huidige, rommelige beeld eromheen.
Voor stads- en streekbussen komt er een overzichtelijk station aan de IJ-oever, de fietsen moeten worden geparkeerd onder het station - er komen zesduizend plaatsen - en het informatiekantoor van het Gemeentevervoerbedrijf verhuist.
De trams verdwijnen tijdelijk van hun oude plaats, maar komen terug. Er is nog geen besluit genomen over de standplaats voor de taxi's.
Het Stationseiland wordt het domein van de voetganger. Hij hoeft nooit meer te wachten bij het oversteken naar het Damrak. Langs het Victoria-hotel mogen geen auto's meer rijden. Achter het station, onder de De Ruijterkade, komt voor het autoverkeer tussen oost en west een vierbaans tunnel.
Jack Hock, coördinator Stations eiland, spreekt van een 'rode loper' voor de voetganger. 'Komend van het Damrak treft de wandelaar op het Stationseiland de meeste vormen van openbaar vervoer aan. De tram, de metro, de trein, de bus. En als hij bij het water komt, ligt daar de veerpont klaar. Overal zijn mogelijkheden voor soepel in- en overstappen.'
Voor het openbaar vervoer in Amsterdam wordt het Stationseiland steeds belangrijker, zegt Hock. Hij wijst op het groeiend treinverkeer, de aanleg van de ondergrondse Noord-Zuidlijn en de IJ-tram vanaf de toekomstige woonwijk IJburg. De Noord-Zuidlijn verbindt Amsterdam-Noord met station RAI en moet in 2008 klaar zijn, de IJ-tram moet over drie jaar kunnen rijden.
Tijdens de bouw mag geen bus, trein of tram uitvallen. Hock: 'De reiziger blijft welkom, hoewel hij enige hinder van de werkzaamheden zal ondervinden. De bereikbaarheid van het station is, als alles volgens plan verloopt, voortdurend gegarandeerd.'
Hock vertelt dat computermodellen zijn ontwikkeld voor een goede aan- en afvoer van bouwmaterialen. Zo is ook de dagelijkse stroom van 240 duizend reizigers in beeld gebracht. Op die manier kunnen tijdig knelpunten worden opgespoord.
'We weten nu al dat in 2003 een probleem ontstaat bij de schuifdeur aan de westzijde van het station. Die deur is veel te smal voor de omleiding van de reizigers. Daar gaan we dus wat aan doen. Het is een klein voorbeeld van hoe we problemen proberen te voorkomen,' aldus Hock.
Vandaag begint de bouw officieel met de werkzaamheden voor een tijdelijke stalling voor 2500 fietsen bij het Ibis-hotel en de opening van de Westtunnel van het Centraal station.
De Westtunnel wordt voor de treinreiziger de komende jaren de belangrijkste weg naar de perrons. Vanwege de bouw van de halte van de Noord-Zuidlijn wordt de middelste voetgangerstunnel, de huidige hoofdroute, gedurende twee of drie jaar deels afgesloten.
Onder het stationsplein komt een centrale metrohal, vanwaar de reiziger de Noord-Zuidlijn, de Amstelveenlijn en de ondergrondse naar Amsterdam-Zuidoost kan bereiken. Aan de IJ-zijde wordt ook een metrohal gebouwd. De NS gaat de westelijke sporen en perronnen van Amsterdam CS verlengen. Hierdoor kunnen er langere treinen stoppen, onder meer de hogesnelheidstrein.
Allemaal wel wat later gerealiseerd en inmiddels in Euro's afgerekend, ben benieuwd wat uiteindelijk de nacalculatie is. Ik moet bekennen dat het indrukwekkend is.
Het Jachtje draait bij.
Zondag, 10 mei 2015
Stellendam – IJmuiden
Met een prachtige zonsopgang vaar ik de sluis uit. De zon komt met allerlei schakeringen van rood, die het zwart van de nacht verdrijft. Het is bijna windstil en de vissersschepen in de haven stralen een ongekende rust uit. De zon probeert zich tussen de masten en de verstaging van de schepen te wriemelen. Het is zoals vanouds genieten van de pracht. De meeuwen schreeuwen me naar de zee toe en volg de bebakende vaargeul naar de uiterton. Drie tonnen voor het eind zet ik koers naar de Maasvlakte.
Jammer genoeg moet ik motoren omdat er te weinig wind staat. Vlak bij de oversteek van de vaargeul roep ik de Verkeerscentrale op, maar krijg geen contact. Er komt een groot zeeschip met grote snelheid aan en draai bij om achter het schip de vaargeul over te steken. Ik hoor over de marifoon van het zeeschip dat deze aan de verkeerscentrale meldt, dat het jachtje bijdraait en dat het goed gaat. Na de verkeerscentrale is het genieten van het zonnetje in de kuip.
De stuurautomaat doet het stuurwerk en de motor zorgt voor de voortgang en ook de ebstroom zet de Queen B met twee mijl de goede kant op. Ik besluit door te varen naar IJmuiden in plaats van een tussenstop in Scheveningen. Rond 1300 uur kom ik bij de Zuidpier en roep de verkeerscentrale van IJmuiden op. Deze verbinding komt wel goed tot stand en krijg toestemming om binnen te varen zonder dat er bijzonderheden zijn.
In de Seaport Marina zoek ik de box op, eindelijk weer in de thuishaven. Terugkijkend op een aantal mooie weekenden en de reis naar Engeland. Het zit er weer op. Met de bus en de trein naar huis. Ik maak een omweg, door over Haarlem te rijden en kom een uurtje later thuis dan verwacht. Openbaar vervoer is comfortabel, maar je moet wel de tijd nemen.
Koeling terwijl het koud is
Zaterdag, 9 mei 2015.
Willemstad –Stellendam.
Olav staat al vroeg voor het toegangshek. Met een vrolijkheid vraagt hij om een kar maar moet hem helaas teleurstellen. Geen kar maar wel twee extra handen om de spullen aan boord te brengen. Na de koffie duikt hij de bakskist in en ik neem alleen maar onderdelen in ontvangst van de koelinstallatie. Ik krijg een uitleg over de werking en een stukje geschiedenis van de ontwikkeling koelkast. Het is een techniek van begin twintigste eeuw.
De koelende werking ontleent de diepvriezer meestal aan de verdamping van een vloeistof, waarbij energie in de vorm van warmte aan de omgeving (product) wordt onttrokken. De damp wordt in een compressor weer samengeperst en daarna weer vloeibaar gemaakt (gecondenseerd) onder het vrijkomen van warmte die aan de achterkant van de diepvriezer via een buizenstelsel in de vorm van een rooster (de condensor) wordt afgegeven. Toen men zich bewust werd van de schadelijke werking van Freon op onder andere de ozonlaag, is er gezocht naar alternatieven. Tegenwoordig wordt daarom veel gebruikgemaakt van andere koudemiddelen, de HFK's.
Na een uurtje sleutelen, solderen en vervangen van onderdelen koelt de kast weer als vanouds. Veel minder geluid en de platen in de koelkast zijn al snel erg koud. Dat belooft wat.
Rond 1200 uur zwaai ik Olav uit en maak de Queen B klaar om te vertrekken. Het waait stevig maar gelukkig blijft het onder de windkracht zes want anders draait de Haringvlietbrug niet. Ik roep de brug op en deze geeft aan dat er gedraaid wordt, als de wind niet teveel toeneemt om 1400 uur. Ik neem de tussenliggende tijd te baat om in Willemstad te gaan tanken. Ik laat me weer wijsmaken dat de dieselolie geen vervuilende bacterie heeft en dat er een middel standaard is toegevoegd. Hoeveel keer heb ik dit al gehoord. Met een volle tank snor ik naar de brug. Grote rollers en schuimkoppen verschijnen op het water en hoop dat de brugwachter niet teveel op zijn windmeter kijkt want er staat wel degelijk een zes Bft. Precies op tijd draait de brug en een viertal jachten spurten de brug door waarna de brug zich sluit. Ik vaar naar de zuidkant vaarwater en zet het grootzeil om motorzeilend tegen de wind en golven te varen. De wind zet nu flink door en het is niet leuk meer. Ik meet een 33 knoop op de klok en dit is helemaal niet voorspeld. Bij de ingang van Middelharnis zie ik een mooi ankerplekje en vaar naar de kant. Het vreemde is dat de diepte al maar toeneemt en zie vlak bij de kust achter de pieren van de haveningang een diepte van 50 meter. Dat is moeilijk ankeren en na twee pogingen vlak bij de zwemlijn houdt het anker niet. Dan toch maar verder.
De hoge kant volgend kom ik bij Stellendam en roep op. Krijg een plek toegewezen en een man met vrouw vangen me op. Deze vertellen me dat er een 8 Bft waaide. Dat klopt volgens mijn windmeter maar de havenmeester doet er nog een schepje bovenop door te zeggen dat hij 40 knoop heeft gemeten. En dit allemaal in tegenstelling van het weerbericht met 20 knoop wind.
In de loop van de avond valt de wind langzaam weg. Het wordt een mooie avond en een laatste bui frist het frisse weer een beetje op.
Inslag vlakbij
Dinsdag, 5 mei 2015.
Veerse Meer – Willemstad.
Een ziekenauto komt met sirene op de brug tot stilstand en wordt meteen gevolgd door een politieauto. Met marifoon wordt ik op de hoogte gesteld dat de sluis gestremd is omdat er een ongeluk is gebeurd op de sluis. Daar gaat mijn vroeg opstaan. Er staat flink wat wind en houd het schip in de wind met een laag toerental van de motor. Na een uurtje wachten kom er een volgend zeilschip aan en breng de schippers op de hoogte van de stremming. Meteen na de melding springt het licht van de sluis op rood groen. De volgers zullen wel gedacht hebben, die kan mooi vertellen. Na de sluis het zeil op en met de forse wind in het zeil de Oosterschelde op. Het is een beetje zoeken naar de ton waar ik bakboord uit om de Hompelplaat kan varen. Het gaat allemaal uitstekend en ben binnen de kortste keren op het Zijpe. Het begint steeds harder te waaien maar alles in onder controle. Bij de Krammersluis leg ik het achterschip vast en wacht op de sluis. In de Krammersluis komt een zeilschip langszij waar ik aan de praat kom. We blijken nogal wat gemeenschappelijke kennissen te hebben.
Na de sluis zet ik meteen het zeil en de wind neemt ineens toe. De windmeter geeft 35 knopen aan en het begint te regenen. Het regent en waait nu zo hard dat er geen hand voor ogen te zien is. De Queen B wordt in een hoek van 20 graden gegooid en loopt bijna uit het roer. De bimini staat vervaarlijk te klapperen en er waaien golven over de rand van het schip en ik word behoorlijk nat van het koude spatwater. Doorwater nat, met verkleumde vingers aan het stuurwiel zoek ik ingespannen naar de volgende ton die niet te zien is. Ik loop naar de computer en zie op het beeld dat ik recht naar de boei vaar. Terug aan het stuurwiel zie ik een flits en meteen een geweldige klap van het onweer wat nu boven me losbarst. Ik ruik de ozon om me heen en realiseer me dat de inslag niet ver van mijn mast is ingeslagen. Mijn apparatuur blijft het normaal doen en voel me weer een beetje gerust. Dit moet geluk zijn geweest, of geen pech.
Het schip, dat met me mee gesluisd heeft, vaart op de motor, de Queen B met gereefde fok is veel sneller dan zij. Al met al is het een bijzondere tocht, ik kan er nog van genieten ook. Over de marifoon hoor ik van verschillende vrachtschepen het commentaar op de weersgesteldheid. Bij de Volkeraksluis gaat de sluis meteen open en vaar alleen in de kolk. Meteen na de invaart sluit de deur en kan nu zonder de harde wind van achter aanleggen. Ik lig onder de brug en de regen valt met bakken uit de lucht. Mooi droog schutten, wat een service van de Rijkswaterstaat. Na de sluis waait het hard en vaar naar de jachthaven de Batterij in Willemstad waar ik een box toegewezen krijg. In de beschutting van de buurschepen gaat het aanleggen vanzelf. Bij de havenmeester raak ik leuk in gesprek en het achterlaten voor enkele dagen in de haven is geen probleem. Het was een gevarieerde heftige dag. Toch weer bijzonder, nooit te voorspellen hoe het gaat.
Wachten duurt lang
Maandag, 4 mei 2015.
Vlissingen – Veerse Meer.
De familiefeestjes achter de rug en vanochtend op het werk de stand opmaken. Het gaat allemaal volgens planning en kan om op tijd naar het station. Met de Ov-kaart in de hand en met de nodige piepjes aan de automaat laat ik me door de trein naar Vlissingen brengen. Een stukje lopen en zie de Queen B, in het zonnetje liggen. Het is mooi weer en tijd om zo snel mogelijk te vertrekken.
Motor aan en meld me bij de eerste brug. Hier wordt ik geconfronteerd met het eerste oponthoud. Wachten duurt lang en maak verschillende rondjes om het schip van de wal af te houden. Eindelijk na een half uur gaat de eerste brug open maar bij de tweede krijg ik geen enkele reactie. Toch maar eens roepen en als antwoord dat het nog een kwartier wordt. Dit gaat niet opschieten want bij de derde brug is het ook mis. Wachten duurt lang maar na de bruggen in de stad van Middelburg gaat het ineens goed. Een groot binnenvaart passagiersschip vaart voor me en vaart precies 5,5 knoop. Ik kan inhalen maar blijf maar in het kielzog varen. Het is net als struikelen omdat je niet de eigen snelheid kan lopen. Tijd genoeg denk ik maar, het is toch 1800 uur als ik bij de sluis van Veere komen. Ik hoor de voorganger de sluis roepen en vervolgens roep ik ook op. Beide sluizen worden klaar gemaakt. Ik ben het eerst uit de sluis en vaar nu voor het passagiersschip uit. Het laatste stuk kanaal uit en vaar stuurboord het “Veerse Meer” op.
Tonnetjes volgend op weg naar de sluis. Na een uur varen heb ik er genoeg van en zoek een ankerplekje op voor een eiland om beschutting voor de voorspelde wind te krijgen. Na twee pogingen ankeren is er houvast en begin met de scheepsmaaltijd. Een samengestelde maaltijd van oude blikjes uit de voorraad. Spaanse en Caribische etiketten geven een spannende lekkere hap. In de kuip geniet ik van de zonsondergang en het mooie frisse weer. In de loop van de nacht controleer ik het mogelijke krabben van het anker en merk dat het flink doorregent. Binnen is het warm.
Zwartrijden
Vrijdag, 1 mei 2015.
Vlissingen
We geven elk vertrekkend schip een afscheidsignaal met de luchthoorn uit een spuitbus. Het busje wordt flink koud na een 15 tal signalen maar het is een soort eindsignaal van een heerlijke week zeilen en met elkaar zijn. We laten de groep gaan om familieverplichtingen in het weekend in te vullen.
Na het ontbijt in de kuip ruimen we de rommel op en pakken de tassen in om naar huis te treinen. Het loopt een beetje vreemd bij het inchecken met de ov-kaart. Ik heb twee ov-kaarten en geef per ongeluk de ingecheckte kaart aan Koen die onbewust bij het piepen weer uitcheckt. Gelukkig heeft de conducteur de situatie gezien en moet min of meer lachen om de vreemde situatie en zegt dat we alsnog in Goes moeten inchecken. Rijden we toch mooi zwart met toestemming van de conducteur van Vlissingen naar Goes. In Goes checkt Koen in en rijden we weer wit. Ik kan geen verschil in comfort vinden tussen wit en zwart rijden, toch voelt het een stuk beter als alles volgens de regels gaat.
De oudste zoon haalt ons van het station in ’s-Hertogenbosch en brengt ons eerst naar Waalwijk om nog een uurtje op het werk te zijn. Genietend terugzien op een mooie tocht, ondanks de organisatie door de weesromstandigheden ongeorganiseerd geraakt maar alles is prima uitgepakt.
Grens tussen België en Nederland
Donderdag, 30 april 2015
Oostende – Vlissingen.
Om de ochtend binnen te laten schuif ik het luik open en zie de lege blikjes in de kuip staan, de laatste afzakker van de heren. Het afscheid van het nachleven in Oostende. Ondanks de korte nacht staat Koen fris en monter aan dek en maken we los. De Mira Seti is ons voor, wij als tweede en zie de andere zeilers al gereed maken voor vertrek. Er waait te weinig wind om met het zeilen te beginnen maar net voorbij Zeebrugge gaan de lappen toch op. We schuiven naar de landsgrenzen en zeilen naar de aanbevolen ton om recht de vaarroute over te steken naar Vlissingen.
De grenzen van de territoriale zeeën en het continentaal plat van beide landen werden afgebakend bij de verdragen van Brussel van 18 december 1996. De exacte bepaling van de grens is van recente datum en het is me in de krant aan me voorbij gegaan.
Ik meld me keurig aan om over te steken en krijg toestemming. Geen bijzonderheden geeft de “operator” aan maar bij de haveningang worden we opgeroepen om op twee uitgaande zeeschepen te wachten. Bij de ton strijken we de zeilen en houdt de motor bij om achter de boei te wachten op de twee schepen. Het gaat allemaal vanzelf en varen naar de sluis waar een groot schip ons inhaalt. Deze gaat voor in de sluis maar de sluismeester maakt meteen de kleine sluis voor ons klaar. Het gaat allemaal erg vlot en we zijn zelfs eerder uit de sluis dan het grote schip.
In de haven worden we naar de Engelandvaardersteiger geroepen en leggen naast de Stormjonker aan. De avond wordt zeer gezellig door de verschillende sketches en liedjes die de verschillende bemanningen opvoeren. De fameuze sloepenrol van de Bossche zeilers. Frans legt allemaal nog eens uit, de lange of korte versie? De korte versie duurt lang genoeg om de avond te vullen zodat hij vriendelijk dringend gevraagd wordt om een extreem korte versie te geven.
Het gezelschap is nu compleet geworden omdat in de loop van de middag de rest zich heeft aangesloten. Het is een vrolijk gezicht en de havenmeester met zijn vrouw hebben duidelijk plezier in het bonte gezelschap.
Vlaamse frites
Woensdag, 29 april 2015.
Oostende
Stad aan de Noordzee. Het verkeer aan de rand van de haven, het wiegen van het water veroorzaakt door de swell van de haveningang en het zonnetje, geven me een vakantiegevoel, ook omdat ik broodjes haal bij de bakker. Zelfs bij de bakker is er een gevoel van buitenland, ondanks mijn Nederlandse mond waarmee ik gewoon de bestelling kan doen. Het assortiment bij de bakker is veel uitgebreider dan in Nederland. Twee croissants en een gesneden bolleke in een zak loop ik retour de Queen B waar Koen de tafel heeft gedekt.
Even overleg hoe de dag in te vullen besluiten we een wandeling door het dorp te maken. In de Kapelstraat lopen we een winkel binnen die een Lotus barbecue in de aanbieding heeft. De winkelier geeft er een uitgebreide en zeer vriendelijke uitleg. De aankoop nog even uitstellen want om nu aan het begin van de wandeling met een grote doos te gaan wandelen is mij een beetje veel van het goede. Ik beloof de man terug te komen maar later blijkt dat een loze belofte. Zigzaggend door de straat, van winkel naar winkel komen we uit op de boulevard. Het is allemaal veel te koud en nog te vroeg in het jaar zodat de boulevard maar een kale betonnen vlakte is. Op een verwarmd terras in de vorm van een serre drinken we een kop koffie en lopen met een groet boog terug richting haven. Koen wil een echte zak Vlaamse frites met mayonaise scoren. Het friteskot dat we uitzoeken blijkt net een stap doorontwikkeld te zijn, zodat het toch een Vol au Vent (kippepastei) wordt voor Koen en voor mij een stukje kip met een groot bord frites met de licht zure Belgische mayonaise. Het smaakt goed maar Koen is licht teleurgesteld want hij had zichzelf zo graag gezien met een grote puntzak frites doordrenkt met een grote klodder dikke Mayo.
De visstalletjes afstruinen en lopen terug naar de boot. De kuip zit binnen de kortste keren vol met goei volk. Grote verhalen en de afspraak om vanavond boven een borrel te drinken met de echte Engelandvaarders. Het wordt een gezellige avond en ik hoor Koen heel vroeg in de ochtend de boot binnenklimmen.
Fotoshoot
Dinsdag, 28 april 2015
Woolverstone – Oostende
Witte kammen op de golven. De wind staat van schuin achter en jaagt de Queen B naar België. Het is heerlijk varen en we tikken een snelheid van 8,67 mijl op de klok aan. Het schip zwaait en schommelt maar dit wordt door de mooie omgeving dik gecompenseerd.
In het Verkeersscheidingsstelsel moeten we iets wijken voor een groot schip maar ook hier zit alles mee zodat we een snelle en comfortabele tocht maken.
Vanochtend ben ik klokslag 06,30 Engelse tijd aan dek en tref een Peter aan dek met een dikke glimlach. Geen enkel spoor van ochtend humeur gooit hij de lijnen los om ons van de steiger te laten ontsnappen. Zij zullen vandaag hier blijven om de omgeving te verkennen. Wij zijn weg en ik zie later de Mira Seti vertrekken. De rivier zakken we af op motor maar voor de terminals van Felixstowe gaan de zeilen erop en stop de motor. De wind is ruim en een 4 Bft zodat we al een lekker gangetje hebben. De zon verdrijft het gevoel van de koude wind over het water zodat de wereld er heel wat vrolijker uitziet. De Mira Seti haalt ons in en we kunnen van elkaars schepen een leuke serie foto’s maken. Na de fotoshoots, waar de kont, romp, aankleding en de verzorging van de Queen B volledig tot zijn recht komen scheiden heel langzaam onze wegen. Jan jr. is druk bezig om de fokkeloet te plaatsen en dat gaat in eerste instantie niet helemaal naar wens. Na het ontwarren van het zandloper model in de fok met een behoorlijke dosis jongleren van Jan krijgt hij de boel aan de gang en de Mira Seti weet in al zijn pracht naar het Belgisch bier te snellen.
Ruim voor het donker varen we Oostende binnen en worden opgewacht door de echte Engelandvaarders van dit moment want de grote groep is enkele dagen geleden vertrokken richting Breskens, zodat we weer met 4 schepen aan de steiger liggen. In de kuip wordt er nagepraat met een steigerborrel. Een volle kuip met sterke verhalen en uitbundig plezier. Ik heb een prachtige zeildag met een nog gezelligere avond beleefd. Jan Jr. ontwikkelt zich als een Standup Comedian, met de erg leuke aangevers Frans en Jos.
Mooi door lelijk.
Maandag, 27 april 2015.
River Deben – River Orwell
Rond halfzeven is het stralend weer en vertrekken motorend, langzaam de rivier af. Ik geniet van het uitzicht, geniet van de stilte om ons heen, de serene zachtheid van de ochtend. Het is mooi maar treuzel teveel en moet wat snelheid gaan maken om op tijd bij de grindbank te komen. We doen hetzelfde kunstje van gisterochtend en schuiven zonder enig probleem over de ondiepte heen, en draaien de boeg richting de aanloopton van de ingang Harwich en Felixstowe. Bij Felixstowe, de River Orwell op, en zien na een halfuur varen de drie Bossche schepen aan de steiger liggen voor Woolverstone. Het is een leuk weerzien met veel vragen. Jan en Jan komen aan boord en Saskia schuift ook aan. Het plan van de vier schepen is om morgen naar de Deben te varen maar ik wijs op de ideale omstandigheden om op dinsdag terug te varen naar Oostende in plaats van de voorspelde regen en wind op woensdag. Er wordt flink gerekend en weerkaartjes gedownload en de algemene mening is dan om ook op dinsdag terug te gaan naar het vaste land.
Met Koen, maak ik een uitgebreide wandeling naar de Butt and Oyster Pub in Pinn Mill en ontdekken er een kerkhof aan schepen, die deels ondanks de slechte staat van de vaartuigen, nog bewoond zijn. Met ohhs en ahhs, mooi door de lelijkheid, maken we driftig foto’s. Verder langs de verwaarloosde loopplanken en deuren, waar je gemakkelijk omheen kunt lopen komen, komen we bij wrakken waar alleen nog enkele spanten uit de modder steken. Buiten op het terras drinken we een koffie en besluiten de bus te nemen naar Ipswich. Probleem is dat de loopafstand naar de bushalte enigszins tegenvalt en ik hoor Koen mopperen dat het wel ver is. Bij de bushalte moeten we een uur wachten zodat ik languit in het gras, geniet van het zonnetje en even wegval in een dutje.
Ipswich is van de oudste steden van Engeland. De Romeinen hebben er een fort gebouwd in de monding van de rivier. De straten van Ipswich stralen de oude geschiedenis uit maar er is een modern “Waterfront” gebouwd, waar een jachthaven en verschillende bars gevestigd zijn. Een leuke levendige plaats. De Fish and Chips zijn een overwinning, het is vet en sompig zodat ik echt spijt heb van de keuze. Het moet een keer, geen Fish and Chips, geen Engeland. Bij een Chinese winkel koop ik een pot Indiase Curry voor de kip. Speciaal verzoek, want Koen blijkt gek op Indiaas eten te zijn, en het zal gemakkelijk beter te eten zijn dan de kleffe hap die als een fundament in de maag ligt.
We zijn een uur te vroeg bij de bus want we dachten dat de bus om het uur gaat maar helaas het is om de twee uur. Geen nood een paar koppen koffie met internet aansluiting in een Pub en de tijd is zo voorbij.
Terug aan boord is Jan jr. met zijn grill aan de gang. Een Cobb gril is toch wel gemakkelijk omdat er geen warmte aan de onderkant afgegeven wordt en toch twee uur kan grillen. Een groot stuk vlees ligt heerlijk te garen. Hij kan er wat van. De groep gaat morgen allemaal mee naar Oostende zodat ik nog wat voorbereidingen tref. Ik loop nog even bij de buurman Peter binnen. Peter is een Oostenrijker die met zijn schip in Zeeland ligt en die zich twee jaar geleden bij de groep heeft aangesloten. Peter heeft een probleem met zijn kachel en geef hem de tip om eens alle kabels los te maken zodat de elektronica van de kachel ge-“reset” kan worden. Dat wil wel eens helpen. Het wordt een gezellige babbel en maak ze blij dat ik morgenvroeg om half zeven aan wil varen.
Met droge voeten op Engelse bodem.
Zondag, 26 april 2014,
Noordzee – River Deben
Een dik bonkend geluid van dieselmotoren vullen de nacht. De zeeschepen liggen rond drie uur vannacht zowel aan de stuurboord zijde als aan bakboord. Ik moet voor twee schepen wijken, het is allemaal prima voorspelbaar door de hulp van de AIS en het Radar. De elektronica is een uitkomst en de sterke verhalen, in het verleden, van de onder andere de Volupia met een bemanning aan boord van 350 jaar samen, gewoon zonder uitkijk de Verkeersscheidingsstelsel doorkruisten. De oude Piet zei dan ook: Waarom zal ik wijken dat doen zij wel! Ik vind deze manier wel hilarisch maar ik laat een kolos niet wijken voor een notendop van 12 meter. Overigens is dit gedrag, met de controle op zee, niet meer getolereerd want de boete is hoog als de jachten zich niet aan de Zeeaanvarings-regelement houden.
De wind zakt in en het is bezeild maar met enig rekenwerk besluit ik om de motor bij te laten staan om op tijd bij de River Deben te zijn. Bij de Noord Gabbart (boei, ten noorden van een zandbank) komt een vrachtschip en moet snelheid terug nemen om eerst deze maar de vrijheid te geven. Achter het schip vaart de Queen B tussen de banken door. Om 0900 uur zijn we bij de roodwitte aanloopton van de Deben. Eerst roep ik de havenmeester cq loods op via kanaal 08 maar er wordt niet gereageerd. De Reeds Almanac vermeldt een telefoonnummer en bel de man. Hij geeft ons aanwijzingen hoe het beste naar binnen gevaren kan worden en moeten eerst de twee rode tonnen aan bakboord te houden, dicht langs de groene ton aanvaren. Dit is een beetje tegen natuurlijk want op nog geen tien meter van de groene ton ligt een plateau met grind waar het water vervaarlijk overheen spoelt. Daarna 25 meter van de stenen aanvaren, want daar is de geul het diepst. We volgen de instructies met enige spanning op en hebben genoeg water onder de kiel om zo de Deben op te varen.
Wat een mooie rivier. Gele brem langs de rand, schepen op anker, groene weilanden en zacht glooiende heuvels. Het geeft een aparte sfeer, de tijd staat hier nog stil. Bij de May Bush Inn, Waldringfield is de afgesproken plaats van de Engeland tocht. We zoeken een boei op en leggen er aan vast. Vermoeid ruimen we de rommel op en start de kachel. Op het moment van het besluit om een uurtje te slapen wordt er op het dek geklopt. De havenmeester is er met een bootje en wijst ons de bezoekers boei met bootje aan. Dat scheelt opblazen van de rubberboot. De havenmeester meldt dat wij niet de eerste hier zijn van de groep maar de enige. Er is een afmelding mail gestuurd dat de Engelandvaarders vanwege het slechte weer, niet komen. Dat is vreemd want de tocht was niet comfortabel maar goed te doen. Elke schipper maakt de juiste beslissing voor zich, toch ga ik maar eens bellen. Het blijkt dat er vier schepen op de River Orwell liggen in Woolverstone. Na telefonisch beraad spreek ik af om morgen naar de Orwell te komen.
Na een uurtje slapen gaan Koen en ik met het bootje passagieren. Koen roeit, Koen trekt de boot op de kant en ik voel me een echte kapitein want kan zo met droge voeten uitstappen. Nu zijn we pas echt in Engeland. Er is hier niet veel te beleven zodat we het snel gezien hebben. In de kroeg drinken we een Guinness om het Engelse gevoel echt ten volle te beleven. Rond de avond varen we terug naar de boot en ik kook met de spullen die onder een dekentje liggen te ontdooien.
Mistbank
Zaterdag, 25 april 2015
IJmuiden – Noordzee
Een kop koffie en een paar boterhammen worden bijna staande gegeten. Ondertussen start ik de GPS, AIS en de marifoon op en ben weerslachtoffer van mijn ongedurigheid om zo snel mogelijk weg te varen. Snel alles zeevast zetten aan boord en vaar de box uit. Koen doet het voordekwerk zoals lijnen opschieten, stootwillen aan de hekstoel. Vlak voor de uitgang van de haven roep ik de Verkeerscentrale van IJmuiden op en meld dat ik de haven uitkom en dat de bestemming Engeland is. Ik krijg snel antwoord en wordt op de hoogte gebracht van twee binnenkomende schepen maar als ik aan de zuidkant blijf dan zal het geen probleem opleveren. De wind is tegen en het zal kruisen worden.
Het zeil gaat erop, kotterfok erbij en de Genua uitgerold. Trek alles snaarstrak en laat Koen de Queen B naar de Zuidpier varen. Ik heb al snel door dat River Deben niet te bezeilen is maar kan een koers van 280 graden scherp aan de wind vasthouden. De stuurautomaat is niet betrouwbaar en schakel de windvaan in. Het loopt lekker maar als we zo doorgaan dan wordt het Schotland. Ik laat het schip maar lopen en hoop op het meedraaien van de wind naar Zuid. Gelukkig kan de Queen B eerst buiten de scheepvaart route blijven maar bij de roodwitte aanloopton waar de scheepvaart route ombuigt richting Rotterdam gaan we overstag en varen nu richting Zandvoort. Op de 10 meter dieptelijn weer overstag en laat het schip nu twee uur weer de 280 graden varen. Nu ligt er een fraai voor mij overbodig windmolenpark in de weg en moeten nu weer overstag. Opnieuw richting kust maar met behulp van de kaart varen we nu zover dat ik aan de zuidkant van de windmolens kan blijven. 5 Uur varen met een voortgang van 6 mijl is niet om vrolijk van te worden en als we zo doorgaan zal het maandag worden dat we aankomen.
De motor aan, zeil flink strak en varen nu een koers van 250 graden. Deze koers is nog niet ideaal, maar het geeft een beter voortgang richting doel. Het schip stampt tegen de golven in en de punt van het schip met de twee ankers, verdwijnen regelmatig onderwater. De Queen B schudt het water van zich af als de kop zich opricht. Het water spoelt over het dek en komt regelmatig tot achter de kuip maar het water blijft gelukkig uit de kuip. De regen slaat tegen de buiskap en we zijn er behoorlijk gelukkig mee dat de versleten Sprayhood de wind, kou en de regen weghoudt. Koen is wat katterig maar houdt zich prima op de been. Ik bereid hem voor op een “Bumping Ride” en vertel hem dat vannacht pas de wind zal draaien zodat we dit nog wel uren vol moeten houden. De zeeschepen schuiven in de verte aan ons voorbij.
Ineens wordt het mistig, het zicht is een mijl maar we kunnen de zee zien dampen. De wolken komen naar beneden en na een uurtje minder zicht, wordt het klasse slecht zicht. Ik schakel het Radar in en zie na een poosje een schip recht op ons aankomen, de AIS begint overspannen te piepen en we worden opgeroepen. Het blijkt een begeleidingsschip van een tweetal platformen te zijn. De schipper maant ons te kiezen tussen Noord passeren of Zuid passeren. Hij is nogal dwingend en roept door de marifoon “You have to decide NOW”. Ik maak snel de beslissing Zuid en ga overstag, ik rol de Genua in en probeer met de motor zo goed mogelijk voortgang te maken. Ineens daagt het schip uit de mist op en de schipper vraagt of wij het op prijs stellen dat hij ons een mijl zuid van het platform kan begeleiden. We nemen het aanbod aan en Koen vaart braaf achter de omgebouwde Engels vissersboot aan. Dan trekt de lucht open en we zien de booreilanden aan de stuurboordzijde. Ik bedank de loods en wij vervolgen onze weg.
Koen krijgt zijn speciaal bestelde Unox Tomatensoep en maak pasta met zalm als hoofdgerecht. Het schiet al met al goed op en Koen voelt zich een stuk beter zodat ik besluit om een uurtje te gaan liggen. Het wordt nog geen slapen maar rust wel uit zodat Koen me kan aflossen, we spreken af om wacht te lopen van drie uur. De wind draait iets maar is nog steeds niet helemaal bezeild, we liggen wel op koers. Het wordt geen donkere nacht en we zien veel schepen om ons heen. Koen stuurt oplettend door en wijkt een paar keer met een aanpassing van 10 graden mooi om de schepen heen.
Griep en klappertanden
Vrijdag, 24 april 2015
IJmuiden
De schippersbijeenkomst van afgelopen woensdag is erg gezellig en de organisatie, de zogenaamde Cie, beloven een spannende tocht want de vooruitzichten betreffende het weer zijn niet zo best. We zullen het koud krijgen en de wind staat overwegend uit het zuidwesten. De algemene teneur is, dat het allemaal wel zal meevallen. Ik houd de weersberichten goed in de gaten en wacht het maar af.
Vandaag, rond drie uur valt er een App-je van Johannes binnen dat hij zich ziek moet melden. Hij voelt een griepaanval aankomen en is behoorlijk ziek. Helaas wordt het er allemaal niet beter op zodat Koen en ik rond 1800 samen aanrijden naar IJmuiden. Johannes ziek achterlatend. In IJmuiden worden de boodschappen aan boord gebracht en de koelkast aangezet en de kachel gestart. De bedden opgemaakt en gaan samen een visje eten in het dorp.
Na uitgebreid schippersberaad besluiten we vanwege de afstand gedeeld door eventuele snelheid dat het beste is om 0700 te vertrekken. We kunnen rond 0900 uur de Deben aanvaren en als we die tijd niet halen, uitwijken naar Ipswich. Het betekent dat we vanavond gewoon de nacht aan de steiger kunnen doorbrengen. Vervelend is dat de koelkast het niet doet, de bevroren spullen zullen langzaam ontdooien.
De wind staat flink tegen de mast te duwen met regenvlagen, en het wordt een koude nacht. Overal in het land is nachtvorst voorspelt. Ik kan me beter weer voorstellen
Laatste voorbereiding Engeland
Zondag, 18 april 2015
IJmuiden.
Eindelijk eens heerlijk kunnen slapen maar bij het wakker worden is het bewolkt. Een lichte motregen, de warme kajuit houd me binnen maar rond 1100 uur kan ik me niet meer inhouden en begin aan een aantal voorbereidingen. Ik ruim de achterkajuit uit en probeer de spullen zo goed mogelijk een plaats te geven zodat Koen en Johannes het komend weekend meteen een plaats vinden.
Veel reparaties, en aanschaf spullen zijn klaar, maar de zonnepanelen zijn nog niet aangesloten. Nog snel de kabels door het schip leggen omdat nu de ruimte er is. Het valt deze keer allemaal mee en heb de kabels in minder de tijd van achter het schip via de verstaging, langs de kachel en de generator via de zijrichel van de binnenbetimmering gelegd. Een fraai plus en min kabel steken nu uit het instrumenten paneel. Ik kan het niet afmaken omdat ik een aantal aansluitklemmen mis. Toch tevreden met het resultaat ga ik op tijd naar huis om een zakelijke activiteit vanavond te kunnen bijwonen.
Zonder koelmiddel
Zaterdag, 17 april 2015
IJmuiden
Met een potlood tegen zijn oor hoort Olav dat de compressormotor van de koelkast draait en concludeert dat de koelvloeistof verdwenen moet zijn. Een fles met ozonvreter komt uit de wagen en hij vult het systeem af. De koeling is optimaal en Olav verwondert zich over het feit dat de koelvloeistof geen leksporen nagelaten heeft en denkt eigenlijk het probleem, ontstaan door de jaren heen, hiermee opgelost te hebben. Wel is de verdamper erg verroest en we maken een nieuwe afspraak om deze unit te vervangen.
De ozonvreters zorgen ervoor dat ozon (O3) wordt omgezet in zuurstof (O2). De afbraak van ozon betekent dat de ozonlaag dunner wordt, waardoor meer ultraviolette (uv) straling van de zon de aarde bereikt.Door een toename van uv-straling stijgen voor mens en dier de kansen op huidkanker. Ook kan een te hoge blootstelling aan uv-straling leiden tot oogaandoeningen en zelfs blindheid. Verder neemt de afweer tegen infectieziekten af.
Met een gezellig praatje stapt hij in de auto om naar Velddriel terug te rijden. Ik ben blij dat hij gekomen is omdat bij verschillende telefoontjes van lieden uit de buurt van IJmuiden me de vreemdste verhalen verteld zijn zoals het vervangen van koelelementen, want deze zijn zogenaamd niet opnieuw te vullen. Olav bevestigt mijn denkwijze dat het onzin is en dat het duidelijk een koelunit probleem is en niet de koelplaten met een bijna oneindig lange levensduur.
Na het koelprobleem maak ik eens tijd om de zee op te gaan om lekker te zeilen. Het zeil net buiten de haven op en richting het anker gebied. De stuurautomaat heeft flink kuren en protesteert door zijn lucht bellen heen. Deze moet snel vervangen worden want er is geen eer aan te behalen. De windvaan stuurt het schip wel zoals het moet zodat er een prima back-up voor handen is. Het lijkt of het schip veel rustiger is onder de zorgzame handen van de windvaan dan tijdens het geforceerde draaien van de stuurautomaat. Op het eind van de middag neemt de wind iets toe en krijgt het dek zelfs een paar spetters. Het is mooi weer, koud maar het is genieten. Schip is bijna klaar voor vertrek naar Engeland.
Knippen en scheren
Vrijdag, 16 april 2015
IJmuiden
Gisteravond ben ik aangekomen om niet verstrikt in het verkeer te raken in de ochtendspits. Rond halfnegen belt Ruben me op dat hij er bijna is en of ik hem binnen kan laten. Bij het ophalen kom ik de havenmeester tegen die ik op de hoogte breng van de voorgenomen Aktie, uit het water takelen van de Queen B. De afspraak is al lang geleden gemaakt maar laat me weten dat hij eigenlijk van niets weet. Het is geen enkel punt verder en rond 0900 uur liggen we te wachten voor de kraan. Eerst wordt er een schip van de wal in het water getakeld en het mooie blauw van de anti-fouling verdwijnt in het water. Zeilen is telkens een hoop geld in het water gooien, op deze manier klopt dat.
Ruben spuit de redelijk schone onderkant af en er is nagenoeg geen nieuwe anti-fouling nodig zodat het me veel kosten scheelt. De schroef zet ik in het vet, maak de twee snelheidsgevers schoon en sop de zijkant in met ontweringswater. Het geel brandt van de romp af en de Queen B ziet er meteen een stuk verzorgder uit. Ruben helpt me mee om het vlot aan boord te zetten. Nu is het plan om Ruben de mast in te trekken om de Radar-dome in de mast te plaatsen. Om voorbereid te zijn schroef ik het deksel ervan af en frons mijn wenkbrauwen over de werkelijke situatie van het aansluiten van de stekker op de printplaat en de tekening van de stekker. Het klopt niet zodat ik besluit om snel naar Imtech te rijden om daar na te vragen over hoe en wat. Tijdens dit gesprek neem ik de beslissing om het gepriegel niet door Ruben in de mast te laten uitvoeren maar door een monteur te laten doen volgende week.
Ruben rijdt om 1600 uur naar huis. Wat een leuke kerel. Onbekend met zeilschepen en onderhoud, maar hij leert wel heel snel.
In de avond probeer ik met Louis via de korte golf radio, contact te maken, maar dit mislukt. De piepjes en de ruis vullen de kajuit. Maar het de stem van Louis komt wel binnen via de telefoon maar niet door HF signaal.
loodzwaar allerlaatste redmiddel
Donderdag, 15 april 2015
Met een heftruck wordt het reddingsvlot in de wagen getild. Vier handen zetten de kist op zijn plek en ik voel nog eens over mijn ribben. De pijn is weg maar het heeft wel 6 weken geduurd. Krijg van de keurmeester allerlei adviezen mee en de garantie? Er is nog niemand om de garantie terug gekomen, wordt er geroepen. Ik glimlach om de bekende opmerking en neem de bak-veiligheid mee in de auto.
Ik bedenk ook dat als er een probleem is aan boord wat een hel het zal zijn om dat loodzware ding in zee te gooien. Je schijnt oerkracht te kunnen ontwikkelen in paniek situaties, maar ik heb toch mijn bedenkingen. Verschillende verhalen spelen door het hoofd zoals de belevenissen van een goede vriendin die met een schip voor de kust van Cuba niet het vlot gebruikte maar bleef wachten op de helikopter. Het vlot blijft het allerlaatste redmiddel. Ik hoop het ding nooit nodig te hebben.
Warme koelkast
Zondag, 12 april 2015
Gehinderd door een heel gezellig feestje ben ik pas vandaag aan boord om toch even te zien of alles goed is. De Queen B ligt lekker in het zonnetje maar het blijft behoorlijk fris. Het water is koud maar zal nu opgewarmd moeten worden door de lente. Ik gooi het boordsysteem aan en probeer de zender uit. Louis, een neef, is zendamateur en misschien de juiste persoon om de zender uit te proberen. Jammer voor mij maar Louis is nog druk bezig om de rommel op te ruimen die ik gisteren op het feestje heb achter gelaten. We spreken af dat we elkaar in de loop van de week spreken. Ik maak me wel zorgen dat ik geen ontvangst heb van een zender. Alleen ruis en vreemde piepjes.
De koelkast controleer ik en constateer dat de compressor niet werkt. De zekering, de magneetschakelaar en de koeling werken zoals het moet. Ik moet maar eens op zoek naar een koel-monteur. Ik sorteer de kaarten en weet dat er nog enkele gemist worden zodat dit van de week afgewerkt moet worden. Het vaarseizoen begint vorm te krijgen en weet dat de Engeland reis over veertien dagen is.
Voor het werk nog even naar Zuid Europa, vrijdag de Queen B uit het water knippen en scheren. Het reddingsvlot ophalen en de kussens in de kuip. Het gaat allemaal goed komen maar zoals altijd alles op het laatste moment.
Bij de visboer kan ik het niet laten om een paar krabpootjes te halen en een stukje vis. Thuis in Brabant genieten van de warmte. De verschillen zijn dit jaar wel erg groot tussen de kust en het binnenland.
Warmloper
Maandag, 6 april 2015.
Enkhuizen – Amsterdam
Een schril piepen uit het motorpaneel schrikt me op van de gewenning van het sonore geluid van de motor. De motor is warm gelopen en het alarm gaat af. Wat een geluk dat ik vorig jaar S.O.S. Herman zijn gang heb laten gaan om de bedrading van de motor opnieuw te installeren. Het heeft zeker grotere schade voorkomen want de V-snaar heeft de geest gegeven en hierdoor is de koelpomp uitgeschakeld. Ik hijs het zeil en laat het schip zijn weg vervolgen en haal de gereedschapskist uit de kist. De dynamo maak ik los en leg de reserve snaar om de verschillende poelies en zet de boel met de dynamo weer strak. Motor starten en de boel is weer zoals vanouds. Toch probeer ik te zeilen maar na een halfuur is de wind weer weg en start de motor om een snelheid te houden. Al snel zie ik het Paard van Marken opdagen en na het “Paard” verleg de koers naar Amsterdam.
Het Paard van Marken is de vuurtoren van Marken. De huidige vuurtoren is ontworpen door J. Valk en gebouwd in 1839 en staat op de oostelijke punt van het eiland. De toren heeft een hoogte van 16 meter en een lichtbereik van 16,7 km.
De toren is in 1700 begonnen als een vierkante vuurtoren. Dit was er een van drie vuurtorens bij Marken, De Ven en Burgerdom waartoe in 1699 werd besloten om de route van de Waddenzee naar Amsterdam te markeren. De torens waren voorzien van olielampen volgens het ontwerp van Jan van der Heyden.
In 1839 werd de vierkante stenen toren vervangen door een rond ijzeren exemplaar op de oude fundering. Later werden er een bakstenen gebouw met een woning en opslagplaats aan de vuurtoren gebouwd, die de toren de karakteristieke vorm gaf.
In 1814 kreeg de toren een mistbel. In 1919 is de mistbel vervangen door een misthoorn.
Regelmatig heeft de vuurtoren last van kruiend ijs. In 1971 was dit zo erg dat de toren enkele centimeters van zijn plaats werd geduwd. Momenteel wordt de vuurtoren bewoond.
Halfuur wachten bij de brug, een half uurwachten bij de sluis en drie uur varen over het Noordzeekanaal naar de sluis In IJmuiden. In de jachthaven klungel ik wat af tussen de palen om goed aangemeerd te raken. Een fijn paasweekend.
Dronken zeiler
Zondag, 5 april 2015
Enkhuizen
Luc kondigt zijn vertrek aan naar Elburg en ik besluit om een dagje te blijven liggen. Ik heb me voorgenomen om te klussen aan boord. Al snel staat het zweet me op het hoofd van het dek schrobben. Bakken met zand worden van het dek gespoeld, de kuip wordt onder handen genomen want dat is na een winter echt noodzakelijk. Wat een drek. Ik ruim de achterkajuit uit om de verschillende afsluiters te openen om zo de verschillende apparaten op te starten. De generator slaat luid hoestend en proestend aan, wreed verstoord uit zijn winterslaap. De koelkast geeft wat meer problemen en krijg wel het koelwater aan maar hoor de compressor niet werken. Dit is een vervelende en kan de oplossing niet vinden zodat dit karwei op de lijst voor de monteur komt te staan. De rest komt prima uit de winterslaap te voorschijn en voel dat de Queen B weer op gang is.
Na de klussen loop ik de stad in en ontdek dat er een vlooienmarkt is en druk bezocht. Gezellig langs de stalletjes slenteren koop ik onderweg een moot zalm en wat groenten voor de avond. Op het einde van de middag zie ik, zittend in de kuip, al veel schepen in en uitvaren. Het wordt weer gezellig op het water als de zon maar schijnt.
In de verte hoor ik een gitaar en vraag me af waarom dit zo synoniem is met het varen. Waarschijnlijk was muziek aan boord van de zeilschepen het enige vertier zodat er gezongen kon worden over drunken sailors en de liefjes die in de verschillende havens achtergelaten werden.
De Nederlandse tekst van Drunken Sailor
Wat gaan we doen met de dronken zeeman,
Wat gaan we doen met de dronken zeeman,
Wat gaan we doen met de dronken zeeman,
‘s morgens in de vroegte.
Hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
‘s morgens in de vroegte!
Gooi hem overboord dan kan ie zwemmen,
gooi hem overboord dan kan ie zwemmen,
gooi hem overboord dan kan ie zwemmen,
‘s morgens in de vroegte.
Hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
‘s morgens in de vroegte!
Hang hem in de mast om uit te waaien,
hang hem in de mast om uit te waaien,
hang hem in de mast om uit te waaien,
‘s morgens in de vroegte.
Hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
‘s morgens in de vroegte!
Stop hem in zijn bed om uit te slapen,
stop hem in zijn bed om uit te slapen,
stop hem in zijn bed om uit te slapen,
‘s morgens in de vroegte.
Hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
‘s morgens in de vroegte!
Roep de kapitein die zal hem leren,
roep de kapitein die zal hem leren,
roep de kapitein die zal hem leren,,
‘s morgens in de vroegte.
Hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
‘s morgens in de vroegte!
Dat zullen we doen met de dronken zeeman,
dat zullen we doen met de dronken zeeman,
dat zullen we doen met de dronken zeeman,
‘s morgens in de vroegte.
Hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
hela hop daar gaat ie,
‘s morgens in de vroegte!
Rode Poon door de Sambal
Zaterdag, 4 april 2015.
Amsterdam – Enkhuizen
In elk dorp aan de Zuiderzee stond een leugenbank, een al dan niet overdekte bank aan de haven. Soms stond er geen bank, maar was het een plek waar mannen samen kwamen. De vissers wisselden nieuwtjes uit en vertelden elkaar sterke verhalen. Vissers vertellen nog steeds sterke verhalen. Wat denk je? Is het WAAR of NIET WAAR?
Iemand wist te vertellen dat hij de jury een keer in het zweet had gejaagd door zijn te keuren rode poon in te smeren met hete rode sambal. Hij zou dit gedaan hebben omdat hij, ondanks elk jaar al goede kwaliteit vis te hebben gebakken, van de jury nog nooit voldoende punten had gekregen om kampioen te worden.
Ondersteunt door een malse bui wandel ik naar de havenmeester maar deze heeft er echt geen zin in, kan hem geen ongelijk geven. Dan loop ik terug naar de boot en vertrek met nog een laatste oproep via de marifoon en telefoon. De regen houdt het ook voor gezien en vaar langs het Centraal Station naar de Oranje sluis. De Queen B is nu het enige schip in de sluis en ook de brug achter de sluis draait voor me als enige. Na de brug hoop ik nog te kunnen zeilen maar het is nu Noordoosten wind zodat het niets wordt en motor richting Enkhuizen. De stuurautomaat doet goed werk en kan goed weggestopt onder de Sprayhood een beetje warm blijven.
Het gaat allemaal voorspoedig en vlak voor de Roggebotsluis heb ik contact met Luc die afgelopen nacht in Hoorn is gewest. We hebben afgesproken elkaar te treffen in de gemeentelijke haven van Enkhuizen. Als ik de haven binnenvaar ligt Meneer al aangemeerd en neem een vrije plek achter hem in. Na een kop koffie wandelen we met zijn drieën stad in. Het wordt ineens mooi weer en kunnen op een terras buiten aan het water een kop koffie drinken. In de avond lopen we een restaurantje binnen en hebben tijd met elkaar om eens uitgebreid te praten. Een gezellige avond en ben trots op hen.
Paasweekend
Vrijdag, 3 april 2015.
IJmuiden – Amsterdam.
De motor slaat direct aan nadat ik de sleutel omdraai. Machientje heeft er zin in zodat ik de lijnen los gooi en de box uitdraai. Een zakelijke afspraak onderweg naar IJmuiden afgewikkeld daarom bijtijds hier. Er is niet veel wind maar de kou is overal om me heen. Het water is koud en de wind die over het wateroppervlak strijkt, valt als een koude natte deken in de kuip. Uit voorzorg de verwarming aan om onderweg nog wat warmte te hebben, want de handjes zijn al snel koud.
Het wordt sturen met het handje want de stuurautomaat is niet geïnstalleerd. Ik meld me op kanaal 61 om de vaargeul in te draaien op weg naar de sluis. De Queen B is niet het enige schip dat klaar ligt om te schutten zodat we niet helemaal eenzaam in de sluis liggen. Buiten de sluis staat de wind op kop en sluit de buiskap om de wind buiten de kuip te houden. Langzaamaan begin ik te wennen aan de temperatuur en kan het genieten van de omgeving beginnen. Vlak voor het donker loop ik voor het eerst de nieuwe haven van Amsterdam binnen en begint het te regenen. Ik meld me op de marifoon voor een plekje maar er komt geen antwoord. Dan het telefoonnummer maar ook deze geeft geen antwoord, dan maar een plaats zelf uitzoeken.
Ik kies een langssteiger en loop naar boven om een havenmeester te zoeken. Blijkbaar zit er niemand op me te wachten zodat ik besluit me morgen maar te melden. Aan boord pak ik de driver van de stuurautomaat uit de tas en begin deze eerst te ontluchten door er met behulp van een slang, olie in het huis te blazen en de luchtbellen de gelegenheid te geven om weer in de vrije ruimte te existenseren. Na de installatie, begin er behoorlijk geroutineerd in te worden, schakel ik de automaat in en deze werkt als vanouds. Nog steeds met een te ruime vrije slag, maar het werkt. Nu eindelijk tijd om het eten te bereiden bij de heerlijke warmte van de kachel.
Regen in het bubbelbad
Zondag, 29 maart 2015.
IJmuiden
Gisteren in een restaurant aan de haven een visje gegeten, nou ja, een bak vol met vis. Het weer zit niet mee en besluit om totaal andere watersport uit te gaan voeren. Ik boek een bezoek aan een sauna en laat me heerlijk verwennen door de weldadige warmte terwijl de regen met bakken uit de lucht valt. In borrelbad voel je de regen niet en vind het een prima tijdsbesteding. De telefoon uit en even niet bereikbaar met een rustig moment.
In de kleedkamer zet een jonge vent zijn telefoon aan en raakt in een hevig gesprek met zijn vrouw of vriendin waar hij is en wat hij gedaan heeft. Ik herken veel over de toon en de zin van het gesprek en kan alleen maar met een glimlach naar buiten gaan. Mijn credits liggen bij hem. De avond gebruik ik om op de bank, de loomheid van de middag te verlengen en te koken met de restjes die nog in de koelkast liggen. Ondanks de stromende regen een prima dag en over het weer, het is inmiddels niet anders en begin het lachwekkend te vinden. Bij een telefonisch contact met de Canarische eilanden blijkt het weer daar ook van slag te zijn en worden ze daar ook geteisterd door veel wind en regen. Gelukkig is het daar niet zo fris als bij ons.
Radarcursus
Zaterdag, 28 maart 2015.
IJmuiden, Medemblik.
De vereniging van kustzeilers heeft een Radarcursus georganiseerd bij Cornelis Jongkind in Medemblik. Luc en en ik zijn van de partij en Carl Grootjes weet boeiend te vertellen over de werking en het gebruik van het Radar. Luc zit na twee uur braaf zitten, al op zijn horloge te kijken, zachtjes te zuchten en ik voel dat hij het al heeft gehad met het onderwerp. Ik laat me een beetje leiden door zijn ongedurigheid en ben blij dat er een pauze ingelast wordt. Het ligt helemaal niet aan het programma want de tips over het gebruik en de uitleg is meer dan prima. Bij de lunch zie ik Luc flink aan de babbel en ik raak in gesprek met een Vertrekker. De man wil volgend jaar richting Carieb en dan door.
Ik leef helemaal op en geef enkele tips die mij zinvol lijken maar realiseer me dat iedereen dat anders beleefd en soms toch niet aangenomen wordt. Uitstekend dat iederen de beleving anders ervaart. Ik vraag aan een van de medewerkers naar de ontluchting van de stuurautomaat en kom op het onderwerp of het verstandig is om het hele apparaat te vervangen. De oude te gebruiken als reserve onderdeel. Ik ga er steeds meer van uit dat ik het vervolg solo ga uitvoeren. De aanpassingen zijn minimaal want ik heb steeds rekening gehouden met onderbemand varen.
Na de lunch besluiten we toch maar om richting huis te rijden. Een hoofd vol met informatie en een Luc met veel plannen en toch geënthousiasmeerd over het gebruik van radar. Leuke dag samen en we hebben tijdens de gesprekken meer mijlen gevaren dan dat ik 1 jaar kan realiseren met het schip.
Vergrijzing
Zondag, 22 maart 2015
Huizen.
Luc, de middelste zoon, vaart met een mooie kotter waar hij ziel en zaligheid in stopt om zijn schip nog beter te onderhouden en te varen als zijn vader. Ik vind het erg leuk om te zien hoe hij dat toch allemaal voor elkaar krijgt. Hij is ook nog eens van de jongeren die nog aan het varen zijn want de watersport is duidelijk aan het vergrijzen. Luc, bouwt en verbouwt en leert hier zelf gaandeweg zelf het meeste van. Ook voor wat betreft het vaargebied is hij in ontwikkeling en is ondertussen uitgekeken op het vaargebied rond om het huis en slaat zijn vleugels uit. Voor het komende jaar heeft hij een ligplaats in Huizen geboekt.
Ik heb hem aangeboden om hem op te halen en rijdt met dit mooie voorjaarsweer naar Huizen om hond en stel op te halen. Met enig telefonisch geharrewar waar hij zijn schip heeft liggen kom ik aan en zie dat hij een prachtige plek heeft toegewezen gekregen. We drinken een kop koffie op het achterdek en de hond loopt als scheepsjoekel in het gangpad op en neer en voelt zich al helemaal thuis daar aan het Eemmeer. In de auto op weg naar huis gaat het natuurlijk alleen maar over bootjes, reparaties en de voordeeltjes die hij weten te bemachtigen allemaal ten behoeve van de boot. Ik glimlach en realiseer me dat ik altijd alles te duur heb.
Gevolg gekneusde rib
Zaterdag, 21 maart 2015.
Gisteravond naar de boot gereden, guur en regenachtig. De wind jakkert door de mast en het zeil van de Bimini klappert en flappert. Ik haal een kop koffie bij de bar. Deze ochtend kan ik mijn draai niet vinden en heb geen zin in de kou en de regen, terwijl het in Brabant prachtig weer is, en besluit om niet te lang aan boord te blijven.
Mijn ribben blijven opspelen zodat ik al meer dan een week een gebroken slaapritme heb en dat begint me op te breken. Thuis is er genoeg werk zodat ik thuis mijn fiets repareer, de boekenkast inruim, de keuken herorganiseer in een eindelijk “daar is ie weer zonnetje”.
Wat een heimwee heb ik naar de heerlijke temperaturen van het afgelopen jaar en naar het ritme van het dagelijkse varen. Het vormt me en wil niets liever aanvangen om de spullen klaar te maken voor vertrek.
Zondag, 16 maart 2015.
Deze ochtend verslaap ik me en kan moeilijk uit bed komen. Eindelijk eens heerlijk overgeven aan het niets moeten. Vanmiddag heb ik een bijeenkomst van de uitreiking Moeder Truus Poffer. Een onderscheiding van de Dassendragers van de Kikvorschen aan iemand met een speciale verdienste voor de stad ’s-Hertogenbosch.
Om op tijd te zijn voor deze gelegenheid rijd ik bijtijds weg van IJmuiden. Het wordt een gezellige middag waar ik veel bekenden zie. De Poffer wordt uitgereikt en ga naar mijn zoon om deze op te halen van Schiphol. Het is een drukke dag met op en neer rijden maar voor het goede doel, en heerlijk om de familie om me heen te hebben. De geur uit China zit in de auto en Jim de kleinzoon zit wat stilletjes te kijken en moet opnieuw beginnen met het Nederlands.
Slurpend houtwerk
Zaterdag, 15 maart 2014
IJmuiden,
Het hout in de kombuis slurpt de meubelolie op en de schuurspons met bleekmiddel brandt het vuil van het aanrecht. Het is een behoorlijke klus om bestek, borden, kastjes, vakjes en de het gasfornuis schoon te krijgen. Door de krachtsinspanning van vorige week blijken er een paar ribben gekneusd en heb de hele week behoorlijk wat pijn gehad. Het is een vreemde pijn want bij het lopen en werken is er niets aan de hand maar zo gauw ik ga liggen komen de pijnscheuten in golven en kom ik lucht te kort. Het is moeilijk slapen.
De kombuis en de stuurboordzijde knappen zienderogen op en krijg plezier in mijn werk. Je kijkt er tegenop om er aan te beginnen maar eenmaal aan begonnen meestal valt het mee. Rond de middag rijd ik naar Amsterdam om bij Datema een paar zeekaarten op te halen. Het is een prachtige winkel met een grote verzameling kaarten maar ook literatuur over alle uithoeken van de wereld en zeilersverhalen. Ik loop van almanak naar reisbeschrijving en begin veel bestemmingen te herkennen zoals gedetailleerde beschrijvingen van de Carieb. Ik zie me helemaal weer terug op de ankerplaatsen van het afgelopen jaar liggen. Enige weemoed maakt me dat ik terug verlang naar de Queen B in de verre.
In de stad loop ik naar een winkel waar allerlei scheepsbenodigdheden zijn en zie dat de mooie RVS-lamp nog steeds te koop hangt. Ik laat hem hangen omdat ik niet de hele middag en avond met een grote doos door de stad moet zeulen. Jammer, dat wordt de volgende keer.
Na een hapje oosters eten en een wandeling over de Zeedijk keer ik terug aan boord en kruip met een boek op de bank. De kachel probeert de koude wind die over het dek blaast buiten te houden.
Een knak in de borst
Zondag, 8 maart 2015
Met een stralende blauwe lucht en een heerlijk zonnetje word ik gewekt. Of ik energie krijg van de veranderde omstandigheden en begin met volle tegenzin aan het sjouwwerk, om het reddingsvlot van het dak te krijgen. Het is al weer 4 jaar geleden dat deze gekeurd is. Ik neem de reserve val en hijs het vlot op de vingersteiger. Dat gaat erg vlot en verwijt mezelf waarom ik hier zo tegenop heb gekeken. Uit de bakskist haal ik het boodschappenwagentje en zet het vlot van 70 kilo op de twee wankele wieltjes en trek het vlot vlotjes over de steiger maar dan breekt er een wiel af. Daar sta ik dan en kan vervolgens mijn statiegeldmunt niet vinden voor een kar zodat ik bij een motorschip aan de schipper vraag om zijn kar te gebruiken. Deze karren zijn stevig maar ook hoog. Ik zet de kar tegen een verhoging op de steiger en begin het vlot op te tillen. Een kist van 70 kg die moeilijk te pakken is veroorzaakt een knak in mijn borstkas en voel twee spieren heerlijk over elkaar schieten. Daar zal ik van de week last van krijgen realiseer ik me.
Met een onverantwoorde krachtsinspanning krijg ik de kist in de kar en breng het naar de auto. Na twee pogingen krijg ik de kist niet uit de kar en vraag een passant om een handje te helpen. Op het moment dat ik het vraag til ik nog eens en krijg de bak in de auto. De hulp heb ik achteraf niet nodig gehad maar het tekent mijn eigenwijsheid om alles alleen te doen. Ik krijg langzaamaan meer pijn bij de aanhechting van de spieren aan de borstkas. Ik probeer het te ontkennen en het valt nog mee maar het is geen morgen.
Ik ruim de bakskist buiten uit om de stuurautomaat te demonteren want die heeft weer eens lucht in het systeem. Het nodige sjouwwerk gaat met steeds meer pijn gepaard. Ik houd me voor dat ik een lage pijngrens heb en dat ik niet moet zeuren. Het is heerlijk aan boord met het zonnetje en ben tevreden over het werk van de kluslijst, dat uitgevoerd is. Ik merk dat er niet zo heel veel meer te doen is. Ik maak een bellijst voor de ontbrekende zaken zoals radar, kaarten, nieuwe schoten.
Kite surfing
Zaterdag, 7 maart 2015
IJmuiden
In het binnenland is het prachtig weer maar hier in IJmuiden staat een harde en koude wind. De kitesurfers maken er dankbaar gebruik van en zie over het duin de tientallen vliegers. Tijdens een korte wandeling op het strand word ik gezandstraald zodat het geen aardigheid is. Aan boord staat de kachel volle bak aan. De telefoontjes die ik naar het thuisfront maak, komen bij hen ongeloofwaardig over als ik vertel hoe het hier is.
Ik haal mijn boodschappen en haal enkele onderdelen bij de Multimate en begin maar eens aan de klussenlijst. Het houtwerk zet ik in de olie en maak de kastjes van de kombuis schoon. Door het schuiven van pannen en andere losse delen ziet het er vuil uit door de schuifstrepen. Een sopje doet wonderen en verbaas me over de hoeveelheid schoonmaakmiddelen. Je kunt er beter mee verlegen zijn dan om verlegen en maak een nieuwe indeling.
Koffieapparaat vind ik in de onderste kast en zet deze op het aanrecht en kan genieten van een echte bak leut in plaats van de Moccona. Overigens kan ik de oploskoffie goed hebben. Rond de middag stapt de zeilmaker aan boord en laat hem het versleten canvas zien. Patrick gaat uitgebreid aan de koffie en we hebben een goed gesprek samen. Hij zal van de week een prijsopgave doen voor de sprayhood. Ik kruip in de avond in een hoek van de bank met een goed boek en luister naar de radio en de wind die door de vallen en de stagen jaagt.
Engelandvaarders
Vrijdag, 6 maart 2015
Neptunes
Vanavond een bijeenkomst van de Neptunes en de Viking ter voorbereiding van de Engelandtocht, eind april. 35 Jaar geleden heeft één van de leden van deze vereniging deze tocht gemaakt om zijn vriendin in Engeland te bezoeken. Hij heeft haar beloofd dat te doen met zijn schip. Met twee schepen naar de River Deben was de eerste uitdaging en toen de andere leden aan de bar hoorden van het avontuur is er langzaam aan een traditie ontstaan van Bossche zeilers die deze tocht varen, rond Koninginnedag. Dat is nu natuurlijk Koningsdag geworden.
De muziekband gaat steevast mee op de gemiddeld 15 overstekende schepen zodat er in Engeland een stukje onvervalste carnavalsmuziek ten gehore gebracht kan worden. Het is uitgegroeid tot een waar evenement en ook nu zit de zaal vol om naar de Commissie “Cie” te luisteren. Er is weinig inspraak mogelijk omdat het de River Deben wordt en de week is vastgesteld. De voorzitter Jos brengt er een eigen draai aan en maakt er een wervelende show van met een behoorlijke ironische noot. Koen en Johannes worden mijn maten en zij zitten te genieten van de oude garde die elkaar steken onder water aan het uitdelen zijn.
We rijden lachend terug naar de stad en gooi de jongelui af voor de kroeg. Het zou wel eens erg laat kunnen worden voor de heren.
Houtebeen
Zaterdag, 21 februari 2015
IJmuiden
Met de Carnaval nog in de benen, een heftige party after en rijd nu vermoeid naar IJmuiden om eens te zien hoe het aan boord is. Het is koud, winderig en het regent zodat het niet uitnodigt om flink te klussen aan boord en zeker niet aan dek. Ik laat het buitenwerk maar voor wat het is en rommel wat aan binnen. Lees een beetje en laat de kachels flink branden. Bij het spelen aan de AIS vind ik ineens de knop om het alarmsignaal uit te zetten. Heeft dat ding twee jaar lang door merg en been liggen piepen en is nu met een simpele knop uit te zetten. In een artikel over Cuba blijkt dat ze toch bang zijn voor de Hollander Cornelis Jol. Deze zeevaarder was een kaper met kaperbrief zodat het volgens de Hollandse wet gelegaliseerd was. Daar hadden de Spanjaarden weinig aan.
Zijn houten been bonkt over het scheepsdek. Om hem heen maken Nederlandse matrozen, vermomd in Spaanse kledij, zich klaar voor de verrassingsaanval. Kanonnen in de aanslag. Cornelis Jol leverde in 1635 een huzarenstukje bij zijn poging Santiago de Cuba in te nemen. Kaper Houtebeen maakte zoveel indruk, dat hij Cubaanse kindertjes nu nog schrik aanjaagt: ’Pas op, Houtebeen komt je halen!
Ik kan mijn draai niet vinden en ga zondagochtend bijtijds terug naar huis om me vast voor te bereiden voor een reisje naar Duitsland.
Informatiemiddag Driehoek Noordzee
Zaterdag, 8 februari 2015
Lelystad
De zaal loopt vol met aanstaande Driehoekers. Ik zie verschillende bekende gezichten en voelt al meteen vertrouwd. Kopje koffie en ik schuif aan in de voorste rij om vooral niets te missen. Vreemd dat de voorste stoelen bijna altijd leeg blijven terwijl er zelfs gebruik gemaakt van staanplaatsen, na de achterste stoelenrij. Volle zaal en de voorzitter begint met een verhaal hoe geweldig de club van de kustzeilers is en doet een oproep voor het lidmaatschap. De voorzitster van de Driehoek geeft een uitgebreide uitleg over veiligheid, tochtplanning, reclame voor Joop de kaartenleverancier. Ik vermaak me prima en krijg er nog meer zin in. Na de presentatie komt een spreekbeurt door het Agentschap Telecom. Ik verwachtte er niet veel van maar toch een interessant verhaal en begrijp iets meer van het nut. Al met al een prima middag.
De tocht zal veertien dagen in beslag nemen en mijn middelste zoon begint een beetje te sputteren dat het wel lang is en al die tijd alleen maar zee. Dirk ziet het helemaal zitten en gaat de hele trip mee. Het is weer een tocht om naar uit te kijken en moet nu aan de klussenlijst beginnen om de boel weer updatet te krijgen
Burgeroorlog voorkomen?
Zondag, 25 januari 2015
IJmuiden
De wind is weg. Het is vochtig en de steigers stralen een winterse sfeer uit. Gelukkig is het niet al te fris zodat het heerlijk is om op de boot thuis te komen. Gisteren was al gepland om hier te zijn maar de middelste zoon nodigde me uit om samen naar Correct Marine in Rotterdam te gaan. Hij heeft een marifoon nodig en wil deze graag gekoppeld hebben aan een AIS ontvanger. Uiteindelijk na heel wat op en neer gedrentel wordt er besloten om er nog maar een nachtje over te slapen. We komen laat in de middag terug en ik vind het op dat moment beter om thuis te blijven. De avond thuis gebruik ik om de berg met folders van vorige week door te spitten, boeken sorteren en alvast het wasgoed in de auto zetten met de zeekaarten voor de geplande reizen in het voorjaar.
De dieselkachel zet ik vol aan met de elektrische kachel erbij om het vocht te verdrijven. Ik ruim de kast leeg met beschrijvingen en organiseer de kast aan de bakboord zijde. Er gaat opnieuw antivries in de motor omdat ik volgende week weer eens naar China mag.
Op de marifoon hoor ik het schip “Urk” toestemming vragen de sluis in te varen met een tiental zeilschepen die de wedstrijd van Michiel de Ruiter hebben gevaren. De nieuwe film over het leven van Michiel de Ruiter wordt komende week in de bioscoop. De Telegraaf sponsort de zeilreis. Vanochtend een grote foto op de voorpagina van de Zondagskrant. Met het naar huis rijden zie ik de schepen achter "De Urk" dartelen richting Amsterdam.
Michiel de Ruiter kan trots zijn op alle aandacht maar later hoor ik op de radio dat de Ruiter met zijn tocht naar Chatham wellicht een Nederlandse burgeroorlog heeft voorkomen. Nederland moet trots zijn op deze bescheiden man.
Schepen zijn vrouwelijk.
Zondag, 17 januari 2015.
Een doordringende polyester lucht komt ons tegemoet als we de door de deur lopen van de botenhal van “De Boot” in Duesseldorf. Veel benamingen voor het polyester schip zoals plastic bootjes of Tupperware, luxe containers, strijkijzers voor degenen die het allemaal maar niets vinden maar ik geniet van de lente sfeer die hier uitgestraald wordt. Veel grote platte schermen laten filmpjes zien van zon, zee, strand en natuurlijk het product dat aanbevolen moet worden. We zien skijets en lopen naar ingewikkelde jets in je schoenen die ervoor zorgen dat je meters boven het water uitkomt.
De hallen met de elektronica trekken mijn grootste interesse want wat weet men leuke en handige toepassingen te maken. Je jaagt een paar elektronen door een chipje heen, de goede richting op, en je weet een positie, hoe hard het gaat, je ziet de andere schepen, alles is onder controle en het zorgt voor een hoop luxe. De ontwikkelingen gaan nu echt hard. De jongste zoon met partner komen ook naar De Boot en we lopen samen te smullen van de verschillende schepen. Met een geveinsde interesse bezoeken we een Engels zeiljacht van 17 meter, een Almkruiser en verschillende zeilschepen. Een leuk schip is de Dufour van 35 voet en komt als een prima schip uit de verf bij de jongelui..
Vreemd dat je een schip kiest op de slimme en luxe binnenbetimmering terwijl het dekplan met zeilen en romp voor de veiligheid veel belangrijker zijn. Een gefeminiseerde keuze zorgt dat de man het er buiten maar mee moet doen. Dit is een flauwe opmerking maar het geeft wel aan waar de meeste mensen naar kijken en oordelen. Overigens is een schip vrouwelijk zodat het wel zal aansluit bij de Dames. Een schip als vriendin.
Waarom is een schip vrouwelijk? Over de verklaring doen de volgende grapjes de ronde: Ze heeft altijd een likje verf nodig om er goed uit te zien. Ze laat niet graag haar onderkant zien. Ze draagt haar vrachtje in zich mee. Er is een flinke vent nodig om haar in toom te houden. De echte reden zal wel zijn dat de schepen meestal genoemd werden naar de vrouw of moeder van de schipper of reder.
We kopen een kleine verrekijker met kompas. De tas wordt volgestouwd met folders en na de jongelui uitgezwaaid te hebben ga ik met 25 kg voordeeltjes en aanbiedingen verpakt in boekjes, folders en catalogi, de tram in op zoek naar de auto die nog in de stad staat.
Afgelopen vrijdag voor het bedrijf naar Duitsland gereden en met een leuke tussenstop in Winterberg hebben we de gelegenheid gebruikt om op de terugreis De Boot te bezoeken. Het vaarseizoen gaat vanaf nu langzaamaan beginnen. Mijn vaarkriebels zijn nu gekieteld.
Een nieuwe Pa!
Zaterdag/Zondag, 10/11 januari 2015
IJmuiden
Op de radio en televisie wordt gewaarschuwd voor storm, in de nacht word ik gebeld door de alarmcentrale, voor een alarm veroorzaakt door de wind. Als zeiler word ik hier onrustig van en volg ongemerkt dit soort berichten. Op internet lees ik het bericht over de situatie en wil naar het schip.
Op het internet:
Wie houdt van wind, november bemint!, luidt een bekende weerspreuk, maar deze januarimaand kan er ook wat van. Tot ver in de komende week waait het krachtig tot hard in de polder en regelmatig stormachtig aan zee. Gisteren had IJmuiden kortstondig een echte storm, windkracht 9 en er kwamen zware windstoten voor tussen de 86 en 96 km/uur. Dat gebeurt na de passage van een koufront die vanmiddag over de regio trekt met buiige regen. De wind waait uit het zuidwesten en is krachtig tot hard in de polder en stormachtig tot storm aan zee, windkracht 6 tot 9 en er komen zware windstoten voor. Na frontpassage draait de wind naar het westen tot noordwesten en neemt heel langzaam wat af naar krachtig tot stormachtig, windkracht 6 tot 8.
We rijden in de loop van de middag naar IJmuiden en zien vlak bij de haven, dat het serieus is met de storm. De golven schudden zich ziedend over de pieren heen. De Rood en Groene havenlichten worden regelmatig weggegumd door het witte schuim van de kammen van de golven. De baggervloot ligt afgemeerd aan de kade maar we zien toch nog een vrachtschip de sluis invaren. Die gaat er gewoon uit. Tijd is geld en de klant wil gewoon laden of lossen.
De Queen B ligt op één oor in de box, zeilend op de mast. De lijnen kreunen en rukken aan de steiger, de wind giert door de stagen en soms klappert er een val tegen de mast. De kachel gaat aan zodat het snel knus en warm is. Op de bank, in de buik van het schip, valt het allemaal wel mee en geeft het zelfs een rustig knus gevoel.
Ik begin aan de klussenlijst. De stroomstoring van de marifoon wordt opgelost door zoeken naar zekeringen, en bij de derde is het raak. Zekering is stuk en vervang deze door een nieuwe. Volgende karwei is het herinstalleren van de computer. Mijn zonen vinden dat ding helemaal niets. Te weinig geheugen, te langzaam, veroudert en nog een hoop gemopper. Advies van de heren: Een nieuwe Pa! Ik denk eerst dat ze gelijk hebben. Maar uiteindelijk plaats ik het “antieke” apparaat terug. Nadat ik de geheugenkaart eruit haal en terug plaats start het op en denk: het is beter dan niets. Na de middag breng ik een lijn over de tent heen en gaan koffie drinken bij de strandtent. Kijken naar de witte rollers, de kitesurfers, de ogen gezandstraald door het zand welk over het strand geblazen wordt.
Inflatie
Zondag, 4 januari 2015.
Zaandam – IJmuiden
Het is prachtig helder weer. De blauwe lucht roept me naar buiten. Ik loop snel naar de brievenbus om het havengeld te betalen maar zie meteen het richting bordje Czaar Peter huisje. Nu realiseer ik me dat hij hier gewoond moet hebben en niet verderop in de Zaanstreek. Het Tsaar Peterhuisje is het oudste houten huis van de Zaanstreek. Wat het echter bijzonder maakt, is het feit dat Tsaar Peter de Grote hier in de zomer van 1697 enige tijd verbleef tijdens zijn Grote Ambassade. Om het huisje tegen de elementen te beschermen, is er een stenen omhulsel omheen gebouwd. Het huisje staat voor het bezoek van Peter de Grote aan Nederland.
In Moskou had de tsaar, zwervend door Duitsland, de Zaankanter Gerrit Kist ontmoet. Bij zijn tocht deed hij tevens de Zaanstreek aan, waar hij een week, van 18 augustus tot 25 augustus 1697, bij Gerrit Kist logeerde. Peter de Grote wilde van de Nederlandse scheepsbouw en industrie leren, om deze kennis te gebruiken om Rusland een Westerse grootmacht te maken. Nederland, een van de meest ontwikkelde landen ter wereld, speelde daarin een belangrijke rol.
Erg lang bleef Peter de Grote niet. Al snel had men door wie hij in werkelijkheid was (hij was erg lang en had een opvallende wrat in zijn gezicht, bovendien werd er geroddeld), en ging na een week terug naar Amsterdam. Later kwam Peter de Grote terug, waar hij een boze Gerrit Kist aantrof: Peter de Grote had namelijk zijn huur niet betaald. De huurschuld werd direct voldaan.
Tijdens zijn verblijf in Nederland bezocht Peter de Grote ook een autopsie van Herman Boerhaave waarbij hij zelfs niet aarzelde de gezichten van zijn walgende edelen in de koude ingewanden van het lijk te drukken. Dezelfde edelen wekten in Nederland en Engeland ook ergernis op, omdat ze voortdurend tafelzilver stalen. De tsaar liet hun zakken dichtnaaien. Een andere onhebbelijkheid van de edelen was hun voortdurende gespuw op de grond. Of die grond bestond uit aarde of uit een Perzisch tapijt deed niet ter zake.
Vele Russische en Nederlandse gasten, onder wie Gorbatsjov en Vladimir Poetin, hebben sindsdien het huis bezocht. Het huis bevat o.a. een dodenmasker van de tsaar, een buste van Koningin Anna Paulowna, en attributen die aan de Zaanse scheepsbouw herinneren. Er is zelfs een brief uit 1897 van een overijverige ambtenaar aan tsaar Alexander III van Rusland met de mededeling dat de Romanovs nog 5 cent grondbelasting verschuldigd zijn.
Je ziet wat inflatie doet want ik moet nu € 11,00 havengeld betalen voor één nacht en de Czaar betaalt Fl. 0,05 voor een week.
We varen op de motor naar de sluis van IJmuiden die ons al zien aankomen en voordat ik kan roepen gaat de sluis al open. Vlak voor de haven staat er enige deining maar dat is maar voor even. In de haven bouw ik de tent op het schip en we rijden op tijd naar huis. Een leuke ontspannen week vakantie aan boord.
Sjoppen
Zaterdag, 3 januari 2015.
Amsterdam – Zaandam.
Het regent buiten zodat het niet trekt om verder te varen richting Muiden zodat we besluiten om te vertrekken bestemming Zaandam. Op een enveloppe schrijf ik de naam en het aantal dagen dat we hier gelegen hebben. Het geld steek ik in de enveloppe en breng deze naar de brievenbus. Zonder havenmeester redden wij ons ook. Eenmaal los van de steiger houdt de regen op en achter de buiskap valt de kou erg mee. Katrien staat achter het roer en weet de Queen B prima tussen alle veerboten en andere scheepvaart door te laveren. Binnen blijft het warm met de luiken dicht zodat het comfortabel is voor de rest van de bemanning.
De Dr. den Uyl brug ligt er ogenschijnlijk verlaten bij maar na een oproep met de handheld marifoon worden we snel geholpen. Een groot vrachtschip geeft niet duidelijk aan of deze gebruik wil maken van de opening brug of dat deze onder de brug doorvaart. Na een aandachtsein vaar ik snel voor het schip langs en het binnenvaartschip schuift achter ons door onder de brug. Het lijkt millimeter werk maar het past. Na de passage varen we samen op naar de sluis van Zaandam en ineens gooit het schip zich voor ons en dwingt me een richting die ik helemaal niet wil. Ik draai 360 graden en draai achter het schip door. In de Roef van het buurschip zie ik enige verwondering en heb het idee dat ze me helemaal niet gezien hebben. Met ergernis vaar ik verder en meld me bij de jachthaven aan.
Ook deze havenmeester is niet op de haven maar telefonisch wijst hij me naar een prima plaats voor de nacht.
We leggen aan en zorgen meteen voor stroom. De zekering springt meteen uit maar na een telefoontje met de havenmeester en gebruik van de reset knop krijg ik de boel aan de praat. Zaandam is een leuke plaats met veel winkeltjes en een hotel met een wel heel bijzonder architectuur. We lopen van winkel naar winkel, de dames noemen het sjoppen maar voor mij is het gewoon braaf achter de dames aanlopen. We lopen een grote Albert Heijn binnen en kopen daar het avondmaal. Een groot stuk zalm blijkt later een heerlijk stuk vis. Lekker eten en ingemaakt worden met een potje jokeren als dank.
Dierenlijvengeur
Vrijdag, 2 januari 2015
Amsterdam
De apen slingeren in de binnenverblijven van tak naar tak. De vlinders fladderen van de ene struik naar de ander alsof het lente is. De warmte van de binnenverblijven doen ons continue van jas uit en aan trekken. Buiten fris en binnen te warm, vochtig en de lucht gevuld van dierenlijvengeur. Toch is Artis een belevenis en ik moet de tuin complimenteren met het onderhoud en de variëteit. Wat een mooie dierentuin. We blijven er lang en komen moe buiten. Met de tram rammelen we naar het Centraal station. Bij de supermarkt halen we nog wat boodschappen voor het avondeten. Aanboord spelen we een spelletje kaart en overleggen of we morgen naar Muiden of Zaandam zullen varen.
Gelukkig Nieuwjaar 2015
Donderdag, 1 januari 2015
Amsterdam.
Het vuurwerk barst los in Amsterdam. De pijlen vliegen hoger en hoger, spatten uiteen met stralende bollen. Wij zijn omringd door het vuurwerk en het blijft aan de gang. Ik wens de bemanning een goed en gezond 2015, de champagne bevestigt dit met een droge knal en we drinken het nieuwe jaar in. Een gelukkig Nieuwjaar voor alle lezers van dit blog en meteen moet ik denken aan wat er voor de Queen B in het verschiet ligt, als we gezond blijven. De plannen variëren een beetje, zeker is dat er rond juli vertrokken wordt naar het Zuiden maar in april naar Engeland en in juni rondje Noordzee. Plannen zijn er genoeg maar nu eerst de wintermaanden door.
Na een half uur kou op het voordek en met de nodige verwondering kruipen we snel terug in de heerlijke warmte van de kajuit en de kachel. De klappen van de verloren rotjes gaan de hele nacht door.
Rond 11.00 uur lopen we de stad weer in en zien op straat dikke lagen met rood papier liggen, flessen met afgebroken steeltjes zijn de getuigen van het feest maar ook van het mislukte vuurwerk.
We nemen de tram met de OV-kaart en we laten ons naar het Museumplein brengen. Het Stedelijk Museum staat op het programma. De collectie is niet zo waardevol als het Rijksmuseum maar ik vind het wel een stuk spannender. Een mooi overzicht van de collectie van het Amsterdamse verzamelaarsechtpaar Martijn en Jeannette Sanders. Met werk van o.a. David Claerbout, Gilbert & George, Anton Henning, Anselm Kiefer, Cindy Sherman, Tjebbe Beekman, Gregory Crewdson, Günther Förg, Johan Grimonprez, Markus Lüpertz, Aernout Mik, Ronald Ophuis en Marijke van Warmerdam.
De tentoonstelling van Marlene Dumas. De expositie ontleent zijn titel aan het werk The Image as Burden (1993). Het is een verwijzing naar het conflict tussen het schilderkunstige gebaar en de illusie van de voorstelling. Op het moment dat we besluiten om naar buiten te gaan worden we nog gegrepen door een tentoonstelling over vormgeving van gebruiksartikelen. Moe van het kijken en beleven drinken we een kop koffie en lopen op het gemak naar de binnenstad terug om Katrien op te halen van het station. We lopen naar de Zeedijk maar vinden daar de Buddha tempel gesloten. Bij een Indonesisch eethuisje wordt de kaart niet goedgekeurd en bij de Indonees in de Warmoesstraat is de kok niet komen opdagen. We eten uiteindelijk bij de Surinamer maar het is er deze keer niet geweldig. Hotel Krasnapolski is een prima adres voor een kopje koffie. In het donker lopen we terug naar de boot waar de cijfercode aan de buitenkant van het hek door een vandaal is opgeblazen. Het ruitje van de code hangt er maar vreemd bij, zodat we het hek met een sleutel moeten openen.
Aan boord, de kachel aan en we worden gewiegd door de vertrekkende grote Cruise schepen die de wereld, voor de toeristen verder gaan verkennen.